Achter het achtervoegsel 37
Kosten noch moeite waren gespaard om het huwelijk van prins Heinrich von Preussen en prinses Wilhelmine von Hessen-Cassel in Schloss Charlottenburg op 24 juni 1752 luister bij te zetten. Zo werden er twee bals georganiseerd, een in gala en een in maskerade, werden er Franse komedies vertoond en was er een fraai ‘Konstvuurwerk van een nieuwe Uytvinding’. Hofcomponist Johann Friedrich Agricola (1720-1774) liet zich evenmin onbetoond. Speciaal voor deze gelegenheid had hij “een Operette, het Oordeel van Paris betiteld” gecomponeerd, “schynende alles van dien aard te zullen surpasseeren”, aldus de Oprechte Haerlemsche Courant van 20 mei 1752.
Kleine opera
Voor zover ik heb kunnen nagaan, is dit krantenbericht de oudste bewijsplaats van het woord operettein een Nederlandse tekst. (Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands noemt als oudste voorkomen een bron uit 1790.) Dat operette voor het eerst opduikt in een bericht van een correspondent uit Duitsland, is niet verwonderlijk. Het Duitse operette is ontleend aan het Italiaans operetta ‘kleine opera van vrolijke aard’, waarbij de uitgang –etta de vorm van het Franse diminutiefsuffix –ette heeft gekregen. Vroeger meenden sommigen dat Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) de term had geïntroduceerd, maar in het Duits was het woord al in 1698 aangetroffen.
Als we uitsluitend kijken naar de woordvorming is een operette een kleine opera: achter het grondwoord is de verkleiningsuitgang –ette geplaatst. En hoewel operettes over het algemeen daadwerkelijk korter zijn dan opera’s blijken er wel degelijk meer verschillen te zijn tussen deze beide vormen van muziektheater. In de eerste plaats zijn de onderwerpen van de operette over het algemeen minder serieus dan bij de opera het geval is – in de betekenisomschrijving van operetta hierboven wordt gewezen op de ‘vrolijke aard’ ervan. Een tweede verschil is dat de gezongen aria’s, duetten, ensembles en koorwerken bij een operette meestal door gesproken dialogen aan elkaar verbonden worden.
Zonder belang
Artistiek gezien werden opera’s hoger aangeslagen dan operettes. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal formuleert het bij het lemma operette als volgt:
Eertijds in ’t algemeen ter aanduiding van opera’s zonder belang uit het oogpunt van kunst, thans bepaaldelijk die stukken welke in kleine schouwburgen of door dilettanten (in salons enz.) worden uitgevoerd.
Niettemin zijn operettes sinds het midden van de negentiende eeuw ongekend populair bij het grote publiek en worden ze geregeld opgevoerd. Op Wikipedia is een uitgebreide lijst te vinden met één operette uit 1799 en verder uitsluitend negentiende- en twintigste-eeuwse operettes, gealfabetiseerd op componist en daarbinnen chronologisch gerangschikt.
Delven naar operettes
De term operette omvat een breed scala aan muziekstukken. Bij mijn nog altijd voortdurende zoektocht naar –ette-woorden in Delpher bleek dat er tal van termen circuleerden om een specifieke operette-vorm aan te duiden. In het Woordenboek der Nederlandsche Taal zijn ze evenwel niet te vinden. De online Dikke Van Dale noemt alleen zigeuneroperette als samenstelling bij zigeuner, maar geeft daarbij geen betekenisomschrijving.
Welke soorten operettes komen er in Delpher voor? Omdat het helaas nog altijd niet mogelijk is om te zoeken met een wildcard aan het begin van een woord – de zoekmachine kan een wildcard aan het begin van een zoekvraag (*operette) niet verwerken – heb ik als zoekopdracht “muziek PROX *operette” gegeven. Dit leverde gelukkig wel tal van samenstellingen met operette op. Het onderstaande overzicht somt ze in alfabetische volgorde – en in de toenmalige spelling – op. Bij elk woord heb ik het oudste jaar vermeld waarin ik het ben tegengekomen in de (interne en externe) kranten, met een link naar het desbetreffende artikel.
- vaudeville-operette (1852). Al in 1852 wordt voor het Amsterdamse theater Vaudeville Français in het Frans reclame gemaakt voor de vaudeville-operétte Le Chevalier d’Essonne. In een Nederlandstalige context komen we het woord voor het eerst in een krant tegen in een advertentie van de Hoogduitsche opera in Leeuwarden. Op 13 februari 1855 worden daar achtereenvolgens twee vaudeville-operettes opgevoerd: Die Einquartiring aus Oesterreich oder die deutschen Bundestruppen in Hamburg en Die Familie Fliedermuller oder die Versüche einer Sängerinn.
