Chr.J. van Geel (1917-1974) was een heel bijzondere dichter, en beeldend kunstenaar. Hij was, voor de Tweede Wereldoorlog al, een van de eerste echte surrealisten in Nederland. Daarnaast was hij een bewonderaar van E. du Perron, en van het tijdschrift Forum. Een verrassende combinatie. Na de oorlog zag men hem wel als een van de “para-experimentelen”. De term is van S. Vestdijk. “Zij zijn niet ‘echt’ experimenteel, maar zij doen eraan denken (…); zelf onmiskenbaar modern, vormen zij de schakel tussen de modernsten en wat wij in onbewaakte ogenblikken de ‘normale’ poëzie plegen te noemen.” Later is men hem ook wel een typische Tirade-dichter gaan noemen. En een Barbarber-dichter. En nog weer later een Revisor-dichter. Al die etiketten zeggen niet zoveel, behalve dan dat hij een veelzijdig dichter was, die zich niet bij een school of beweging aansloot. Hij was een eenling, en een dubbeltalent, die vooral zijn eigen weg ging.
Erg bekend is Van Geel niet geworden. “Een vergeten dichter uit de twintigste eeuw” stelde hij als titel voor, toen het tijdschrift Raam een speciaal nummer aan zijn werk wilde wijden. Dat was vlak voordat hij overleed, op 8 maart 1974. Toch werd en wordt hij nog steeds door een kleine groep lezers, en collega-dichters, gelezen en gewaardeerd. Gerrit Krol, ook een eenling, noemde hem “een groot dichter”.
Op deze plek zal een jaar lang in de rechterkolom een gedicht of een prozatekst of een uitspraak van Van Geel te vinden zijn, te beginnen op 1 april 2025. De citaten zijn gekozen door Guus Middag. Hij is de samensteller van de Verzamelde gedichten van Van Geel. Hij schreef al vaak over zijn werk, en over zijn leven, onder andere in de reeks ‘Het Van Geel Alfabet’, waarvan in de periode 1999-2002 acht afleveringen verschenen (in Tirade), en in 2023 nog één in Hollands Maandblad. Deze serie zal vanaf 1 april 2025 worden voortgezet op de website ‘Van Geel Alfabet’. Daarnaast werkt hij aan de biografie van Van Geel.
Laat een reactie achter