Taal: brug of barrière? Een pleidooi voor gelijke onderwijskansen in het Koninkrijk (4)
‘Taal: Brug of barrière‘ is de titel van een boek van Juana Kibbelaar. Wij hebben toestemming van de auteur deze prikkelende tekst over onderwijstaal in de Benedenwindse eilanden als serie op Neerlandistiek te plaatsen. Het boek kan ook hier worden gedownload.
Knelpunten van kleinschalige taalgebieden
Wie kan lezen heeft toegang tot een enorme variëteit aan informatie en kennis over allerhande onderwerpen: talloze websites, tijdschriften, leesboeken (fictie en non-fictie), educatieve spelletjes, studie- en informatieboeken, wetenschappelijke publicaties, naslagwerken, handleidingen enz. Niet iedereen heeft dit privilege. In het Papiaments bijvoorbeeld bestaat 99% van deze honderdduizenden bronnen niet – noch op papier, noch online. Het is voor veel lezers waarschijnlijk nauwelijks te bevatten hoe het is om niet alles te kunnen lezen wat je zou willen of moeten lezen.
Kleinschalige talen – er zijn er duizenden op de wereld – zijn talen met relatief gezien weinig sprekers. Vanwege de kleine afzetmarkt is het vanzelfsprekend dat zij onmogelijk dezelfde enorme hoeveelheid en variatie aan kennis- en informatiebronnen kunnen produceren als grote talen. Zo ook het Papiaments. Het in de loop der jaren opgebouwde aantal Papiamentstalige publicaties staat in geen verhouding tot wat grote talen op dagelijkse basis publiceren. Op geen enkel vlak: niet voor studie en beroepsuitoefening; niet voor vrijetijdslezen en niet voor informatie op huis-, tuin- en keukenniveau. Alleen al voor de basisschoolleeftijd loopt het gigantische verschil in aanbod in de tienduizenden. Dat deze hoeveelheid en variatie in het Papiaments opgebouwd zou kunnen worden, is een mythe. Deze realiteit is wellicht voor sommigen moeilijk te aanvaarden. Gezien de vroegere koloniale minachting is van belang te benadrukken dat het hier geenszins gaat om linguïstische tekortkomingen van het Papiaments. Het Papiaments heeft zich ontwikkeld tot een volwaardige taal. Het hier aangegeven knelpunt is het logische gevolg van de financieel-economische grenzen van een kleinschalig taalgebied.
Papiamentstalige jongeren en volwassenen die slechts zijn aangewezen op Papiamentstalige bronnen worden beknot in hun vrijheid om eigen leeskeuzes te maken en zitten voor wat betreft informatievoorziening en kennisverrijking in een isolement. Alle Papiamentstaligen hebben een grote taal nodig om een gelijkwaardige ontwikkeling door te kunnen maken. Allemaal! Dus niet alleen degenen die naar het buitenland vertrekken voor studie of werk, maar nadrukkelijk ook de meerderheid die op de eilanden blijft studeren, wonen en werken. Immers, hoe moet je in een moderne maatschappij functioneren als je jezelf in je eigen taal op geen enkel vlak afdoende kunt informeren?
Effect van kleinschaligheid op het onderwijs
Voor de uitvoering van het onderwijs heeft kleinschaligheid grote gevolgen. Want voor het creëren van leesinteresse zijn vrije leeskeuzes onontbeerlijk, maar de ‘boekenkast’ om vanaf de peuter- en kleuterjaren belangstelling voor lezen op te bouwen, bestaat in het Papiaments voor 99% niet. Noch voor school, noch voor thuis. Helaas moeten leerlingen, leerkrachten en ouders het doen met het handjevol Papiamentstalige materialen, merendeels schoolmaterialen, die niet door de vrije markt, maar door de overheid zijn geproduceerd. Er zijn onvoldoende lesmaterialen. Ze zijn er niet voor alle vakgebieden, niet voor alle leeftijden en niet voor alle schooltypes. Ook voorleesboeken, zelfleesboeken en oefenboekjes zijn mondjesmaat beschikbaar. Er zijn geen remediërende en differentiatiematerialen, educatieve of familiespelletjes, jeugdtijdschriften, softwarepakketten, (educatieve) websites, ondersteunende thuismaterialen enz.
Kleinschaligheid impliceert ook dat er geen of nauwelijks wetenschappelijk onderzoek is waarmee effect en doelmatigheid van lesmethodes of didactische aanpakken getoetst wordt, dat ontwikkeling van leerlingvolgsystemen en toetsen voor de verschillende ontwikkelingsgebieden slechts ten dele geschiedt, dat voor specifieke doelgroepen (zoals bijvoorbeeld blinden, doven en slechthorenden, moeilijk lerende kinderen, dyslectici enz.) geen of nauwelijks passende leermiddelen en leesbronnen ontwikkeld worden en dat bronnen met lesideeën, onderwijsvernieuwingen of allerlei pedagogisch-didactische tips er niet zijn. Alles wat in Europees Nederland als vanzelfsprekend wordt beschouwd, is in het Papiaments niet of slechts mondjesmaat beschikbaar.
