Na 18 jaar lijkt er een einde te komen aan een opmerkelijke acte in de operette die de Nederlandse spelling heet. Nadat de NOS vorig jaar al iets soortgelijks besloot, kondigde de hoofdredacteur van de Volkskrant, Pieter Klok, deze week aan dat zijn krant ’toch weer het Groene Boekje gaat volgen’. Het stukje waarin hij dat aankondigde getuigde van een diep gebrek aan inzicht in wat de ‘witte spelling’ die de krant volgens Klok jarenlang heeft verdedigd eigenlijk behelsde.
De vroege geschiedenis legt Klok in zijn stukje niet onverdienstelijk uit: aan het eind van 2005 ontstond er bij allerlei Nederlandse media onrust over de wijzigingen in de officiële spelling. Eigenlijk waren de wijzigigingen in 1995 veel groter geweest, maar toen was er weinig gebeurd en in 2005 pikten al die media het niet meer. Klok noemt een van de speerpunten: het woord dat lang als pannekoek werd gespeld stond nu in het Groene Boekje als pannenkoek. De media werkten vervolgens samen aan een alternatieve gids, het Witte Boekje, waarin wel degelijk pannekoek stond.
Inmiddels is de Volkskrant zo’n beetje de laatste die nog pannekoek schrijft. En nu wil de Volkskrant ook in de pas gaan lopen en pannenkoek schrijven. Een idee achter de witte spelling was dat je de speller op een beperkt aantal gebieden een zekere keuzevrijheid liet. Je kunt dus ook pannenkoek schrijven zonder die witte spelling te verlaten. Voor zover de Volkskrant nu de witte spelling verlaat, gaat het er vooral om dat de krant het idee van vrijheid in bepaalde gebieden van de spelling vaarwel zegt.
Ik heb me al zo vaak verbaasd over de neiging van mensen om met alle geweld zoveel mogelijk in de spellingpas te lopen, dat ik me daar hier maar niet meer over verbaas. Maar het is wel de moeite waard om te wijzen op de vreemde argumentatie die Klok hanteert:
Eenduidigheid ging zwaarder wegen dan logica. Zelfs niet-logische taal gaat uiteindelijk wennen, wordt vanzelf logisch. Voor veel lezers die vóór 2005 hun middelbare school hebben doorlopen, is de pannenkoek wellicht een gruwel, maar voor iedereen van daarna is het volstrekt normaal. Logica is vaak een subjectief begrip.
Hier verandert de logica binnen het bestek van een alinea totaal van status. Aan het begin lijkt het nog een systeem met ijzeren wetten, die alleen soms overtreden worden – bijvoorbeeld omdat ‘eenvormigheid’ belangrijker is. Maar aan het eind blijkt de logica zélf juist rekbaar en eigenlijk vooral afhankelijk van het moment waarop je de middelbare school hebt doorlopen (overigens leren kinderen de meeste spellingregels nog steeds op de basisschool.
Ook een volgende alinea werpt geen helder licht op deze zaak:
Taal is nooit schoon, maar altijd een rommelige optelsom van logische regels, historisch gegroeide inconsistenties, impliciete vooroordelen en merkwaardige tradities, net als de mens zelf eigenlijk.
Het bijzondere in dit geval is natuurlijk dat de voorgeschreven spelling onder geen enkel van deze factoren valt: hij is (in ieder geval volgens Klok zelf) niet logisch, maar natuurlijk ook niet historisch gegroeid of impliciet, en ook zeker geen traditie. Hij is een door iemand bedachte regel waaraan sommige mensen zich kennelijk uit vrije wil willen onderwerpen, en waarvoor het enige argument conformisme lijkt te zijn.
Maar waarom? Wat is er nu precies misgegaan in de afgelopen decennia waarin de Volkskrant ‘pannekoek’ schreef zonder tussen-n? Dat wordt niet duidelijk. Het argument is: wij willen pannenkoek schrijven omdat iedereen dit doet. Als taal inderdaad zo’n rommeltje is, ‘net als de mens zelf’, waarom zou je haar dan in detail willen regelen? We hijsen de mens toch ook niet meer in een korset?
Frits zegt
Teleurstellend.
Anneke Neijt zegt
Het heeft me altijd verbaasd dat de tussen-n meer commotie veroorzaakte dan de spelling van de bastaardwoorden. Mogelijk omdat de tussen-n een relatief gemakkelijk onderwerp is. Over standaardisatie van de spelling, discussieerden we al eerder. Die laatste vraag “Als taal inderdaad zo’n rommeltje is, ‘waarom zou je ‘net als de mens zelf’, waarom zou je haar dan in detail willen regelen? We hijsen de mens toch ook niet meer in een korset?” suggereert dat de spelling niet gestandaardiseerd zou moeten worden. Mijn visie is, dat standaardisatie (a) snelheid van schrijven en lezen bevordert, dus nuttig is vanuit efficiëntie-overwegingen, (b) nodig is voor het leren spellen op de school en (c) een standaard de mogelijkheid schept om daarvan af te wijken. Dus creatief te worden. Als je afwijkt van de norm dan heeft dat wellicht een bedoeling, met een spelling kun je ook een betekenis overdragen. Het onderwijs moet ervoor zorgen dat er van de spelling geen knellende werking uitgaat.
