Wat is de woordsoort van welkom in de zin “Welkom in Europa!” uit het songfestivalliedje Europapa? Die vraag stelde kortgeleden een stagelopende student in de Facebookgroep Leraar Nederlands. Dat leverde een aantal wrevelige reacties op van zittende leraren, die vonden dat de stagiair wel even had mogen googelen. Ze plaatsten screenshots van online-naslagwerken, maar zonder toelichting. Die naslagwerken vertelden dat welkom in het Nederlands als bijvoeglijk naamwoord, als bijwoord, als zelfstandig naamwoord en als tussenwerpsel voorkomt. Niet een van die boos knip-en-plakkende leraren vertelde de arme stagiair alleen hoe ie nou moest uitmaken welke van die woorden welkom er nou in dat liedjeszinnetje zat.
En dat is ook geen eenvoudige kwestie. Laat ons de vier opties uit de naslagwerken eens bijlangs gaan.
Op woordenboeksite woorden.org staat bij het tussenwerpsel welkom de voorbeeldzin “Welkom in Nederland!” Die is natuurlijk net zo opgebouwd als de songfestivalzin, dus je kunt met een beroep op autoriteit zeggen dat welkom ook daar een tussenwerpsel moet zijn. Alleen: tussenwerpsels worden in gezaghebbende naslagwerken zoals de ANS beschouwd als woorden die buiten het zinsverband staan. In de songfestivalzin lijkt “in Europa” op een plaatsbepaling bij welkom. Dat lijkt op inhoudelijke gronden de benoeming als tussenwerpsel uit te sluiten.
Als “Welkom in Europa!” een zin is met een bepaling, dan is het de vraag hoe die zin in elkaar zit. Je zou kunnen denken dat het een zin is met een bijvoeglijk naamwoord welkom als gezegde, dat betrekking heeft op de aangesproken persoon. Wat de betekenis betreft is dat plausibel, maar kan het Nederlands dat soort zinnen bouwen? Ik kan er geen bedenken, synonieme bijvoeglijke naamwoorden lenen zich in elk geval niet voor zo’n constructie. Kijk maar:
Als de zin een beschrijving is (zoiets als “Je bent welkom in Europa!”), wat ie historisch wel is, zou je verwachten dat “Graag gezien in Europa!” mogelijk zou moeten zijn, maar voor mij wil dat niet. Als de zin een wens is in de gebiedende wijs (zoiets als “Wees welkom in Europa!”), dan zou “Gewild in Europa!” ook moeten kunnen. Voor mijn taalgevoel is dat echter uitgesloten. Zou de zin een wens in de aanvoegende wijs zijn (zoiets als “Moge je welkom zijn in Europa!”), dan zou “Gewenst in Europa!” moeten kunnen en dat wil voor mij ook al niet.
Ik kan ook wel “Welkom in Europa jij!” zeggen en zo’n zin met een achteropgeplaatst onderwerp wil niet goed bij vergelijkbare zinnen met een bijvoeglijk naamwoord als gezegde: “Blij met je cadeautje jij!” is volgens mij uitgesloten. Verder kun je het bijvoeglijk naamwoord welkom makkelijk ontkennen tot onwelkom, maar “Onwelkom in Europa!” wil niet.
Tenzij ik andere bijvoeglijknaamwoordconstructies over het hoofd zie, is de benoeming van welkom als bijvoeglijk naamwoord dus ook niet erg voor de hand liggend. Is het dan een zelfstandig naamwoord, zoals de site redekundig.nl weet te vertellen? Die vertelt er meteen bij dat zelfstandige naamwoorden vergezeld kunnen gaan van een lidwoord. Nou is “Het welkom in Europa!” of “Een welkom in Europa!” volgens mij uitgesloten. Bovendien kun je “Hartelijk welkom in Europa!” of “Van harte welkom in Europa!” zeggen, met de graadversterkers hartelijk en van harten, die niet bij zelfstandige naamwoorden voorkomen, maar bij bijwoorden en werkwoorden.
Een werkwoord is welkom niet, al is z’n voorganger welkomen of wellekomen wel zo ontstaan. Ook welgekomen, dat in Vlaanderen wordt gebruikt, is mogelijk nog werkwoordelijk. Maar welkom is dat uiteraard niet meer.
Is welkom dan een bijwoord? Dat lijkt me de plausibelste benoeming. Het is dan een bijwoord dat als naamwoordelijk gezegde wordt gebruikt. Zulke bijwoorden kunnen een bepaling bij zich krijgen. Denk maar aan “Weg uit mijn tuin!” en “Terug in je hok!” Die hebben wel het karakter van een bevel, wat “Welkom in Europa!” niet heeft, dus de overeenkomst is niet volmaakt. Wel laten ze een achteropgeplaatst onderwerp toe: “Weg uit mijn tuin jij!” is volgens mij prima Nederlands. In die zin lijkt de zin ook op “Welkom in Europa (jij)!”
Iemand wierp nog tegen dat je wel welkom in graad kunt verhogen, terwijl dat met weg niet kan: “Compleet weg uit mijn tuin!” klinkt raar, terwijl je wel “Hartelijk welkom in Europa!” kunt zeggen. Dat lijkt me echter geen sterke tegenwerping, want in gewone mededelende zinnen kun je welkom op allerlei manieren in graad verhogen: “Je bent heel/zeer/bijzonder welkom!”, terwijl je in de songfestivalzin alleen van harte en hartelijk als graadverhogers kunt gebruiken. “Zeer welkom in Europa!” wil volgens mij niet.
Iemand anders wierp tegen dat bijwoorden geen trappen van vergelijking zouden hebben, terwijl je wel “De een is welkomer dan de ander” kunt zeggen. Dat is geen steekhoudend tegenargument, je hebt immers genoeg bijwoorden die trappen van vergelijking hebben, denk aan: “De ene vergadering is gauwer dan de andere”, “Het ene soort evenement is vaker dan het andere” of “Het ene land is dichterbij dan het andere”. Wat dat betreft is het bijwoord welkom niet uitzonderlijk. Maar dat doet er voor de songfestivalzin natuurlijk niet toe, daarin is er geen andere dan de stellende trap mogelijk: “Welkomer/Welkomst in Europa!” wil niet.
Dus op dit moment zou ik zeggen dat de benoeming van welkom in “Welkom in Europa!” als bijwoord het plausibelst is. Wie een beter verhaal heeft, moet het maar vertellen.
Anneke Neijt zegt
Voor mij is Welkom in Europa de verkorte vorm van Ik heet je welkom in Europa. Welk label je dan op ‘welkom’ drukt? Dubbel verbonden bepaling? Rest van het ww-gez? Bij woordbenoeming kom je dan uit bij bijwoord. In ‘een welkome verrassing’ is het een bnw.
Henk Wolf zegt
Hoe weet je dat “Welkom in Europa” een verkorting is van “Ik heet je welkom in Europa”?
Anneke Neijt zegt
De context maakt duidelijk dat ‘ik’ en ‘jij’ erbij betrokken zijn. Vandaar dat bij mij die parafrase komt bovendrijven.
Henk Wolf zegt
Maar je had het hierboven niet over een parafrase, maar over een syntactische analyse van “Welkom in Europa” als verkorting van “Ik heet je welkom in Europa”.
Anneke Neijt zegt
Ik ga ervan uit dat je de zinsdelen van een ellips benoemt zoals in de volledige zin. Bij ‘Ik eet appels en Jan peren’ blijven ‘Jan’ en ‘peren’ het ow en lvw. En via zinsontleding ga ik naar woordsoortbenoeming. In een toespraak kun je beginnen met ‘Welkom allemaal’ en dan bedoel je het meer omslachtige, meer formele, ouderwetsere ‘Ik heet jullie allemaal van harte welkom’. Ik heb de opening van het lied op die manier opgevat, alsof de zanger een publiek toesprak.
