Onlangs gaf Bas Jongenelen in Neerlandistiek te kennen dat hij een vertaling had gemaakt van het Middelnederlandse meesterwerk Van den Vos Reynaerde (Vertaling van ‘Vanden vos Reynaerde’). Die vertaling in het Standaardnederlands heeft hij in een PDF-bestand aangeboden, dat vrijelijk verspreid mag worden. ‘Hoe meer Reynaert, hoe beter’, zegt hij erbij. Naar aanleiding van zijn bijdrage dacht ik dat de lezer van Neerlandistiek wellicht ook geïnteresseerd zou zijn in het volgende.
De Reynaerd in het Nedersaksisch
In januari dit jaar kreeg ik van Frits van Oostrom de vraag of er Nedersakssiche vertalingen zijn van de Reynaerd. Bij mijn weten is er geen project dat een vertaling van dit werk tot stand beoogd te brengen in de zeven hoofdvariëteiten van het Nedersaksisch, zoals voor de Heliand. Dit Oudsaksische werk uit de eerste helft van de negende eeuw is inmiddels in het kader van twee vertaalprojecten in vijf van deze hoofdvariëteiten vertaald: het Gronings, Twents en Achterhoeks (2012); het Sallands en Stellingwerfs (2022). Ook kwam tegelijk met de eerste drie een Münsterlandse vertaling tot stand. Een Drentse vertaling is in de maak. Voor het Veluws wordt nog naar een vertaler gezocht. Verder zijn er twee Nederlandse vertalingen (2006 en 2023). Van de Reynaerd is een Groningse vertaling gemaakt door de onderwijzer Jelte Dijkstra. De andere Nedersaksische vertaling is in het Drents, gemaakt door de bekende neerlandicus Jan Naarding. Een uitgave van Naardings werk zal binnenkort verschijnen van de hand van Henk Nijkeuter. Bij mijn weten zijn er naast deze Groningse en Drentse Reynaerden geen andere Nedersaksische vertalingen.
De Reynaerd in het Sallands
Zelf ben ik enige tijd geleden begonnen met een geannoteerde Sallandse vertaling van de Reynaerd. De doeltaal is het Hellendoorns (mijn moedertaal). Het vertalen op zich is niet zo heel moeilijk, maar het werk wordt aanzienlijk gecompliceerd door mijn doel om in de vertaling consequent het gepaard rijm te behouden. Doordat de woordenschat van het Middelnederlands en het Sallands aanzienlijk verschillen, vormt het gestelde doel een flinke uitdaging. Zodra dat verschil zich in de betreffende rijmwoorden voordoet, moet de vertaling zodanig geconstrueerd worden dat je niet alleen gepaard rijm tot stand brengt, maar ook inhoudelijk zo dicht mogelijk bij de brontaal blijft.
Ik geef hier de regels 39-62 in een Hellendoornse vertaling van de Lulofs-editie van de Reynaerd. In het fragment wordt verteld dat koning Nobel met Pinksteren hof houdt. De leeuw laat al zijn onderdanen naar het hof komen. Iedereen komt, maar Reynaerd de Vos is er niet. Baron Reynaerd wordt voor de koning achter elkaar beschuldigd van een uiteenlopende reeks van misdaden. Alleen zijn neef Grimbeert de das heeft niets te klagen.
Hofdag (een fragment)
’t Was óp nen pinksterdag
Det d’r was nen groten vracht
Van grûunigheid, nen dikken dekken van blae,
In bóssen en langs alle pae.
Nobel d’n koning häd besteld
Umme rónd te krèèien in dörpe en óp ’t veld
Det hij nen hofdag haolden wol,
Want, zo häd-e det in zienen bol,
Kreeg hij ’t succes daorvan ónder d’n doem
Nog groter wördden dan zienen roem.
Toen kwammen naor ’t hof van d’n koning hen
Alle dieren, groot en klèèn.
Ja, allemaole kwammen zo daor, maer zîet,
Allene d’n vos Reinaard was daor nîet.
Den häd an ’t hof zovölle misdaon
Det-e daor nîet dós hen te gaon.
Wîe zich schuldig weet, den kik wel uut,
En daorumme was zien vaste besluut
Umme nîet te gaon naor ’t hof,
Waor hum niks te wachten steun an lof.
Toen alles an ’t hof biej mekaere was,
Was d’r daor gin ene, behalve d’n das,
Of hij häd daor wat te klaegen inderdaod
Aover d’n fellen met d’n grîezen baord.
Laat een reactie achter