Gaston Dorren zegt
(d) erg handig is bij het opzoeken van allerlei zaken, zowel met zoekfuncties als alfabetisch. Overigens ben ik van mening dat spellingregels minder belangrijk zouden moeten zijn (ook in mijn eigen hoofd), maar ik zou inderdaad niet zonder willen.
Marc van Oostendorp zegt
(a) Het is een misverstand om te denken dat er geen eenheid van woordbeeld is zonder regels. Ook zonder expliciete standaardisatie zal de overgrote meerderheid van de mensen TREIN schrijven in plaats van TRIJN. Ik ben er ook niet tegen dat deze communis opinio op school wordt onderwezen, maar wel dat daarna mensen neerkijken op anderen die toch TRIJN schrijven. De meeste spellingdiscussie gaat echter over dusdanig kleine details dat je je kunt afvragen of alle moeite die je moet steken in *iedereen* de zogenaamd ‘correcte’ spelling aan te leren wel opweegt tegen de minimale efficiëntiewinst die je later zou opdoen. Was de Volkskrant de afgelopen jaren inmiddels echt lastiger leesbaar geworden dan NRC?
(b) Dit lijkt me circulair: spellingregels zijn nodig omdat je anders op school geen les kunt geven in spellingregels. Zoals ik hierboven al zeg, lijkt het me op zich logisch dat je kinderen aanleert hoe de meeste mensen het doen. Maar daarbij hoef je niet in detail te treden.
(c) Dit vind ik een heel curieus voordeel. Alle kinderen in een korset hijsen heeft het voordeel dat het betekenis krijgt als je tornt aan het korset? Bovendien blijft er natuurlijk zoiets bestaan als ‘zoals de meeste mensen het doen’, waarvan een ieder naar hartelust kan afwijken.
(d) Tja. Ik zoek eerlijk gezegd zelden iets op in een alfabetische lijst, maar in het onderhavige geval zou de veronderstelde vorm pannekoek heel dicht in de buurt staan van pannenkoek. En de meeste zoekmachines die ik ken, kunnen inmiddels behoorlijk fuzzy zoeken.
Als ik heel eerlijk ben, vind ik al deze veronderstelde voordelen er een beetje met haren bijgesleept, ze klinken een beetje post hoc, alsof een toch al bestaande voorkeur gerationaliseerd moet worden.
Anneke Neijt zegt
Inderdaad,, Gaston. En misschien vind je het leuk om te weten dat er interessant experimenteel onderzoek is gedaan naar de snelheid van herkenning van woorden door Anna Bosman en collega’s waar ik aan moest denken toen ’trein’ en ’trijn’ langskwamen in de reeks reacties bij dit stuk Proefpersonen zijn aanmerkelijk trager in hun reactie als ze ‘gijt’ lezen in plaats van ‘geit’.. Dat effect verdwijnt dan al weer snel. Na ongeveer zeven keer zijn de proefpersonen gewend aan ‘gijt’. Wat de bevindingen van dit experiment betekenen voor gewoon een tekst lezen, zou nog eens uitgezocht moeten worden. Voorlopig is mijn conclusie dat standaardisatie nuttig is én dat het helemaal niet erg is om de spelling te vereenvoudigen. Het kost even moeite voor mensen die aan de oude spelling gewend zijn, maar een veranderde spelling went snel.
Frans de Graaf zegt
Marc van Oostendorp gaat weer ouderwets uit zijn dak in zijn kritiek op mensen die strenger tegen spelling aan kijken dan hij en verliest daarbij allerlei nuances uit het oog.
Enkele opmerkingen.
Volgens mij beweert Klok wèl dat de taal, en dus ook de voorgeschreven spelling, tegelijkertijd logisch is en historisch gegroeid, en tradities bevat. (Bewijst het in lucht hangende ‘impliciet’ in Oostendorps stukje niet dat het in te grote haast of opwinding is geschreven?)
Waarom niet eenvoudig geschreven dat taal bestaat uit conventies die soms wel en soms niet stroken met de de ijzeren regels van de logica?
