Autofictie is een van de populairste literaire genres van deze tijd. En een van de meest bekritiseerde. Een scherpe ontleding van het echte leven, zeggen de liefhebbers. Narcistische navelstaarderij, aldus de critici. Deze avond onderzoeken we de verhalende kracht van autofictie.
Autofictie – waarin de schrijvers eigen ervaringen als uitgangspunt voor literatuur gebruiken – heeft lang in het verdomhoekje gezeten, maar wint dankzij schrijvers als Annie Ernaux en Édouard Louis aan kritische waardering. Ook in Nederland is autofictie een van de populairste genres van het moment onder zowel lezers als schrijvers, zeker onder debutanten. Hoe komt dat? Wat voor blik op de wereld levert autofictie op? Is het de kracht van het ego dat schrijvers aanzet of draait het eerder om het adagium: schrijf over wat je kent? En hoe terecht zijn de verwijten dat autofictie voort zou komen uit een gebrek aan fantasie of een overdreven voorzichtigheid om over andere identiteiten te schrijven? Een introspectie op dit introspectieve genre.
Dit programma is een jaarlijkse samenwerking tussen Hollands Maandblad en De Balie. Hollands Maandblad staat bekend als de geboorteplaats van vele schrijvers. Drie schrijvers krijgen deze avond een beurs uitgereikt om hun schrijversloopbaan te stimuleren.
In elk geval een foute definitie van ‘autofictie’. Zie het boek van Lut Missinne, Oprecht gelogen (2013).
Flauwe grapjes over boeken over auto’s zal ik achterwege laten, maar Herman Brusselmans is toch wel groot geworden door een heleboel veel boeken te schrijven over zichzelf. Maar hij is dan wel, zoals hij zelf graag als eerste toegeeft, een heel goede schrijver. Dus als je het genre van de autofictie beoefent met wat ironie en humor kan het best leuk zijn.