Sterfdagen zijn kapstokken om herinneringen aan op te hangen. Maandag was het de 167ste sterfdag van Gerrit van de Linde, oftewel ‘De Schoolmeester’. In de schoolboeken die het vwo tegenwoordig gebruikt komt hij niet meer prominent naar voren. Toch hoort hij echt wel bij de schrijvers uit de negentiende eeuw die niet vergeten mogen worden. Het is nog maar kortgeleden dat vrijwel iedereen met een middelbare-school-opleiding de regel: ‘Een leeuw is eigentlijk iemand…’ kon aanvullen met ‘die bang is voor niemand’, of die dit wist ‘Een hond is vermaard/ Om zijn gezelligen aart/ En ’t kwispelen van zijn staart’. En die het grafschrift kon oprakelen: ‘Hier ligt Poot: Hy is dood’. Kom daar nu eens om.
Dus tijd om eens naar de kapstok te lopen. Daar hangt nog een recente herinnering aan. Ik ging naar Londen om in de Covent Garden de opera Andrea Chenier te bezoeken. Een adembenemende opera over de Terreurtijd in Frankrijk, over de opstandigheid van een dichter die aan het eind van de opera onder de guillotine komt, met zijn geliefde die zich vrijwillig bij hem aangesloten had. Maar dat terzijde.

Altijd als ik in Londen ben neem ik ook de metro naar Hornsey, een deel van Groot-Londen, waar het kerkhof ligt waar Gerrit van de Linde in 1858 begraven is. Van de toenmalige kerk St. Mary zijn alleen de fundamenten en de vloer bewaard gebleven, maar de dertiende-eeuwse toren staat er nog. Daaromheen graven die voor een deel gerestaureerd zijn. Er hangt een groot bord met daarop de namen van prominente doden. Daarop prijkt ook de naam van Gerrit van de Linde. Nu mag ik echt wel even mezelf complimenteren: dat is er gekomen nadat ik in 2004 voor de Hornsey Historical Society een lezing had gegeven over de markante schoolmeester, die in het historische Cromwell House in Highgate een progressieve school gesticht had.

Het kerkhof van Hornsey met de toren is een beschermd historisch monument. Er wordt door vrijwilligers gemaaid en gesnoeid, en de graven worden schoongehouden. Maar Gerrit van de Linde ligt op een stukje kerkhof dat tegen het onderhouden gedeelte aanligt en aan de natuur – dat wil zeggen hondenpoep, etensresten, bierblikjes – is prijsgegeven. Natuur betekent daar brandnetels en vlierstruiken.
Het graf is voor het eerst gefotografeerd door een student van mij in 1974: toen lag het er nog knap bij, maar inmiddels moet je er laarzen en een stevige snoeischaar voor hebben om het te ontdekken. Ondanks dus dat bord met prominente namen.
Ik was er 30 mei, vorig jaar. Ik had geen bloemen uit Londenstad meegenomen, denkend dat ik die wel in Hornsey kon krijgen. Maar tussen de vele winkels met Indiaas eten, tapijten, uitheemse kleding, sportbenodigdheden, kon ik geen bloemenwinkel vinden. Uiteindelijk vond ik in een winkel voor vloerkleden plastic tulpen. Ze waren afgeprijsd! Het leek me dat De Schoolmeester daar wel om zou kunnen lachen, dus ik kocht een bos tulpen en daarmee toog ik naar het graf. Het lag er desolaat bij. Hier ligt Gerrit van de Linde, dacht ik, wie zou hem hier nog vinden. Desalniettemin: na wat inspanning werd het weer enigszins fatsoenlijk. Maar terwijl in 1974 de ingebeitelde letters nog goed leesbaar waren, was dat nu niet meer zo.

En nu de moraal van het verhaal: deze week hebben mijn voormalige student Henk Eijssens en ik besloten contact op te nemen met het Fonds Perzik van Onsterfelijkheid – het Cultuurfonds dat opgericht is om schrijversgraven te behouden en te restaureren. We moeten wat dingen doen daarvoor: een offerte aanvragen bij de beheerders van het kerkhof, en het Fonds benaderen om te achterhalen of ze ook graven van schrijvers in het buitenland bij willen houden. Ik klamp me vast aan deze dichtregels van De Schoolmeester die na de fabel van De leeuw en de rat schrijft:
De moraal dezer fabel leert ons, of ik heb het mis,
Dat niets, voor iemand die het doen kan, onmogelijk is.
Dit stuk verscheen eerder op het weblog van Marita Mathijsen.
Mooi artikel.
Ik heb mijn kinderen (nu 13 en 10) ‘De leeuw’, ‘De hond’ en ‘De dankbare zoon’ vaak voorgelezen voor het slapengaan. Vooral de eerste twee vonden ze altijd weer leuk.
Hallo Maritha,
Wat een geweldig idee! Mocht je weer eens in Londen zijn, kom dan eens langs bij de British Library, waar ik curator ben voor Germanic Collections, met specialisatie ‘Dutch’. Ik loop al jaren rond met de gedachte iets met De Schoolmeester te doen. Misschien kunnen we samen naar het graf.