(Vier Platen Test voor Vijftien Schrijvers)
Begin jaren dertig ontwikkelde professor dr. David van Lennep een psychologische test op basis van vier afbeeldingen: de Vier Platen Test (VPT). Deze zou inzicht geven in de motieven en interesses van jongeren die op zoek waren naar een passend beroep. Van Lennep kreeg met de jaren steeds meer bedenkingen bij de objectiviteit en betrouwbaarheid van de test die uiteindelijk in 2016 niet meer werd gebruikt. De schrijver, psycholoog, grafoloog en literatuurcriticus Manuel van Loggem gebruikte de test tussen oktober 1952 en december 1953 voor een heel ander doel. Hij nodigde vijftien schrijvers uit om op basis van de vier platen een verhaal te schrijven die hij vervolgens psychologisch zou interpreteren.
De vier afbeeldingen bestaan uit een tennisbaan, een slaapkamer met bed, een lantaarnpaal in de regen en een kamer met twee heren, waarvan de een staat en wijst en de ander zit en luistert. Voor de schrijfopdracht mochten de plaatjes in willekeurige volgorde in het verhaal worden verwerkt. De verrassende resultaten, met de handschriftversies in de bijlage, werden in 2022 gepubliceerd in de uitgave Vier platen Vijftien verhalen van de Nederlandse Stichting voor Psychotechniek.
Het zijn niet de minste schrijvers en dichters die op het verzoek van Van Loggem zijn ingegaan. Er zijn bijdragen van onder anderen Hella Haasse, Belcampo, J.C. Bloem, Lucebert, Gerard Kornelis van het Reve en Vasalis. Belcampo schrijft in tweeënhalve bladzijden een verhaal vanuit het beeld van de tennisbaan. Boekhouder Jan wil op de tennisbaan gelijk zijn aan zijn bazen. De ‘verrukkelijke mevrouw Eliane Bordius’ maakt deel uit van de ballotage en stemt voor Jan als nieuw lid. Typisch Belcampo om een erotische wending aan het verhaal te geven. Eliane, de vrouw van de ‘onmiddellijke chef’ van Jan, is niet ongevoelig voor de charme van de boekhouder, wiens vrouw trots is op de omgang van Jan met ‘de groten’. Op een nacht blijft het bed van Jan leeg. Maar het bed van mevrouw Eliane Bordius ‘bezweek schier in die nacht’. Jan krijgt ontslag. Zijn vrouw trekt zich terug in de familie en Jan vervalt tot een leven ‘in regen en sneeuw’ (zie plaatje lantaarn in de regen).
De dichters houden het kort, op Vasalis en Hendrik de Vries na. De dichter Bloem laat in tien regels enkele toeschouwers op de tennisbaan een verhaal vertellen. Bloem maakt van de gestalten op de afbeelding een moeder die haar zoon berispt. De melancholische aard van Bloem komt naar voren in de regen ‘tegen het licht van de lantaarn’. De zoon is het huis ontvlucht: ‘Het bed was leeg.’ Lucebert verwerkt de platen eveneens in tien regels. De zittende man in de kamer wordt ontslagen. ‘De crisis trad in.’ Maar in bed heeft hij opgewekte dromen, waarin hij leeft als een oosterse prins ‘die alsmaar champagne dronk en tenniste met goed onderhouden vrouwen’.
Adriaan Roland Holst heeft zelfs aan negen regels genoeg. Zijn verhaal begint ‘op de tennis-club’ waar ‘hij’ verliefd werd ‘op haar’. Maar ‘zij’ wordt door een ander ingepalmd: ‘’s Avonds stond hij doodongelukkig onder een lantaren in de regen, en ‘s nachts in bed lag hij wakker.’ De volgende morgen lucht hij zijn hart bij zijn moeder (zie plaat twee gestalten in de kamer) die zegt dat ‘de betreffende jonge dame geen knip voor haar neus waard was’. Een bed ontbreekt in het zeer korte verhaal met als happy end: ‘Later is hij waarschijnlijk gelukkig getrouwd en notaris geworden.’
Gerard Kornelis van het Reve neemt eveneens de kamer met de twee gestalten als uitgangspunt van zijn verhaal. In ‘het goedkope studentenhuis’ en ‘de grappen’, die hoofdpersoon Philip te berde brengt is Reve duidelijk te herkennen. Evenals in de beklemmende eenzaamheid na het vertrek van Rudy: ‘Hij kon ternauwernood spreken en was blij toen de trein zich in beweging zette.’ Op weg naar huis leunt Philip tegen een lantarenpaal ‘en liet de regen zijn gezicht doorweken’. De angst dat Rudy ‘geen brief’ zal sturen beheerst twee van de drie bladzijden van het verhaal. Philip haalt Rudy’s bed af en zet ‘zelfs de stoelen in een gewijzigde stand’. Alle sporen van Rudy’s bezoek worden uitgewist. Het is voorbij. Maar goed ook dat Rudy geen brief of kaart zal schrijven, dekt Philip zich in. Dat zou toch maar een ‘onbenullige’ tekst zijn op het ‘kinderachtige, kleine, gelinieerde briefpapier’, geschreven tussen ‘het staren over de zee en het tennissen op het tweede-klas dek’.
Reve heeft keurig de vier platen verwerkt in een psychologisch interessant verhaal. Maar van Loggem doet er nauwelijks iets mee in zijn boek De Psychologie van het drama (1960), waarin hij de schrijfopdrachten van vijf auteurs heeft verwerkt in de paragraaf ‘De Schrijver’ van hoofdstuk V ‘Identifikatie en projektie’. De titel zegt het al. Het verhaal van Van het Reve duidt Van Loggem als ‘direkte projektie’, waarin ook ‘de beschreven situaties uit de werkelijkheid zijn overgenomen’. Een substantieel deel van het ongecorrigeerde verhaal is in het boek afgedrukt. De naam ‘Rolf’ is doorgestreept en veranderd in ‘Rudy’. Reve was not amused. Hij besprak het boek De Psychologie van het drama in Tirade (februari 1961) vernietigend, onder de titel ‘Oude hoer is troef’. In zijn essay verwijt Reve psycholoog Van Loggem ‘pseudowetenschap en intellectuele oplichterij’.
Het initiatief van Van Loggem heeft wel veertien bijzondere verhalen opgeleverd, en een gedicht van Gerard den Brabander, bekend om zijn stevig drankgebruik:
Na zwaar debat
in bed. Dan ’t bad
en vlug naar kennissen
om wat te tennissen…
En ’s avonds, God geloofd, weer zat.
De plaat lantaarnpaal in de regen, mogen we aannemen, is verwerkt in ‘’s avonds’.
Alex Bunjes zegt
De VPT-essays van deze schrijvers bieden een nieuw perspectief om hen beter te leren kennen. Opname in hun biografieën zou dan ook heel nuttig zijn.