Mensen hebben meningen over goed en slecht taalgebruik. Dat kun je onzinnig en onwetenschappelijk vinden, maar dat doet aan dit feit niets af. Als je een taalelement beschrijft waarover wijdverbreide controverses bestaan, is je beschrijving pas volledig als je ook die controverses beschrijft. Denk aan de verschillen van mening die er bestaan over als/dan, dubbele ontkenningen, ‘hele’ als bijwoord, enkelvoud of meervoud na ‘zowel …als’ enz.
Sommige dingen worden nog steeds door velen fout gevonden, zoals schendingen van het traditionele dt-gebruik of ‘wat’ gebruikt als betrekkelijk voornaamwoord zoals Cruijff dat deed.
Je kunt dat als persoon onbelangrijk vinden, maar als raadgever of wetenschapper niet. Desgevraagd zeggen veel werkgevers dat zij sollicitatiebrieven met veel taalfouten erin meteen opzij leggen, omdat ze getuigen van incompetentie, slordigheid of gebrek aan respect voor de aangeschrevene. Geschreven teksten met fouten tegen de traditionele regels erin tasten bij veel lezers het vertrouwen in de kwaliteit ervan aan. Wie een taal onderwijst is daarom moreel verplicht zijn studenten te vertellen welke schrijfwijzen het meeste gezag hebben. Een leraar die zegt dat allemaal niks uitmaakt, zou ik voor mijn kinderen niet willen.
Het lijkt mij dat als er een nieuwe spelling wordt uitgebracht (ik durf bijna niet ‘vastgesteld’ te zeggen), het gemak van de speller het best gediend is met consistentie en regels met zo min mogelijk uitzonderingen. Ik begrijp daarom niet waarom de Woordenlijst zonnestelsel en Koninginnedag schrijft, maar ook zielenheil en hartenpijn, terwijl er toch in alle gevallen gedacht wordt aan één exemplaar in het eerste deel van de samenstelling. Het verzet tegen pannenkoek, hoe koddig ook, berust op hetzelfde bezwaar. Een pannenkoek wordt maar in één pan gebakken. Ook het weglaten van de tussen -n als een woord twee meervouden, met -s en -n, heeft (gedachten en gedachtes, dus gedachtegoed), lijkt mij gespeend van – het hoge woord moet eruit – logica.
Marc van Oostendorp zegt
1. U heeft het stukje misschien te veel in haast of grote opwinding gelezen, maar er hangt geen enkel ‘impliciet’ in de lucht. Uw vraag of ‘waarom dit of dat niet ‘eenvoudigweg’ geschreven’ begrijp ik niet – gaat dat over Klok?
2. Ik zeg toch niet dat je niet moet beschrijven dat er ‘controverses’ zijn? Natuurlijk moet je dat; en natuurlijk leer je kinderen bepaalde conventies aan (dat we in het Nederlands ‘ei’ schrijven en dan niet ‘ee-ie’ zeggen, maar dezelfde klank maken die soms met ‘ij’ geschreven wordt). Er is alleen geen enkele reden om over ieder detail (pannekoek/pannenkoek) een knoop te willen doorhakken. Ik heb nog nooit een goede reden gehoord waarom dat belangrijk zou zijn.
3. U zegt dat docenten moreel verplicht zijn om hun leerlingen voor te bereiden op het feit dat ze later mensen zoals u tegenkomen die enorm belang hechten aan spelling. Ik ben het daarmee eens, in ieder geval voor de huidige generatie, omdat die inderdaad nog met veel vooroordelen geconfronteerd zal worden. Maar ik zou ze daarbij vooral op het hart willen drukken dat zelf vooral nooit andere mensen moeten veroordelen op het al dan niet opvolgen van zinloze, arbitraire regels. Dat ze dus niet moeten worden zoals u.
Voorstanders van correcte spelling komen altijd (echt altijd) aan met sollicitatiebrieven, en eigenlijk nooit met iets anders, alsof het een belangrijke functie van het onderwijs is om mensen zo goed mogelijk door de sollicitatieprocedure te slepen. Hoeveel van die brieven schrijft een mens gedurende zijn leven? Twintig? Moeten we daar het onderwijs op inrichten? Moeten we dan ook geen aandacht besteden aan andere aspecten van dat proces – bijvoorbeeld welke kleren te dragen naar een gesprek? Want daar wordt ook vast op gelet.
Een personeelsfunctionaris die brieven met ‘spellingfouten’ terzijde legt, doet zijn werk niet goed, want die gooit daarmee mogelijk de brieven van heel interessante kandidaten weg op oneigenlijke gronden en berokkent zijn bedrijf daarmee schade. Dat lijkt me óók iets om aandacht te besteden in het onderwijs: het is heel onverstandig om andere mensen te beoordelen op hun spelling. (Dit even los van het feit dat sollicitatiebrieven steeds vaker vervangen worden door andere vormen, zoals video’s: moet daarom de uitspraak nu ook tot in het absurde worden gereguleerd om luie personeelsfunctionarissen een reden geven om goede kandidaten ongezien terzijde te schuiven?)