- comedie-operette (1875), In het Amsterdamse Théâtre Tivoli vond op zaterdag 9 oktober de Nederlandse première plaats van de uit Frankrijk afkomstige comedie-operette Het oude Kasteel van Pictordu. Voor dit stuk – dat volgens de recensent ‘een goede strekking’ heeft – verschijnt nagenoeg het gehele personeel van het theater ten tonele.
- blijspel-operette (1880), om het zomerseizoen van zomer-schouwburg in Theater Tivoli in Amsterdam te openen werd op 5 juni 1880 – voor de eerste maal in Nederland – de blijspel-operette Niniche!! opgevoerd.
- kinder-operette (1886), operette vertolkt door en/of bedoeld voor kinderen. Op 11 december 1886 adverteert boekhandel Hansma in de Apeldoornsche Courant onder andere voor ‘SNEEUWWITJE, Kinder-Operette’. Voor deze bewerking van het bekende sprookje tekende mejuffrouw A.H. Luteijn, een schrijfster die aan het eind van de negentiende eeuw verschillende kinder-operettes vervaardigde, zoals Asschepoester en De Prins van Sind.
- succes-operette (1893) zal een operette geweest zijn die veel publiek trok en grote waardering oogstte. Met deze aanduiding probeerde Artis-Schouwburg in het Algemeen Handelsblad van 31 januari 1893 mensen te verleiden naar de première van Freya te komen, de ‘Nieuwste Succès-Operette’ van de Bouffes Parisiens uit Parijs. Andere succes-operettes uit die tijd waren De parel van Zaandam (1893), Hart en hand (1894), De Geisha (1899), La Poupée (1899) en De dochter van den tamboer-majoor (1899).
- ballet-operette (1898), ‘de nieuwste benaming, die vernuftige librettisten van operetten uitgevonden hebben, om hun steeds ziekelijker wordend genre, althans uitwendig, nieuw leven te geven’. De muziek voor de eerste balletoperette was gecomponeerd door Louis Roth en deze operette onder de titel Mevrouw Reclame zou in de schouwburg in Wenen worden opgevoerd.
- transformatie-operette (1900). Op maandag 21 mei 1900 werd in Harlingen Nanette en Pauline(ook aangetroffen onder de titels Nannette en Pauline en Nunette en Pauline), een ‘Transformatie-Operette in één Bedrijf’ opgevoerd. Op basis van de definitie die het Woordenboek der Nederlandsche Taal geeft bij transformatie-eenakter & transformatiestuk zal een transformatie-operette een operette zijn geweest waarin de verschillende rollen door één speler met min of meer uitgebreide kostuumwisseling vervuld worden. (Terzijde: het is al opmerkelijk dat in de titel van deze operette een naam op –ette voorkomt, maar het wordt nog bijzonderder als je de leest dat de muziek is geschreven door G. Serpette en dat een van de zangeressen Rosette van Biene heet.)
- bakvisch-operette (1913), operette vertolkt door en/of bedoeld voor ‘bakvissen’, meisjes in de puberteit. Op 2 november 1913 voerden leerlingen van de Scheveningse muziekschool in het Haagse Diligentia de operette Het oproer in de Meisjeskostschool op. Het begeleidende kinderorkest stond onder leiding van een 13-jarige dirigente. (Zonder nadere omschrijving gebruikt de Nieuwe Zeeuwsche Courant het woord al op 30 maart 1907.)
- film-operette (1918). In de Preanger-bode van 21 juni 1918 staat een advertentie voor De Chocolade Soldaat. Deze ‘prachtige film-operette in 5 deelen’ is te zien op 22, 23 en 24 juni van dat jaar. Volgens een aankondiging elders in dezelfde krant zijn de situaties ‘zóó kluchtig en dol, dat bij het zien daarvan ieders gezicht in lachplooi moet komen’.
- show-operette (1927). In het Amsterdamse variété- en revuetheater Flora werd vanaf vrijdag 2 september 1927 ‘de schitterend gemonteerde show-operette’ De Circusprinses onder regie van Luigi Difraen vertoond. Het showelement van deze operette zal bepaald zijn door het ballet, de acrobatiek van de Ben Boyama-troupe (‘de beroemde 10 Arabische Kaskadenspringers’) en Polly Dassi ‘met zijn boksende ponny’.
