Lucas Vlieger is een tekenaar, een cartoonist die artikelen in kranten en tijdschriften illustreert. Hij is gescheiden, hij heeft na zijn scheiding een aantal andere vrouwen gehad. Sommigen hebben hem verlaten, hij heeft anderen verlaten. Nu staat hij aan het begin van een relatie met Martine, althans dat hoopt hij. Maar hij begint na te denken over iets waarover mensen misschien wel vooral nadenken als ze beginnen aan een relatie. Wat voor iemand is hij? Hoe zien anderen? Hoe zou iemand hem zien die hem altijd observeert?
Anders dan andere mensen krijgt hij een antwoord: een goudbruine envelop, met daarop de tekst Oordeel Lucas Vlieger. Dat is het gegeven van de roman Zo is hij van Vonne van der Meer: Lucas Vlieger beschikt ineens over het eindoordeel over zichzelf. Hij wil het niet lezen, en opent dan de envelop – er zit een andere envelop in. Die hij niet opent. Die hij kwijtraakt. Die hij weer terugvindt. Waarvan hij uiteindelijk ontdekt wie de schrijfster is: zij is de schrijfster van zijn leven, hij is een personage.
Dikke vrouw
Zo is hij (1991) is Vonne van der Meers uitstapje naar het postmodernisme, een verhaal over schijn en werkelijkheid, een verhaal waarin wordt aangetoond dat een personage in een boek een personage is en geen mens. Een geslaagd uitstapje, want Zo is het is een mooi boek, hoewel het een uitstapje is, is het toch ook heel kenmerkend, door de kraakheldere stijl, de glasheldere structuur van het verhaal, en het raadselachtige dat de schrijfster daarin weet over te dragen.
Het is ook een religieuze vorm van postmodernisme die Van der Meer aangreep in dit boek, want er spreekt tegelijkertijd een verlangen uit naar iemand of Iemand die je ten diepste begrijpt en doorziet (een schrijver van jouw verhaal), en een angst daarvoor. Tegelijkertijd is het een bij vlagen komisch boek: de slapstick van Lucas die zich voor een vriendin in travestie kleedt omdat hij denkt dat zij dat opwindend vindt, en dan de verbijsterde blik in haar ogen ziet., het absurdisme van Lucas die inbreekt in een oudpapierloods omdat hij denkt dat daar ergens in de vele containers het oordeel zich bevindt dat hij kwijt is. Of de groteske scene waarin een dikke vrouw in de bus op het oordeel gaat zitten en weigert ervan af te komen.
Vraag zonder antwoord
De onkenbaarheid van de ander is een belangrijk thema voor Van der Meer, en door dat idee van een ‘oordeel’ krijgt dat een nieuwe vorm. Lucas heeft allerlei vrouwen gehad, geliefden zelfs, maar wat wist hij van hen?
Wanneer Lucas naar haar verhalen luisterde, had hij altijd het gevoel dat hij niets wist, dat er niet één wereld was, maar miljarden. Zoveel werelden als er mensen rondliepen. Het was maar sterk de vraag of je ooit in een andere wereld kon doordringen.
Lucas begrijpt geen enkele vrouw, de kloof tussen mannen en vrouwen is misschien nog wel groter dan tussen seksegenoten onderling. Hoewel? Het ironische is natuurlijk dat Lucas uiteindelijk het personage blijkt van een schrijfster, die hem overtuigend van binnenuit beschreven heeft.
Het gaat ook veel over kleren, over uitkleden, aankleden en verkleden. Leer je iemand dan tenminste beter kennen als hij of zij zich uitkleed? Je zou zeggen van wel, want zo zie je hoe iemand werkelijk is. Je zou zeggen van niet, want kleren maken de mens. Uiteindelijk concludeert Lucas dat hij graag in het zwembad verkeert:
In een zwembad was het veel moeilijker te zien wat iemand deed, hoe ze was, wat voor achtergrond ze had, hier moest je je oordeel wel opschorten.
Je ziet niet wat iemands identiteit uitmaakt, en daarmee zie je de werkelijke persoon, de persoon zonder eigenschappen. Zo is hij is soms een spannend boek, soms een boek om te lachen, maar het is vooral ook een boek over de vraag aan de lezer: hoe ben jij? En dat is een vraag zonder antwoord.
Laat een reactie achter