In dit artikel wordt ingegaan op kernwaarden van etniciteit, waarvan taal er één is. In sommige migrantengemeenschappen speelt het een grotere rol dan in andere. Smolicz introduceerde het begrip ‘ethnic core values’.
Kernwaarden van etniciteit: Waarom verdwijnt het Nederlands in emigratielanden zo snel?
Nederlanders die vertrokken zijn naar emigratielanden als de VS, Canada, Nieuw Zeeland en Australië staan bovenaan als het gaat om het tempo waarin ze overstappen op het Engels, de taal van het nieuwe land, ten koste van hun oorspronkelijke moedertaal, in dit geval het Nederlands. Onderstaande tabel is daar een illustratie van. Zowel oudere als meer recente overzichten laten veelal eenzelfde patroon zien: Nederland staat bovenaan en Vietnam onderaan.
Is het werkelijk zo simpel: Nederlanders (in den vreemde) geven niets om hun taal?
Kernwaarden van de Nederlandse etniciteit
De Poolse sociolinguïst Jerzy Smolicz (1935-2006) heeft in Australië veel onderzoek gedaan naar immigrantengemeenschappen en hij stelde vast dat etnische groepen kernwaarden koesteren die voor hen essentieel zijn om zich als volwaardig lid van de betreffende groep te kwalificeren. Deze kernwaarden zijn niet voor alle groepen dezelfde en hij vond dat de kernwaarden hiërarchisch ten opzichte van elkaar geordend zijn. In een artikel uit 1992 geeft hij voorbeelden van culturele waarden die de groepsidentiteit kunnen versterken, zoals een eigen taal, nationale dansen, muziek, bepaalde soorten voedsel, religie, familiestructuren, kunst, politieke organisatie, onderwijssystemen en traditionele gezondheidszorg. Deze culturele waarden zijn in wisselende mate belangrijk voor een etnische groep. Voor Nederlanders en Vietnamezen speelt de eigen taal in die hiërarchische ordening van kernwaarden blijkbaar een heel verschillende rol. Voor Nederlanders zijn andere waarden dan taal van meer belang terwijl het voor de Australische Vietnamezen bovenaan staat.
Welke waarden zijn dan belangrijk voor Nederlanders? Guus Extra bespreekt Smolicz’ kernwaarden van etniciteit in zijn afscheidsrede (2011):
(…) dat gezelligheid en aanpassing (assimilatie) behoren tot de kernwaarden van de Nederlands-Australische identiteit. Gezelligheid wordt binnenshuis in materieel en immaterieel opzicht gekoesterd en buitenshuis sterk gemist. (…) Aanpassing aan de omgeving wordt als belangrijke norm en waarde opgevat vanuit een Nederlands gewoonheids- en gelijkheidsideaal. Je moet gewoon doen en gewoon gevonden willen worden (…). Nederlandse Australiërs voelen zich eerder beledigd door diskwalificerende opmerkingen over hun Engels dan over hun Nederlands. Nederlandse Australiërs in Nederlands-Australische bejaardentehuizen houden van Nederlandse gezelligheid en Nederlands eten (kroketten en bitterballen), maar genieten van beide while speaking English. (Extra 2011, bl 47)
Nederlands-Australische informanten plaatsten het Nederlands onderaan een lijst wenselijke culturele waarden. Nederlandse ‘gezelligheid’ werd belangrijker gevonden en dat gold ook voor familiestructuur en familiewaarden, Nederlandse eetgewoonten en Nederlandse huiselijkheid. (Clyne en Pauwels, 1997). Bennett (1997) concludeerde dat tweede generatie Nederlands-Australische migranten geen relatie zagen tussen kennis van het Nederlands en Nederlandse etniciteit. Nederlands heeft vooral symbolische waarde en is geen taal voor alledag; het is handig is voor Nederlandse culturele begrippen die onvertaalbaar zijn (‘pakjesavond’).
Nederlanders in emigratiegemeenschappen lijken dus wel degelijk gehecht aan een Nederlandse identiteit maar dragen die niet via het Nederlands uit. Zo zijn er in Australië tijdschriften, deels online, gericht op de Nederlandse gemeenschap, met titels als Dutch Courier, of De Stuw. Het logo is een Nederlandse vlag, of een plaatje van een oud-Hollandse molen:
Wat opvalt is het gebruik van Nederlandse symbolen terwijl het taalgebruik hoofdzakelijk Engels is. Aan de andere kant van de wereld treffen we iets vergelijkbaars aan. De stad Holland (Michigan) is gesticht door Nederlandse immigranten. Wie via Google zoekt naar informatie over Holland, treft vooral veel foto’s van tulpen, molens en oudhollandse straatjes. Er is in Holland zelfs een heuse Sinterklaas-intocht. Echter: behalve ‘Kerstmarkt’ is er geen woord Nederlands te vinden. Het is duidelijk dat Holland een Nederlandse identiteit koestert waarbij geen rol is weggelegd voor de Nederlandse taal.