Henk Wolf zegt
Tuurlijk kun je de zinsdelen van een ellips benoemen zoals in de volledige zin, maar hoe kom je erbij dat die volledige zin “Ik heet je welkom in Europa” zou moeten zijn en niet “Wees welkom in Europa” of een van die andere opties die ik hierboven heb besproken? Je kunt uit de mogelijkheid van semantische parafrasering toch zomaar geen conclusie over de syntaxis trekken?
Anneke Neijt zegt
De parafrase moet passen in de context. ‘Welkom in Europa’ als titel van een boek over de hartelijke of vijandige manieren waarop je welkom geheten wordt in Europa zou de verkorte vorm kunnen zijn van ‘Het welkom in Europa’ en dan is ‘welkom’ een znw. Het gaat inderdaad om welke interpretatie je aan zo’n korte uiting toekent. Je kunt dat ‘zomaar’ toekennen noemen, want de ontvanger van de boodschap bepaalt hoe de boodschap aankomt.
Henk Wolf zegt
Op andere plaatsen beweren mensen met even grote stelligheid dat “Welkom in Europa!” een verkorting zou zijn van “Wees welkom!” en van “Je bent welkom in Europa!”. Op grond van de semantiek hebben die volgens mij net zozeer een punt als jij. Je zult toch syntactische argumenten moeten hebben om die opties te kunnen verwerpen.
Anneke Neijt zegt
Ik vind ‘wees welkom in Europa’ ook een goede parafrase. Of misschien is de bedoeling geweest ‘ik ben welkom in Europa’ (want Europa is mijn papa). Heel vaak is een lyrische uiting met opzet dubbelzinnig.
Mijn opmerkingen beogen te benadrukken dat je de uiting moet uitbreiden om een syntactische analyse te kunnen maken. Op basis van alleen maar X PP (welkom = X, in Europa = PP) kun je niet beslissen wat de woordsoort van X is. Zinsontleding van dit korte stukje leert je alleen dat X de kern moet zijn van het geheel. In de moderne taalkunde mag je dan kiezen uit vier (N, A, P, V). En, zoals jij concludeert, het zal wel A zijn in dit geval (bnw of bijw). Het verschil van inzicht is waarschijnlijk: mag je de pragmatiek erbij betrekken? De functie van de uiting in de context? En mag je parafraseren om het syntactische verband te verduidelijken? Ik beantwoord die vragen met ja. In moeilijke gevallen probeer ik parafrases uit. Syntactische analyse met als doel de semantiek boven water te halen.
Berthold van Maris zegt
Je kunt welkom hier eventueel ook zien als een tussenwerpsel, net als bedankt en o wee, in zinnen als:
Bedankt voor de mooie bloemen.
O wee als je dat deed.
Tussenwerpsels kunnen soms het uitgangspunt vormen van een zinnetje.
M.Haverkamp zegt
Als ik naar Spaans kijk, zie ik dat het ook als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt.
enkelvoud – meervoud
bienvenido – bienvenidos (mannelijk)
eveneens als bijvoegelijk naamwoord
mannelijk/ vrouwelijk
bienvenido/ bienvenida/
enkelvoud/meervoud
bienvenidos, bienvenidas
En in het Frans
soyez le bienvenu( la bienvenue) Welkom/ wees welkom.
Peter-Arno Coppen zegt
Je redeneert nu het argument van ‘hartelijk welkom in Europa’ even weg door aan te voeren dat je geen andere graadbepaling hebt, maar dat ontslaat je natuurlijk niet van de plicht om te verklaren waarom ‘hartelijk’ dan wel erbij kan.
Zou je in ‘Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag’ dan ook ‘gefeliciteerd’ een bijwoord noemen? En ‘sterkte’ of ‘succes’ in ‘Veel sterkte en succes met dit standpunt?’
