• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Ende som sitten si bi wiven

12 januari 2025 door Marc van Oostendorp Reageer

Geschiedenis van het Nederlands in 100 literaire werken (22)

Elckerlyc, aan het eind van de 15e eeuw geschreven, is het allegorische verhaal van een man die hoort dat hij binnen een dag dood zal zijn, en dan wanhopig op zoek gaat naar wie hem op die barre tocht wil vergezellen. Hij krijgt nul op het rekest van onder andere zijn vrienden, die bij leven hem eeuwige trouw beloofd hebben, en zijn familie. Uiteindelijk vindt hij alleen de Deugd bereid, al is ze door verwaarlozing verzwakt dat hij eerst moet biechten.

De man heet Elckerlyc (iedereen) en de Deugd heet deugd, zoals de biecht Biecht heet. De personages zijn dus niet per se van vlees en bloed. Bijzonder voor dit middeleeuwse toneelstuk is dat ook God Zelf aan het woord komt en dus in Persoon op het toneel wordt gebracht. Zijn eerste woord is ick en hij is woedend:

Ick sie boven uut mijnen throne
Dat al dat is int smenschen persone
Leeft uut vresen, onbekent

Ik zie van boven op mijn troon
Dat alle mensen
Zonder godsvrucht leven, verblind.

Elckerlyc is een van de weinige Nederlandse werken die tot wereldliteratuur is doorgedrongen. Nog in de 21e eeuw, in 2006, bracht de beroemde Amerikaanse schrijver Philip Roth een roman uit, Everyman. Die is – losjes – gebaseerd op een Engelstalig toneelstuk Everyman uit ongeveer dezelfde tijd als Elckerlijc. Daarnaast verschenen er in de late middeleeuwen ook Latijnse vertalingen van het verhaal, Homulus en Hecastus..

De Latijnse versies zijn zoveel later verschenen (respectievelijk van 1536 en 1539) dat er weinig discussie over kan bestaan dat zij inderdaad vertalingen zijn. Over de relatie tussen Everyman en Elckerlyc is echter lange tijd gediscussieerd. De overeenkomsten tussen beide werken zijn zo groot dat het uitgesloten is dat ze onafhankelijk van elkaar zijn ontstaan. De vraag welk van de twee het origineel is en welk de vertaling, is echter lange tijd een punt van heel veel discussie geweest. (Ik gebruik verder voor dit stukje deze editie met het Engels en het Nederlands naast elkaar.)

Hoe toon je aan welk van twee werken de vertaling is van een ander? Bij gebrek aan uitgeverscontracten of kladversies moet je je toevlucht nemen tot vernuftige argumenten. Wie van dat soort vernuft houdt, kan zijn hart ophalen bij de Elckerlijc-literatuur. De meeste geleerden zijn momenteel er geloof ik van overtuigd dat Elckerlijc de oorspronkelijke tekst was. Het beste argument daarvoor komt uit de studie van het rijm. Het Nederlandse rijmpaar

Hier in desen aertschen leven
Die heilighe sacramenten seven

correspondeert met het Engelse

Here in this transitory lyfe for the and me
The blessed sacramentes seven there be,

In het Nederlands staan inhoudelijk cruciale woorden als leven en seven aan het einde van de regels, waar ze op elkaar rijmen. In het Engels staan de equivalenten lyfe en seven binnenin de regel, het rijm is hier een beetje een stoplap (me/be). Als het Nederlands de vertaling was, had de vertaler wel ontzettend veel geluk dat hij twee woorden kon vinden in de Engelse regels die precies rijmden. Het omgekeerde is waarschijnlijker: de Engelse vertaler merkte dat lyfe en seven niet rijmden, en moest toen de regels een beetje ombouwen om er alsnog iets van te maken.

Omdat dit soort rijmparen vaker voorkomen, en de redenering altijd dezelfde kant opgaat, is het waarschijnlijk dat de Engelse tekst een vertaling is van de Nederlandse.

Soms zit het ook een beetje ingewikkelder:

Ende som sitten si bi wiven
In onsuverheyt van liven

And some haunteth to womens company
With unclene lyfe as lustes of lechery

Hier zijn wiven (women) en liven (lyfe) die in het Nederlands zo goed rijmen, in het Engels binnen in de regel terechtgekomen, en in ieder geval company is een wel erg algemeen woord. De complicatie is hier dat liven niet leven betekent, zoals lyfe, maar lijven. Je moet hier dus aannemen dat de Engelse vertaler dat niet goed heeft gezien, of een ander, maar gelijkluidend woord heeft gekozen.

Zoiets geldt ook op het niveau van de vorm. In een fraai essay heeft de Nijmeegse letterkundige Antoon van Duinkerken in 1968 laten zien dat er aan het eind van Elckerlijc twee rondeel-achtige vormen na elkaar komen – het rondeel was een dichtvorm waarin je bepaalde regels op gezette tijden herhaald, en geliefd onder rederijkers, in het milieu waarin Elckerlijc waarschijnlijk is ontstaan:

Elckerlijc: “Ende merct hoet nu al van mi vliet:
Sonder mijn Duecht wil met mi varen.”

Duecht:
“Alle aertsche dinghen zijn al niet.”

Elckerlijc:
“Duecht, merct hoet nu al van mi vliet.”

Duecht:
“Schoonheyt, Cracht, Vroescap, dat hem liet,
Tgheselscap, die Vrienden ende Magen waren.”

Elckerlijc:
“Nu merct hoet nu al van mi vliet,
Sonder mijn Duecht, die wil mit mi varen.
Ghenade, Coninck der enghelen scharen,
Ghenade, Moeder Gods, staet mi bi.”

Duecht:
“Ic sal mi puer voer Gode verclaren.”

Elckerlijc:
“Ghenade, Coninck der enghelen scharen!”

Duecht:
“Cort ons die pine, sonder verswaren,
Maect ons deynde los ende vri.”

Elckerlijc:
“Ghenade, Coninck der enghelen scharen,
Ghenade, Moeder Gods, staet mi bi.

Naar het Engels is wat dit betreft bij mijn weten nooit gekeken, maar het is niet lastig om te constateren dat die vorm helemaal ontbreekt aan het Engelse equivalent:

Everyman:
“How they that I loved best do forsake me
Excepte my Good Dedes that bydeth truly.”

Good Deeds:
“All erthly thynge is but vanyté;
Beauté, Strength, and Discrecyon do man forsake,
Folysshe frendes and kynnesmen that fayre spake,
All fleeth save Good Dedes, and that am I.”

Everyman:
“Have mercy on me, God moost myghty,
And stande by me thou moder and mayde, holy Mary.”

Good Deeds:
“Fere not, I wyll speke for thee.”

Everyman:
“Here I crye God mercy.”

Good Deeds:
“Shorte oure ende and mynysshe our payne;
Let us go and never come agayne.”

Everyman:
“Into thy handes, Lord, my soule I commende,
Receyve it, Lorde, that it be nat lost.”

In dit geval is het natuurlijk niet helemaal uitgesloten dat een Nederlandse vertaler hier diens kans schoon zag om de tekst om te zetten in een populaire versvorm, vooral omdat de rondelen nu ook niet helemaal perfect zijn (Van Duinkerken wijst erop dat deze rondeelvorm zo verder niet voorkwam in de Nederlandse letteren van die tijd). Maar toch is de redenering andersom – de Engelse vertaler herkende het rondeel niet of maalde er niet om – waarschijnlijker.

Uiteindelijk is het misschien niet eens zo heel belangrijk welke tekst nu precies de vertaling is en welk het ‘origineel’. De vergelijking tussen het Engels en het Nederlands is nog op andere manieren interessant. Ze slaan bijvoorbeeld soms net een wat andere toon aan: het Nederlands is poëtischer en het Engels lijkt me speelbaarder op het toneel.

Wanneer Elckerlijc bijvoorbeeld voor het eerst ‘Het Goed’ opzoekt, zegt die:

Ick legghe hier in muten
Versockelt, vermost, als ghi mi siet,
Vertast, vervuylt. Ic en kan mi niet
Verporren, also ic ben tsamen gesmoert.
Wat wildi mi hebben?

Al die ver-deelwoorden op een rij hebben een bijzonder effect, net als het enjambement ‘ic en kan mi niet / verporren’. Bovendien klinkt dit allemaal nog eens door in de eerste woorden die Deugd later zal spreken:

Ick ligghe hier al verdwenen
Te bedde, vercrepelt ende al ontset.
Ick en kan gheroeren niet een let.
So hebdi mi ghevoecht met uwen misdaden.
Wat is u ghelieven?

In het Engels zijn dat soort taalspelen grotendeels verdwenen:

(Goods:) I lye here in corners trussed and pyled so hye,
And in chestes I am locked full fast,
Also sacked in bagges, thou mayste se with thyne eye.
I cannot stere, in packes low I lye.
What wolde ye have? Lyghtly me saye.

(Good Deeds:) Here I ly, colde in the grounde.
Thy synnes have me so sore bounde
That I cannot stere.

De Nederlandse teksten gebruiken rijkere en poëtischere beeldspraak, zoals “versockelt, vermost” (beschimmeld) voor Het Goed en “vercrepelt, ontset” (verschrompeld, van streek) voor De Deugd. Dit benadrukt de fysieke en emotionele toestand van beiden, en het legt een duidelijk verband. Maar de Engelse versie is makkelijker op het eerste gehoor te begrijpen, en ook wat levendiger. Waar de Nederlandse Goed vraagt ‘Wat wildi mi hebben?’ (Wat wil je van me), vraagt de Engelse, daarna nog ‘Lyghtly me saye’ (en snel een beetje).

In de literatuur lijkt men het erover eens dat de Engelse auteur ook wat theologische missers van de Nederlander heeft gerepareerd, maar mij lijkt dat de Engelse schrijver meer gericht is geweest op de toneelbezoeker en de Nederlandse op de lezer.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 15e eeuw, Elckerlijc, Geschiedenis van het Nederlands in 100 literaire werken, letterkunde

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Lucebert • Tajiri

Het licht is de liefde is niets
Een gat grijpt naar een ander gat
Het beeld bijt een beeld
De spiegel is bleek en bont

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

ALSOF IK ER NIET GEWEEST BEN

Ik stel er prijs op na ergens gelogeerd te hebben geen sporen achter te laten. Zo wordt logeren een soort inbreken – trouwens, het hele bestaan lijkt er op.

Bron: Barbarber, september 1969)

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

19 september 2025: Afscheidscollege Fred Weerman

19 september 2025: Afscheidscollege Fred Weerman

15 juli 2025

➔ Lees meer
1 juli – 15 september 2025: Over de grenzen van het boek

1 juli – 15 september 2025: Over de grenzen van het boek

11 juli 2025

➔ Lees meer
26 september 2025: Afscheid Peter-Arno Coppen

26 september 2025: Afscheid Peter-Arno Coppen

10 juli 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1830 Eelco Verwijs
sterfdag
1989 Willem Beuken
➔ Neerlandicikalender

Media

Inclusive Dutch: Between Norm and Variation

Inclusive Dutch: Between Norm and Variation

15 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

➔ Lees meer
Hoe je taal maakt en hoe taal je raakt

Hoe je taal maakt en hoe taal je raakt

14 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Marc van Oostendorp over prijs voor Neerlandistiek

Marc van Oostendorp over prijs voor Neerlandistiek

13 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d