Heel anders is het in Nederland: hier staat het Nederlands sterk, zoals blijkt uit het door de Taalunie gepubliceerde ‘De Staat van het Nederlands’ (2021). Tweederde van de Nederlandse moedertaalsprekers van het Nederlands vindt het een mooie taal en men vindt bijna unaniem dat kinderen in Nederland Nederlands moeten beheersen. De conclusie is dat het Nederlands niet bedreigd wordt door het Engels, hoewel er zorgen zijn over toenemend gebruik van het Engels in het hoger onderwijs. Hoe dat te rijmen is met het sterk afnemend gebruik van Nederlands in emigrantengemeenschappen buiten Nederland zou een interessant onderwerp van onderzoek kunnen zijn.
Taal als kernwaarde van etniciteit bij twee migrantengemeenschappen in Nederland
Hoewel de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen in Nederland vergelijkbare migratiegeschiedenissen hebben en de leden hier voornamelijk als laag- of niet-geschoolde arbeiders zijn gekomen, gevolgd door hun families in het kader van gezinshereniging, zijn de kernwaarden van etniciteit heel verschillend. In de Turkse gemeenschap speelt het Turks een belangrijke rol. Wie Turks spreekt drukt daarmee trots op de Turkse achtergrond uit. De in Nederland opgegroeide tweede en derde generatie spreekt een mix van Turks en Nederlands. Groot is het contrast met de Marokkaanse gemeenschap waar leden van de tweede generatie nog maar weinig Arabisch of Berber spreken en de derde generatie vrijwel uitsluitend Nederlands. Volgens sommigen zou dit kunnen komen doordat sprekers van Marokkaans Arabisch en Berber elkaar doorgaans niet kunnen verstaan en daarom snel naar het neutralere Nederlands wordt gegrepen. Dit wordt echter tegengesproken door Bentahila (1983) die schreef over kernwaarden van etniciteit (zonder het ook zo te noemen): een vader uit een Berbersprekend bergdorpje had er mee moeite mee dat zijn naar de stad verhuisde dochter westerse kleding ging dragen dan dat ze na een paar jaar haar moedertaal niet meer kon spreken.
Hoewel er bij mijn weten geen vergelijkend onderzoek naar kernwaarden in de Turkse versus Marokkaanse gemeenschap is gedaan, zijn er observaties die op een groot verschil wijzen: er zijn niet veel Turks/Nederlandse rappers waarvan alle teksten voor een Nederlandstalig publiek helemaal te volgen zijn. De teksten van Murda, bijvoorbeeld, zijn Nederlands, of Turks, hier en daar vermengd met Engels. Marokkaans-Nederlandse rappers als Appa en Sjaak daarentegen gebruiken vrijwel uitsluitend Nederlands (straattaal) in hun teksten. Op YouTube zijn de commentaren onder hun video’s ook veelzeggend: Turks-Nederlandse rappers krijgen soms commentaar in het Nederlands maar veel vaker in het Turks; Appa en Sjaak krijgen uitsluitend in het Nederlands commentaar. Het zijn maar een paar voorbeelden maar ze illustreren wel onmiskenbaar de voor beide groepen zo verschillende waarden van de oorspronkelijke moedertalen. Voor meer details verwijs ik naar publicaties van Dorleijn en Nortier.
Bibliografie
- Bentahila, Abdelali. (1983). Language Attitudes Among Arabic-French Bilinguals in Morocco. Bristol: Multilingual Matters.
- Clyne, Michael en Anne Pauwels, A. (1997). Use, maintenance, structures, and future of Dutch in Australia. In Jetske Klatter-Folmer en Sjaak Kroon (red.), Dutch overseas. Studies in maintenance and loss of Dutch as an immigrant language. Tilburg: Tilburg University Press, 33-49.
- Dorleijn, Margreet en Jacomine Nortier. (2009). Van de hand en de handschoen: code en stijl als tweetalige opties voor jongeren met een Turkse en Marokkaanse achtergrond. In: Ad Backus, Merel Keijzer, Ineke Vedder en Bert Weltens (red.): Artikelen van de Zesde Anéla-conferentie. Delft: Eburon, 83-92.
- Smolicz, Jerzy. (1992). Minority Languages as Core Values of Ethnic Cultures. In Willem Fase, Koen Jaspaert en Sjaak Kroon, Maintenance and Loss of Minority Languages. Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins, 277- 305
- Taalunie: De Staat van het Nederlands 2021 https://taalunie.org/publicaties/205/staat-van-het-nederlands-publieksrapport-2021
Laat een reactie achter