- klankfilmoperette (1930). Een tijdlang is de geluidloze, Duitse operettefilm in de mode geweest. Toch duurde het na de introductie van de geluidsfilm nog enige tijd voordat er door onze oosterburen operettefilms met geluid werden geproduceerd: ‘De Duitschers zijn in eerste instantie er het volk niet naar, om fijngeestige, mouseerende amusementskunst de wereld in te sturen. Zij zijn in eerste instantie met ketenen van aanleg en opvoeding gebonden aan de grote psychologische problemen en conflicten van plicht en gevoel, Tod und Verklärung, Schiksalsfrage und Übermenschliche Individualitätsvollendung, e.d.’, aldus de journalist van het Rotterdamsch nieuwsblad van 22 februari 1930.
- toonfilm-operette (1930), ook UFA-toonfilmoperette (1930), net als de hiernavolgende super-(geluids(film))-operette is dit woord een aanduiding voor een operette op film. De eerste toonfilm-operette – of beter gezegd operette-film – die in Nederlandse bioscopen draaide was Liebeswalzer. Een recensent van de Nieuwe Sneeker Courant schreef er op 8 november 1930 het volgende over: ‘Zij is een combinatie van de oude zwijgende film met de spreekfilm, maar het geheel is van dien aard, dat men een uur of anderhalf geboeid en geamuseerd zit te kijken en te luisteren naar deze charmante operette, die zoo vol grapjes zit als een jaargang van de “Fliegende Blätter” en de “Simplicissimus” samen.’ Andere toonfilmoperettes uit dat jaar waren Die Stadt der Liebe, Die Bräutigamswitwe en Die Frau einer Nacht.
- super-geluidsfilm-operette (1930), ook super-geluids-operette (1931) en super-operette (1931). In het Haagse Asta-theater was op Eerste Kerstdag tijdens een grandioos galakerstprogramma de ‘Super-geluidsfilm-Operette’ Die drie von der Tank-stelle, vertaald als Drie met één benzinepomp,te zien. Het was een product van de belangrijkste Duitse filmstudie Universum Film AG, beter bekend onder de naam Ufa of UFA. Ook in Amsterdam en Rotterdam was de film tijdens de kerstperiode in roulatie.
Help!
In Delpher zitten nog duizenden samenstellingen met operette verborgen. Zo krijgen we met de zoekopdracht “a*operette” – een manier om ervoor te zorgen dat alle samenstellingen met operettewaarvan het eerste deel een a bevat worden gevonden – alleen al in (de interne) kranten 484 treffers en in de externe kranten nog eens 84 treffers. Helaas zitten daar ook aardig wat onbruikbare resultaten tussen. Vooral leestekens en niet herkende spaties leveren daarbij problemen op, zoals blijkt uit deze advertentie in het Algemeen Handelsblad van 27 augustus 1862 en deze advertentie uit het Nieuws van de Dag van 24 augustus 1878. Voorlopig lijkt er niets anders op dan alle resultaten van a*operette tot en met z*operette handmatig te controleren. Of kent iemand een slimmere en minder tijdrovende manier? Ik ben benieuwd.
Nicoline van der Sijs zegt
Volgens mij zou de ocr helemaal over moeten worden gedaan met een goed programma, bv. Transkribus. Ik heb ongeveer 3000 duizend keer het woord regering (en wat andere leesfouten) gekregen toen ik reuring zocht, allemaal handmatig moeten doornemen…
Cas Straatman zegt
Een mooi stuk! Vanwege de moeilijkheden die een zoektocht door het rijke krantenarchief van Delpher kan opleveren (oude lettertypes en beschadigd papier helpt ook niet mee) én omdat er aandacht wordt besteed aan een uitgestorven vorm van muziektheater. Verscheidene opera’s van Mozart voldoen overigens perfect aan de voorwaarden om operette genoemd te worden: er wordt in gedanst, het verhaal is kluchtig en ze bevatten vele dialogen.
Mijn vermoeden is dat het verkleinwoord operette te gewoontjes werd gevonden en dat ‘men’ de naam opera gepaster vond.
Toevoeging: operette-films werden door de nazi’s veelvuldig gemaakt als propaganda-materiaal.
gevangasteren zegt
Is het mogelijk om te zoeken naar: *operette ? (Ik heb geen ervaring met Delpher.)
NB: Je mist dan natuurlijk wel een aantal woorden, bijv. aan het begin van regels.
Dus zelfs als het werkt, is het geen “uitputtende” methode.