Confuc (10)
– Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
– De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Een open brief van vier oud-ministers van Buitenlandse Zaken, mede ondertekend door oud-ambassadeurs en diplomaten. Harde kritiek op het Israël-beleid van het kabinet. De situatie is te dramatisch voor partijpolitiek. Oud-buitenlandministers van VVD, CDA, D66 en PvdA reageren op de Israëlische hervatting van bombardementen op Gaza, met de zo desastreuze gevolgen. Het einde van een bestand met Hamas, dat al nauwelijks een bestand kon heten. Hoe reageert de huidige minister van Buitenlandse Zaken?
(1) Ik waardeer de betrokkenheid die in de brief wordt getoond. (2) Ik constateer dat zij als oud-ministers geen contact met mij hebben gezocht. (3) Dus ik denk dat de brief meer een publieke positionering van hen is dan het daadwerkelijk beïnvloeden van het beleid. (4) Maar als zij rechtstreeks met mij contact zouden zoeken, zou ik kunnen uitleggen wat mijn inzet is. (5) Dat is een actieve inzet die ook duidelijk is voor de betrokkenen ter plaatse.
Vijf zinnen. Vijf vragen.
Zin 1
Een eerste zin mag een beetje algemeen zijn. Maar ‘betrokkenheid waarderen’ is toch bijna betuttelend nietszeggend, zeker als het om je voorgangers gaat?
Zin 2
Wat zou er gebeurd zijn als de oud-ministers wel contact hadden gezocht? Had de huidige minister dan iets anders kunnen doen dan het beleid uitleggen, namelijk in gesprek blijven met Israël en Hamas?
Zin 3
De brief is toch bedoeld om in deze vreselijke situatie daadwerkelijk invloed uit te oefenen? Waarom dan de brief afdoen als publieke positionering?
Zin 4
Zie zin 2. De open brief heeft toch als doel om de inzet te intensiveren? Waarom niet ingaan op de onvrede over het huidige beleid?
Zin 5
Een actieve inzet? Inzet is toch per definitie actief? En een inzet die duidelijk is voor betrokkenen? Betekent dat er dan geen ‘stil diplomatiek overleg’ meer mogelijk is?
Natuurlijk, het blijft lastig om te reageren op zo’n open brief. Maar de huidige minister had toch ook voorzichtig kanttekeningen kunnen plaatsen bij de opmerking in de open brief dat Nederland aan de goede kant van de geschiedenis moet gaan staan, of wat daarvoor nodig is. Of, bijvoorbeeld kunnen zeggen dat de vergelijking met de hardere opstelling in de Oekraïne-oorlog niet opgaat.
De reactie in deze vijf zinnen ademt zo’n algemene sfeer van voorzichtig politiek reageren. De open brief had een ziel van ontzetting, van wanhoop, van persónen met ervaring in buitenlandpolitiek. Het antwoord is geen persoonlijke tekst, met bijvoorbeeld een verwijzing naar de verschrikkingen, door beide partijen veroorzaakt, of een uitnodiging voor een nader gesprek. Geen Persoonlijke Tekst? GPT! Plotseling ontkom ik niet aan de vraag of het antwoord misschien gegenereerd is door ChatGPT.
Je doet geen recht aan de chatbots! Ik gaf de brief aan de echte ChatGPT en vroeg om een diplomatiek antwoord namens de minister:
“Ik heb grote waardering voor de betrokkenheid en het vreedzame protest van oud-collega’s en bezorgde burgers bij mijn ministerie. De zorgen over het geweld in Gaza raken mij diep, en ik verzeker u dat Nederland zich blijft inzetten voor naleving van het internationaal recht en het verlenen van humanitaire hulp. Ik volg de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en andere juridische instanties zorgvuldig en betrek deze actief bij het bepalen van ons buitenlands beleid. De dialoog met kritische stemmen uit de samenleving is voor mij van grote waarde, ook wanneer die confronterend is. Ik blijf mij inspannen voor een rechtvaardige en vreedzame oplossing, waarin mensenrechten centraal staan.”
Lijkt mij beter dan wat de minister produceerde.
Wat is goede taal, zoals Confucius bedoelde? Het gaat niet alleen om de bewoordingen. Het gaat ook en vooral om de inhoud, de dingen die gedaan moeten worden.
Allereerst, de brief van oud-ministers Jan Pronk (PvdA), Jozias van Aartsen (VVD), Ben Bot (CDA) en Laurens Jan Brinkhorst (D66) en oud-ambassadeurs en ambtenaren, is niet uitsluitend gericht aan de minister van Buitenlandse Zaken, maar aan het hele kabinet Schoof.