Frank van der Meer zegt
Marc van Oostendorp: dat is ad hominem: “dat ze dus niet moeten worden zoals u”. Dan is “het ouderwets uit zijn dak gaan”, zoals Frans de Graaf over u schrijft, wat specifieker, hij betrekt niet uw gehele persoon erbij. Gepassioneerd schrijven: zeker. Graag zelfs. Maar op de persoon spelen helpt u niet om anderen voor uw standpunt te winnen.
Nog iets: ik kijk – hoop ik – niet op iemand neer, als hij of zij trijn schrijft in plaats van trein. Misschien kon de trijnschrijver niet zo goed leren, maar is hij wél een uitstekende schoonmaker en levert daarmee een goed aantoonbare bijdrage aan de samenleving, wellicht een grotere bijdrage dan vele consultants. Anderzijds zou ik een sollicitatiebrief voor een ‘hogere’ functie waar veel lees- en schrijfwerk moet worden verricht, ook snel terzijde leggen wanneer er veel taalfouten in staan.
Marc van Oostendorp zegt
Ik denk niet dat het een ad hominem is. Een ad hominem-argument betekent dat je de validiteit van een standpunt in twijfel trekt vanwege de persoon die het naar voren brengt, maar dat is hier niet het geval.
Het argument van De Graaf is circulair en misschien ad verecundiam: spellingsregels moeten gehandhaafd worden omdat er mensen zijn die het belangrijk vinden dat spellingregels gehandhaafd blijven. En De Graaf is zelf zo iemand, ik neem aan dat hij dit zelf niet zal ontkennen. Je kunt ieder bezwaar tegen een argument dat iets waar is ‘omdat ik het zeg’ een ad hominem noemen, maar ik geloof niet dat dit ons vooruit helpt.
Een en ander gaat overigens ook voor u op: ook uw argument is dat u zelf bepaalde brieven terzijde zou leggen. U zegt dus dat mensen zich aan spellingregels moeten houden omdat ze mogelijk mensen tegenkomen zoals u. U werpt zichzelf dus op als autoriteit naar wie anderen zich moeten voegen. Maar ik zeg dat u daar verkeerd aan zou doen, ook voor ‘hogere functies’. Alleen wanneer u iemand zoekt die als taak heeft om perfect te spellen is er een goede reden voor.
Koen Geenens zegt
Dan geldt dat toch ook voor iemand die zich tijdens het sollicitatiegesprek onbeschoft gedraagt, beledigend antwoordt, opzichtig in zijn neus peutert, hardop boert etcetera: best mogelijk dat hij geschikt is voor de ‘hogere functie’ waarvoor hij solliciteert, maar ik zou hem toch afwijzen, bijvoorbeeld door hem te wijzen op elementaire fatsoensregels. Als ik me daardoor opwerp als ‘autoriteit naar wie anderen zich moeten voegen’, dan is dat maar zo.
Marc van Oostendorp zegt
Er zijn twee verschillen. In de eerste plaats lijkt mij ‘pannekoek’ schrijven in plaats van ‘pannenkoek’ (of vice versa) niet van dezelfde orde als onbeschoft gedrag; het lijkt me toch meer in de orde van een stropdas omdoen of niet. En in de tweede plaats zijn aan al die andere dingen geen gedetailleerde wetten gewijd.
Bob van Dijk zegt
Volgens mij worden elektronisch getypte sollicitatiebrieven vrij automatisch gespellingcheckt. Het woord trijn is dan ook geen goed voorbeeld (hoewel ik dat niet gecontroleerd heb).
Beter ware het overigens om als hr-persoon te letten op een consistente verhaallijn in zo’n brief.
En ten laatste: ik vind dat Pieter Klok een duidelijk en dapper standpunt naar voren heeft gebracht, waarvoor hulde. Niet zo wham-bam (ver)oordelen dus.
Marc van Oostendorp zegt
‘Dapper’ vind ik wel een heel wonderlijke kwalificatie. Ik heb nog nergens gelezen dat er bezwaren waren tegen dit standpunt. Sterker, ik vermoed dat vrijwel geen enkele lezer weet had van het feit dat de krant de ‘witte spelling’ aanhing, laat staan dat er mensen zijn die daar heel erg aan gehecht waren.
Robert Kruzdlo zegt
Iemand die ik aardig vind neem ik al zijn nare kanten, alles. Als ik iemand niet aardig vind schrijf ik over zijn nare kanten, over zijn domme dingen. Maar dan maak je je niet populair. Vandaar dat ik het niet zo vaak doe, maar om hier te spreken dat een persoon die een ander persoonlijk aanvalt, die vind ik een pannenkoek of een stroop-pannenkoek.