Twee schokjes, toen ik gisterenmiddag wat nieuws las op de website van de NOS. Eerst vanwege de inhoud van het bericht: weer een baby geheel onnodig overleden aan kinkhoest, al de vijfde dit jaar. Maar daarna toch ook een naschokje vanwege het woord dat de omroep gebruikte om die tragedie te omschrijven: voorkombaar.
Dat is een woord dat je sowieso niet vaak leest, maar ik zou hier zeker voorkoombaar zeggen, met een lange o. Verbaasd zocht ik het op de woordenlijst van de Taalunie (de lijst die ten grondslag ligt aan het Groene Boekje), maar die kent alleen voorkombaar:
Andere afleidingen met baar van werkwoorden die eindigen op komen hebben wel koom, ook volgens de Woordenlijst: overkoombaar, onontkoombaar. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal heeft voorkombaar noch voorkoombaar.
Een kleine. volkomen onwetenschappelijke enquête onder collega’s liet zien dat ook zij vaak voorkoombaar zouden zeggen en de NOS-kop gek vonden; hoewel sommigen ook wel voorkombaar kenden. Een al even onwetenschappelijke enquête op Mastodon bevestigde dat:
Het lijkt mij dat de Woordenlijst het in dezen dus bij het verkeerde eind heeft en dat, gezien de parallellie met andere woorden op –koombaar en de voorkeur van de meeste sprekers op zijn minst voorkoombaar ook een plaatsje verdient.
Alleen zijn we er daarmee nog niet, want eigenlijk is de kop van de NOS ook met voorkoombaar nog steeds een beetje vreemd:
- Vijfde baby overleden aan voorkoombare ziekte.
Sommige mensen suggereerden dat je beter zou kunnen zeggen ’te voorkomen ziekte’, maar dat vind ik ook niet helemaal goed klinken. De site heeft het probleem inmiddels opgelost door de hele kwestie of de ziekte nu wel of niet voorkomen kan worden niet langer expliciet te maken:
Henk Wolf zegt
Bij andere werkwoorden zonder duidelijke synchrone stam speelt hetzelfde. “Een goed mepbare bal” is voor mij veel acceptabeler dan “een goed slabare bal” of “een goed slaanbare bal”. “Een goed hoorbare/voelbare/ruikbare bloem” is veel acceptabeler dan “een goed ziebare bloem” of “een goed zienbare bloem”. Misschien heb je wel gevonden dat de bestaande woorden met -kom- of -koom- erin allemaal gelexicaliseerd zijn en dat door het ontbreken van een echte stam nieuwe afleidingen niet mogelijk zijn.
Wat daar ook voor pleit, is dat ik “in foarkombere sykte” in het Fries onproblematisch vind. Het Friese “komme” heeft in tegenstelling tot het Nederlandse “komen” wel een duidelijke stam (“-kom-“), die je in het hele tegenwoordigetijdsparadigma en in afleidingen en samenstellingen kunt gebruiken.
Het WNT heeft overigens wel ‘onvoorkombaar’.
Maarten van der Meer zegt
Er is ook nog “voorkomelijk”.