Een nieuw hoofdstukje in de verengelsing van Nederland; nieuw althans voor mij. Op een receptie in Parijs sprak ik onlangs met een Nederlandse tolk Frans-Nederlands. Zij had een glanzende carrière achter de rug, en werd in het verleden bijvoorbeeld altijd gevraagd als Nederlandse ministers hun Franse collega’s in Parijs opzochten.
Daar is langzaam maar zeker verandering in gekomen, en dat kwam niet doordat ze haar werk minder goed deed of men op zoek was gegaan naar goedkopere krachten. Het kwam doordat Nederlandse politici geen Nederlands meer willen spreken als ze in het buitenland op bezoek gaan.
Ze spreken dan kennelijk liever Engels.
Nu spreken Franse politici liever Frans, en dat wordt dan opgelost door tolken in te huren, maar dan wel tolken tussen het Engels en het Frans.
Regel
Dat is natuurlijk absurd: waarom zou je als politicus niet je moedertaal spreken als je met een buitenlandse collega spreekt en het tóch moet worden getolkt. “Ze zeggen,” zei mijn gesprekspartner, “dat ze het allemaal in het Engels voorbereiden.”
Ook dat is natuurlijk een vreemde reden, het verlegt de kwestie alleen maar: waarom zou je iets in het Engels voorbereiden als het daarna naar het Frans moet worden getolkt?
Ik denk dat hier iets anders aan de hand is. Voor Nederlanders geldt steeds meer de stelregel: “Nederlands is voor andere Nederlanders, Engels is voor de rest of de wereld.” We weten al dat die rest van de wereld als het even kan ook Vlamingen zijn, en verder iedereen die wel zijn best doet om Nederlands te leren maar hier nooit geboren kan zijn. We weten ook dat bijvoorbeeld Nederlandse europarlementariërs bijna altijd Engels spreken. Nu geldt die regel dus zelfs voor buitenlanders voor wie er getolkt moet worden – die spreken de politici kennelijk liever in het Engels aan.
Laatste hoop
De consequentie van dit alles is dat het werk als tolk naar en vanuit het Nederlands steeds minder aantrekkelijk wordt. Nu al zie je de belangstelling onder jongeren afnemen. Dat gaat vanzelf betekenen dat je over enige tijd wel moet grijpen naar een tolk naar en vanuit het Engels als je als Nederlands politicus in het buitenland op bezoek gaat.
De observaties van mijn gesprekspartner gingen wel over de vorige regeringen. Het is niet helemaal duidelijk hoe gemakkelijk de kabinetsleden van Schoof zich in het Engels voelen. Onder hen zijn er een paar die niet in het hoger onderwijs gevormd zijn, zij zijn misschien de laatste hoop op wat werkgelegenheid voor de goede tolken Nederlands-Frans die we nu nog hebben.
Jos Joosten zegt
Dit is echt schokkend. Ik vraag me alleen af of de opmerking over het huidige kabinet terecht is – in die zin dat Nederlanders over de hele linie hun eigen Engels vaak overschatten. En of dat bij vorige kabinetten anders is? Er zijn maar weinig mensen die de subtiliteit en in hun moedertaal ook in andere talen kunnen uitdrukken en dat lijkt me in politiek en diplomatie zorgwekkend.
Marc van Oostendorp zegt
Die opmerking gaat niet over het daadwerkelijke niveau, maar over het gemaksgevoel dat mensen hebben. Ik heb geen idee of het Engels van Schoof beter is of slechter dan dat van Rutte, maar het is wel duidelijk dat de laatste gemakkelijker mensen te woord staat in welke taal dan ook.