•• Nieuwe titels in de DBNL: veel jeugdboeken, maar ook poëzie van J.B. Charles.
De hond
Twee poten voor en twee poten achter
– maakt samen zes zodra hij loopt –
dragen de kop met de bijtbek vol tanden
schuin voorwaarts naar waar tumult is of stank.
De riddertijd is nu voorbij, mijne honden,
van het leven in troepen van vijftig of meer,
toen jullie nog wel eens een dood paard vonden
of tegen een verdwaalde boerin aanliepen.
Nu ben je de mens wel zeer ondergeschikt,
je hebt zelfs een soort van geweten gekregen –
werd je daarom het ontuchtigste onder de dieren?
werd zo de straathond van een dier van het veld
tot psychopaat, en de kettinghond ter beschikking gesteld?
Kom jij gerust bij mij staan hier,
beschamende renegaat,
verloren ontuchtig dier,
kom en lik mij de hand
met de binnenkant
van mijn eigen huid,
de rode dampende lap
waar je hijgende van bestaat,
psychopaat van de straat,
hier is mijn hand.
J.B. Charles (1910-1983)
uit: Waarheen daarheen (1954)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter