Achter het achtervoegsel 39
Dat er grote zorgen bestaan over het klimaat, is dagelijks te lezen in de media. Journalisten laten door hun woordkeuze doorschemeren hoe zij tegen het smelten van de poolkappen, de toename van het aantal bosbranden en de overvloedige regenval aankijken. Als zij geen stelling (willen) nemen, scharen zij die problemen onder de noemer klimaatverandering. Zien zij de urgentie ervan in dan zullen zij eerder het woord klimaatcrisis bezigen. Maar de echte zwartkijkers geven de voorkeur aan het dramatisch klinkende klimaatramp of – en dan is voor mijn gevoel een tikkeltje erger – aan het woord klimaatcatastrofe. Het tweede lid van de samenstellingen met klimaat– bepaalt dus de ervaren omvang van het probleem.
Het omgekeerde doet zich ook voor. Soms bestaat de behoefte om zaken minder erg voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn. Klassiek zijn de woorden van de zwarte ridder uit de film Monty Python & The Holy Grail. Nadat hij in een tweegevecht door koning Arthur ‘ontarmd’ is, weigert hij zichzelf gewonnen te geven. Als de koning hem erop wijst dat zijn arm eraf ligt, merkt de ridder laconiek op: ‘It’s just a flesh wound’. Een van de fraaiste voorbeelden van de understatement die ik ken.
Om een onverkwikkelijke situatie draaglijker te maken zijn ook verkleinwoorden uitermate geschikt: “Het is maar een krasje”, “Het is maar een scheurtje”. Zoals bekend uit voorgaande afleveringen van deze rubriek kan het achtervoegsel –ette onder meer gebruikt worden om het grondwoord te verkleinen. In deze aflevering van Achter het achtervoegsel enkele recente voorbeelden van woorden die de zaken minder erg voorstellen dan ze in werkelijkheid misschien zijn.
Affairette
Het woord affairette is in oktober 2006 toegevoegd aan de (online) Dikke Van Dale. In dit aan het Frans ontleende zelfstandig naamwoord heeft –ette de functie van diminutiefsuffix. Een affairette is dus een kleine affaire of – om de betekenisomschrijving van Van Dale aan te halen – een ‘onbeduidende liefdesgeschiedenis’. In die betekenis komen we het woord al tegen in Het Parool van 2 februari 1991. Zo gebruikte Vincent Bijlo het woord bijvoorbeeld in een radiorecensie in de Provinciale Zeeuwse Courant van 23 november 2016:
Pieter van der Wielen had in VPRO’s Nooit Meer Slapen in de nacht van maandag op dinsdag actrice/schrijfster Georgina Verbaan te gast. Hee, hadden die niet ooit een affairette?
Het oudste voorkomen van affairette in een Nederlandse krant dateert al van 1989. In de Volkskrant van 15 juli stond toen een interview met Jan Bruinstroop, directeur van distributeur en bioscoopexploitant Cannon. Omdat filmmaker en publicist Theo van Gogh zich in een column in Het Parool kritisch had uitgelaten over filmkenner Simon van Collem en het rouwbeklag rond zijn dood en de hoofdredactie zich niet van de inhoud van dat stuk distantieerde, weigerde Bruinstroop al twee weken om advertenties te plaatsen in Het Parool. Toen Theo van Gogh gevraagd werd hierop te reageren, antwoordde hij:
Een reactie op de Van Gogh-affairette? Ik heb er maar één antwoord op: dit is het einde van de vrije pers.
Zijn provocerende uitspraken waren ‘ruw en krenkend’ maar in rechtszaken bleek keer op keer dat ze binnen de vrijheid van meningsuiting vielen. Dat viel niet bij iedereen in goede aarde en de controversiële Van Gogh werd op 2 november 2004 vermoord door een geradicaliseerde moslim. Dit was geen affairette meer.
Crisette
De crisette is na de affairette toegevoegd aan de Dikke Van Dale: in oktober 2010. Dat woordenboek vemeldt dat in België in gebruik is en daar de betekenis ‘minicrisis, m.n. in de politiek’ heeft.