Wat betekent het voor een leerling die opgroeit in een taal waarin er nauwelijks iets te lezen is? Hoe moet een Papiamentstalige kleuter nieuwe kennis van de wereld opdoen, over allerlei onderwerpen, als voorleesboeken en andere ontwikkelingsbronnen in het Papiaments beperkt zijn? Hoe word je dan een vaardige lezer? Hoe kun je als achtjarige de vruchten plukken van het leren lezen als je niet kan lezen wat je zelf interessant lijkt? Hoe kun je als tienjarige leren informatie te verwerken en kennis te vergaren als kennisbronnen er in jouw taal niet of nauwelijks zijn? Hoe word je mediawijs? Veel lezen is essentieel om je woordkennis uit te breiden, maar wat gebeurt er met jouw woordenschat als er veel te weinig te lezen is?
Alle Papiamentstaligen hebben een grote taal nodig
In grote talen is de hele onderwijsketen (vanaf de peuterleeftijd!) gericht op geletterd worden, omgaan met schriftelijke taal en verwerking van informatiebronnen. De realiteit is dat de kleinschaligheid van het Papiaments een enorme impact heeft op de mogelijkheden om de leesontwikkeling te stimuleren, om vanaf jonge leeftijd allerhande informatie uit teksten te kunnen vergaren en om vanuit kennisbronnen schoolse kennis en vaardigheden te kunnen ontwikkelen. Vergeleken met het rijke en gevarieerde onderwijsaanbod in grote talen levert Papiamentstalig onderwijs verschraald en eenzijdig onderwijs op. Met het beperkte ontwikkelingsaanbod dat er is, zowel op school als thuis, lopen zelfs kleuters al kennisachterstanden op vergeleken met leeftijdgenootjes elders in het Koninkrijk.
Gemeten naar de standaard op koninkrijksniveau zal met Papiamentstalig onderwijs niet aan dezelfde kwalificaties voldaan kunnen worden en zal geen gelijkwaardig onderwijsniveau gerealiseerd kunnen worden. Kerndoelen voor Papiaments kunnen niet identiek zijn aan kerndoelen voor Nederlands in Europees Nederland omdat uitvoering ervan niet mogelijk is. Een gemis in het onderwijsdebat op de ABC-eilanden is het onderscheid dat kleinschalige talen wel gelijke status en waardering toegekend moet worden, maar helaas niet gelijke mogelijkheden hebben om dezelfde onderwijskerntaken te realiseren als grote talen.
Velen hebben het idee dat het voor kleuters wenselijk is om Papiamentstalig onderwijs te krijgen of dat het in ieder geval geen kwaad kan. De discussie gaat doorgaans over in welke taal en wanneer op latere leeftijd een overstap gemaakt moet worden. Bovenstaande knelpunten geven aan dat het probleem eigenlijk niet ligt bij de overstap naar een andere taal. Nee, allereerst gaat het om het besef dat we met voornamelijk Papiamentstalig onderwijs de leerlingen tekortdoen; zelfs ook de allerjongsten! Voor onderwijsbeleid dat Papiamentstalige leerlingen gelijkwaardige ontwikkelingsmogelijkheden biedt, moet de specifieke context van kleinschaligheid het vertrekpunt zijn.
Opdracht voor onderwijs op de ABC-eilanden
De afgelopen jaren is op alle drie de eilanden de nadruk gelegd op het ontwikkelen van Papiamentstalig les- en toetsmateriaal. Dat is echter geen oplossing voor kleinschaligheid. Kinderen leren immers niet lezen om alleen schoolmethodes te kunnen lezen of om (lees)toetsen te maken. Uiteraard is het belangrijk dat een bevolking niet alleen in een vreemde taal, maar ook in de landstaal kan lezen. Het onderwijsvraagstuk voor de eilanden reikt evenwel veel verder. Want het brede doel van leren lezen, is vrije toegang verkrijgen tot alle schriftelijke bronnen. Tot ‘alles wat gelezen en voorgelezen kan worden’. Deze realiteit legt een grote druk op het onderwijs. Want om een gelijkwaardige schoolse ontwikkeling door te kunnen maken, moeten alle Papiamentstaligen, noodgedwongen en vanaf jonge leeftijd, een grote taal op hoog niveau leren beheersen. En dit gegeven heeft een domino-effect op alle te nemen besluiten met betrekking tot de onderwijskwaliteit.
Moet het Papiaments dan maar weer uit het onderwijs verbannen worden? Natuurlijk niet! Daarmee zou men weer teruggaan naar de vorige eeuw. Het gaat om het creëren van een optimale balans tussen de talen. In het volgende artikel wordt duidelijk dat erkenning van de hierboven beschreven knelpunten juist essentieel is om verdere ontwikkeling van het Papiaments te stimuleren.
Laat een reactie achter