Je voornaamste reden om van een bijwoord te spreken is je vergelijking met ‘weg’ en ‘terug’, maar die hebben allebei een richtingsbepaling, terwijl ‘in Europa’ een plaatsbepaling is.
Het WNT besluit tot tussenwerpsel ongetwijfeld die naar analogie van ‘vaarwel’ en ‘hallo’ die als losse uitroep eigenlijk geen zinsverband hebben (hoewel je ook zeker ‘hallo daar!’ hebt, wat ‘hallo’ echter niet meteen iets anders maakt)
Ik wijs er ook nog maar even op dat er grammatici zijn geweest die bijvoeglijke naamwoorden die als naamwoordelijk gezegde worden gebruikt in zijn algemeenheid ‘bijwoord’ wilden noemen. Daar zijn wel argumenten voor. In elk geval zou jouw keuze van ‘welkom’ een als bijwoord gebruikt bijvoeglijk naamwoord maken, want het kan natuurlijk zonder twijfel attributief gebruikt worden (‘een welkome aanvulling’ zou ik zeggen).
Ik heb niet meteen een betere redenering dat een andere benoeming beter is, maar dat neemt niet weg dat jouw redenering aan verschillende kanten rammelt. Het argument bijvoorbeeld dat je niet ‘Onwelkom!’ kunt zeggen lijkt me niet deugen. Het kan heel goed dat die uitroep alleen past bij de positieve betekenis van het woord (of je nou van weglating wilt spreken of niet). Je signalement van onder andere ‘welkom jij’ zou een argument zijn om ‘welkom’ als een naamwoordelijk deel te beschouwen, maar dan zou het dus eigenlijk ‘jij bent welkom’ zijn, en daar heb je weer wel ‘jij bent onwelkom’. Of zou je ‘onwelkom’ daar wel bijvoeglijk naamwoord noemen en ‘welkom’ in ‘jij bent welkom’ een bijwoord?
En over die vergelijking met ‘weg’ en ‘terug’: daar heb je ook de constructie ‘jij moet weg/terug’, maar ‘jij moet welkom’ kan niet. Dus zelfs je belangrijkste positieve argument voor die bijwoordbenoeming is wankel.
Henk Wolf zegt
Moeten verklaren dat een woord überhaupt een graadbepaling toestaat (wat bij “welkom” in “Welkom in Europa!” niet het geval is) is wat anders dan moeten verklaren waarom een woord in idiomatische verbindingen met een graadbepaling voorkomt. Omdat er maar twee mogelijkheden zijn, namelijk “van harte welkom” en “hartelijk welkom”, zou ik zeggen dat je geen structurele verklaring moet zoeken, maar dat het hier gaat om geïdiomatiseerde woordgroepen met een bijwoordelijke functie.
Vanwege die onmogelijkheid tot graadverhoging zou ik “welkom” hier niet als bijvoeglijk naamwoord willen beschouwen (eventueel geconverteerd tot bijwoord), want juist dan zou ik moeten verklaren waarom ik wel “Je bent zeer welkom in Europa!” kunt zeggen, maar niet “*Zeer welkom in Europa!”
Je bezwaar tegen de redenatie met “onwelkom” snap ik niet helemaal. Je kunt immers best tegen iemand zeggen: “Meneer, u bent onwelkom hier” of “We voelden ons onwelkom in dat gezelschap”. Als “welkom” een bijvoeglijk naamwoord zou zijn, dan zou je moeten verklaren waarom “Onwelkom in Europa!” dan niet wil.
Zeker heb je een richtingbepalend “weg”, maar je kunt ook “weg wezen!” zeggen, waarin “weg” een plaatsbetekenis lijkt te hebben. Dat je niet “Je moet welkom!” kunt zeggen, lijkt me juist op grond van de semantiek makkelijk te verklaren.
Lucas van Vloten zegt
Hoe een grammaticale beschouwing kan worden ingezet als politiek pamflet. Petje af! 🙂