De eerste maal dat crisette volgens Delpher voorkomt in een Nederlandse krant is 31 maart 1993. Op die dag bericht NRC Handelsblad over het einde van een regeringscrisis in België. Premier Dehaene had een begrotingsakkoord gesloten met de voorzitters van de coalitiepartijen, dat vervolgens door de ministerraad was overgenomen. Het kabinet was gered maar het pakket aan bezuinigingsmaatregelen en belastingverhogingen had wel gevolgen voor de daadkracht van en de steun voor het kabinet:
In de Belgische pers wordt vanochtend de ‘quasi-crisis’ of ‘crisette’ becommentarieerd als een belangrijke verzwakking van het kabinet, dat nu wordt aangeduid als ‘Dehaene I-bis’.
Iets meer dan een half jaar later blijkt het woord crisette ook op te duiken in de Nederlandse politiek. Wat was het geval? Minister-president Ruud Lubbers was begin jaren negentig uitgevallen tegen het ‘cijferfetisjisme’. Dat was tegen het zere been van vice-premier Wim Kok en het leidde dan ook tot een diepe vertrouwenscrisis tussen beide politici. De Volkskrant schreef hierover op 23 november 1993:
Had Kok premier Lubbers vergezeld naar de persconferentie, dan had deze ‘crisette’, zoals de rijksvoorlichtingsdienst de kwestie inmiddels is gaan noemen, wellicht voorkomen kunnen worden.
Een diepe vertrouwenscrisis een crisette noemen, dat is met recht een understatement.
Het woord crisette bleef overigens niet beperkt tot de politieke arena. Toen in producten van Belgische bedrijven de giftige stof dioxine werd aangetroffen, was dat een financiële strop omdat als gevolg van gebrekkige communicatie met name Aziatische landen de invoer van Belgische producten stopzetten (De Standaard, 31 mei 2000).
Joop van der Horst besprak in De Standaard van 11 januari 2003 in zijn bijdrage ‘Nieuwe woorden’ de lijstjes met nieuwe woorden die kranten en tijdschriften aan het eind van elk jaar opstellen. De meeste nieuwe woorden die daarop staan, maken volgens hem bitter weinig kans een blijvend plaatsje in onze taal te krijgen. Maar er zijn ook uitzonderingen, waarna hij de volgende profetische woorden schrijft:
Een goede kanshebber op een plaats in het woordenboek lijkt me crisette, dat weliswaar in 1993 al eens opdook maar dat toch in 2002 meer succes had: “een onbeduidende crisis van politieke aard, een crisis die met een sisser afloopt”. Als ik goed zie, werd het vooral in Vlaamse kranten aangetroffen, maar het woord is bruikbaar genoeg voor een algemener carrière.
Een aantal jaren later komen we crisette ook tegen in sportverslaggeving. In Het Nieuwsblad van 25 april 2012 wordt verslag gedaan van de voetbalwedstrijd tussen de toenmalige nummer 1 van de Belgische competitie – AA Gent – en de bezoekende club Anderlecht:
Een interessante timing want de koploper verkeerde zelf in een crisette.
Toch zien we het woord crisette vooral opduiken in berichtgeving over politieke kwesties. Kennelijk zijn er nergens zoveel brandjes te blussen als in de politiek.
Wat een ellende
Neemt het gebruik en de bekendheid van affairette en crisette toe, bij de volgende twee woorden is dat niet het geval. Beide zijn ook maar één keer aangetroffen. Het oudste van de twee – uit 1932! – is ellendette, ‘kleine ellende’ (zie Achter het achtervoegsel 9), het jongste dateert uit 2003: problemette. Het woord lijkt te zijn bedacht door Joost Mulder, in zijn vertaling van de debuutroman van Stephen Fry, The Liar (1991). Als enkele vrienden 700 exemplaren van hun subversief ondergronds tijdschrift Klote! hebben laten drukken, hoeven zij alleen nog zorg te dragen voor de distributie:
“En nu,” zei Tom, “staan we tegenover een problemette: de bezorging.” “Eerder een problemaatje dan een problemette”, zei Bullock. “Of zelfs een problemario,” zei Sampson. “Ik zou het gerust een problemarerio durven noemen,” zei Bullock.
Tom vat het tot slot nog eens samen: het is “een absolute draak van een probleem”. Mmm, het lijkt erop dat -ette hier niet als verkleiningssuffix maar als vergrotingssuffix is gebruikt. Wat is -ette toch een fascinerend achtervoegsel.
carolaprive zegt
Een ferme is een boerderij, een fermette is een als boerderij verkleed woonhuis, een fermetteke is een schamele variant daarvan :-). Aldus mijn lief die zich met de omgevingskwaliteit bezighoudt.
Sander Wijnja zegt
Bachelorette (NYT)
Sander Wijnja