‘In Frankrijk was Poulidor altijd een buitengewoon populaire coureur geweest: een ware volksheld, met een hoge aaibaarheidsfactor. Nog tientallen jaren nadat hij was gestopt werd elke fietser in Frankrijk aangemoedigd met ‘allez Poupou!’
En nog altijd als de naam Poulidor valt wordt er geroepen: Poupou! Ja, die kennen we, dat was de eeuwige tweede.
Poulidor heeft een nogal oubollig imago, vergelijkbaar met dat van Joop Zoetemelk, nog zo’n eeuwige tweede. Na zijn carriere heeft hij daar wel eens commentaar op gegeven. Niet verontwaardigd, niet bitter, dat was zijn stijl niet. Eeuwige tweede was een uitstekend handelsmerk gebleken en hij was er zelfs een beetje trots op dat je in elke sector van de samenleving poulidors had: iedereen met het imago van een verliezer werd de poulidor van die betreffende sector genoemd. Hij mocht graag uitleggen dat het allemaal kwam omdat hij in de belangrijkste wedstrijd, de Tour de France, drie keer tweede was geworden. Maar hij vond dat je daarbij dan wel moest bedenken dat hij te maken had gehad met twee grote kampioenen: eerst Anquetil en daarna Merckx.
Dat is een mooi verhaal. Van Joop Zoetemelk werd ook altijd gezegd dat hij de pech had eerst Merckx op zijn pad te treffen en daarna Hinault. Maar tussendoor verloor hij ook van Ocana, Van Impe en Thévenet. Poulidor verloor in de tussenjaren van Gimondi, Aimar, Pingeon en Jan Janssen.
Het imago van de eeuwige verliezer bestond natuurlijk al tijdens zijn actieve loopbaan. Zijn biografie kreeg als titel ‘La gloire sans maillot jaune’. Toen hem destijds een keer werd gevraagd of hij de Tour nog eens dacht te winnen, zei hij: ‘Hou toch op man. Ik heb een naam hoog te houden.’
Dit citaat is ontleend aan het zojuist verschenen boek ‘De dag dat wielrennen weer leuk werd – De onstuimige opkomst van Mathieu van der Poel’ door Luuc Kooijmans. Wijlen Raymond Poulidor was zoals bekend de opa van moederszijde van Van der Poel.
Volgens WikipediA – De vrije encyclopedie – is een ‘eponiem’ (van het Griekse epi is ‘bij’ en onoma is ‘naam’) de naam van een persoon, echt of fictief, die wordt gebruikt om een bepaald object of een bepaalde activiteit aan te duiden. In het huidige taalgebruik wordt eponiem vaak in de omgekeerde richting gebruikt, voor een woord dat is afgeleid van een eigennaam.
Volgens deze uitleg is ‘poulidor’ als aanduiding van ‘de eeuwige tweede’ dus een eponiem in het huidige taalgebruik. Oorspronkelijk is het evenwel de naam van de persoon, Poulidor, die het eponiem is.
Een ingewikkelde uitleg in WikipediA, die ik zelf op het eerste gezicht niet echt begrijp. Bij nader inzien meen ik het echter te begrijpen. Als het eponiem Poulidor (met hoofdletter) is dan denken we nog aan dé Poulidor, d.w.z. Raymond Poulidor, De Eeuwige Tweede. Maar als het eponiem poulidor is, dan denken we in het bijzonder aan wielrenners en in het algemeen aan personen die poulidor-achtig zijn: eeuwige tweeden. We denken aan de categorie van de poulidors. Voorbeelden: ‘Hij is net Poulidor’ tegenover ‘Hij is een echte poulidor’.
Eponiem betekent letterlijk bij-naam. De bij-naam van Raymond Poulidor was ‘de eeuwige tweede’. Daarmee werd hij aangeduid in de media. Die bij-naam werd vervolgens een soortnaam, met ook een meervoud: poulidors.
Laat een reactie achter