Wat betekenen de zinnen ‘de stok is recht’ en ‘de stok is krom’? Als je de betekenis van recht en krom logisch bekijkt, en daarbij rekening houdt met hoe onze wereld in elkaar zit, zou je moeten zeggen: ‘de stok is recht’ is nooit waar, want in iedere werkelijke stok zit wel ergens een buiging. En om dezelfde reden is ‘iedere stok is krom’ altijd waar en daarmee weinig informatief.
Allebei de woorden zouden zo bezien onbruikbaar moeten zijn, en toch worden ze naar ieders tevredenheid voortdurend gebruikt.
De Duitse taalkundige Alexander Dinges schreef een artikel voor het tijdschrift Linguistics and Philosophy over deze woorden (en verwante woorden zoals vlak en bobbelig en droog en nat – geen oppervlak is ooit helemaal vlak, geen sok helemaal droog. En toch hebben die woorden betekenis.
De meeste auteurs die zich over deze kwestie bogen zeiden dat je dit soort woorden moet begrijpen als ‘praten bij benadering’ (loose talk). Dat is iets wat we met getallen bijvoorbeeld vaak doen. Als ik zeg ‘Jan verdient 100.000 euro per jaar’, dan wordt niemand kwaad als het een paar euro meer of minder blijken te zijn.
Dat klinkt niet implausibel. Toch zijn er wel problemen met zo’n opvatting, zegt Dinges. Voor de zin ‘de stok is recht’ kun je misschien nog zeggen dat het betekent dat de stok ongeveer recht is, dat het alleen een kwestie is van wat curves negeren. Maar ‘de stok is krom’ betekent niet ‘de stok is ongeveer krom’ (dus: een beetje krom), maar meestal juist: de stok is behoorlijk krom.
Dinges stelt daarom voor de zin anders te bekijken.De betekenis is er altijd één in context, en de ‘recht’-zin betekent ongeveer: ‘de stok is recht genoeg in de context waarover we nu spreken’. Als we het over wandelstokken hebben, zijn de eisen voor rechtheid hebben anders dan als we het over rekstokken hebben. Afhankelijk van de context zijn we dus geneigd bepaalde krommingen wel of juist niet te negeren.
Krom betekent het tegenovergestelde, dus ‘niet recht’: een stok is krom als hij dusdanig gebogen is dat hij niet meer als recht kan gelden in de huidige context.
Frits zegt
Ik ben heel gelukkig met de zinsnede “Als je (…) rekening houdt met hoe onze wereld in elkaar zit …” Ik hoor vrijwel uitsluitend nog “… in elkaar steekt.” De formulering met “zit” is een verademing!
Herma van den Brand zegt
Krom en recht van een oude stock in een andere context:
HET STOCKSKE
van
Joan van Oldenbarnevelt,
Vader des Vaderlants.
Myn wensch behoede u onverrot,
O STOCK en stut, die, geen’ verrader,
Maer ’s vrydoms stut en Hollants Vader
Gestut hebt op dat wreet schavot;
Toen hy voor ’t bloedigh zwaert most knielen,
Veroordeelt, als een Seneka,
Door Neroos haet en ongena,
Tot droefenis der braefste zielen.
Ghy zult noch, jaeren achter een,
Den uitgangk van dien Helt getuigen,
En hoe Gewelt het Recht dorf buigen,
Tot smaet der onderdruckte steên.
Hoe dickwyl streckt ghy onder ’t stappen
Naer ’t hof der Staeten stadigh aen
Hem voor een derden voet in ’t gaen
En klimmen, op de hooge trappen:
Als hy, belast van ouderdom
Papier en schriften, overleende,
En onder ’t lastigh lantspack steende!
Wie ging, zoo krom gebuckt, noit krom!
Ghy ruste van uw trouwe plichten,
Na ’et rusten van dien ouden stock,
Geknot door ’s bloetraets bittren wrock:
Nu stut en styft ghy noch myn dichten.
J. V. Vondel.