De crux van Confucius’ gevleugelde woorden om de taal goed te gebruiken, draait volgens mij om de dingen die gedaan moeten worden. Op dat laatste ligt het accent. En dat is krek het pijnpunt waarom de brief van de oud-ministers c.s. draait. Het kabinet Schoof doet qua Israël-beleid niet wat het hoort te doen.
Helaas sluit het diplomatieke, empathische antwoord van ChatGPT namens de minister niet aan de werkelijkheid. Die realiteit staat in de oproep van maart 2025 aan het kabinet Schoof, samengevat:
• Nederland staat aan de verkeerde kant van de geschiedenis. De geloofwaardigheid van Nederland en Den Haag als stad van vrede en recht staat op het spel. Het schaadt de belangen van Nederland en het Nederlandse bedrijfsleven, wereldwijd.
• Stop met het ondermijnen van het internationale recht en de mensenrechten. Stop met de politieke, financiële, militaire en juridische steun die het uitroeien van Palestijnen mogelijk maakt. Stop met het aan de laars lappen van de grondwettelijke en internationaalrechtelijke verplichtingen van Nederland. Stop met het meten met twee maten: nu eens wel (voor de een), dan weer niet (voor de ander).
• Kies voor de goede kant van de geschiedenis. Kies voor het internationale recht en de mensenrechten. Respecteer de rapporten conclusies en aanbevelingen van internationale organisaties, de uitspraken van het Internationale Gerechtshof en de arrestatiebevelen van het Internationale Strafhof In Den Haag. Doe veel meer om de genocide in Gaza (en de Westelijke Jordaanoever) te stoppen. Zwijg niet langer, kijk niet weg!
Van het kabinet Schoof heeft tot op heden niemand gereageerd. Behalve minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken. Die had helaas “de brief nog niet gelezen” toen hij op 26 maart in Trouw met zijn reactie kwam. Onbestaanbaar, een affront.
De minister deed de brief af als een publiciteitsstunt, een praatje pot voor de publieke bühne. O botte hark, nog nat achter de oren, waarom die belediging? Los daarvan: het feit dat de kritische oproep van de oud-ministers c.s. niet alleen aan de regering is gestuurd, maar ook is gepubliceerd, over dit importante onderwerp en afkomstig van deze zware delegatie, ontslaat het kabinet Schoof niet a priori van de gehoudenheid serieus en met argumenten onderbouwd erop te reageren.
De minister zei bereid te zijn met de oud-ministers in gesprek te gaan, maar dat zij geen contact met hem hadden gezocht. Een onwaarheid, in ChatGPT-taal klip en klaar: een leugen.
Er zijn in de afgelopen 18 maanden talloze pogingen gedaan om het kabinet Schoof (en voorganger Rutte) te overtuigen van de noodzaak om het stokoude, rampzalig gebleken Israël-beleid koers te heroverwegen, en in welke richting de nieuwe koers gezocht moet worden. Dat is gebeurd in brieven zoals gepubliceerd in Trouw van maart 2025 en in NRC van november 2024. In toespraken tijdens de wekelijkse sit-in van ambtenaren oud-ambassadeurs en oud-ministers, elke donderdag om 12.00 uur, recht voor de deur van het ministerie van Buitenlandse Zaken. In petities. Demonstraties. In protestacties zoals #NietInMijnNaam. Bij bezoeken van bijvoorbeeld VN-rapporteur Francesca Albanese (geweigerd te ontvangen) en de Palestijnse-Britse arts Ghassan Abu-Sittah (geweigerd aan de grens). Vast staat voorts dat in elk geval één oud-minister (mogelijk meer) in een brief aan minister Veldkamp persoonlijk heeft gepleit voor rechtstreeks contact en overleg. De minister heeft nooit de moeite genomen om te reageren. Overigens had de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken ook zelf initiatieven kunnen ontplooien. De zaak is belangrijk genoeg.
En wat heeft dit alles opgeleverd? Niets. Het kabinet Schoof houdt vast aan het aloude Israël-beleid. Willens en wetens, tegen beter weten in. Spinazie in de oren, zand in de ogen, meel in de mond.
Het wegkijken doodzwijgen en smoren van tegengeluid is schadelijk voor Nederland. Desastreus voor de Palestijnen. Een grote ramp voor het recht, de internationale rechtsorde en de mensenrechten die wereldwijd ondermijnd en steeds vaker en harder onderdrukt worden, ook in ons land.
De crux van Confucius’ wijze raad om de taal goed te gebruiken, draait om de dingen die gedaan moeten worden. Op dat laatste ligt het accent. Zonder de wil om te communiceren, zonder goede taal, blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan. Dat lijkt de bedoeling, onverschillig wat de consequenties zijn.