Uit De weg van Stefaan van den Bremt, over Bijbelse verhalen.
De goede en de kwade droom
Hij is de bodem in geslagen, onze droom.
We droomden van een koning en zijn rijk.
We droomden van het koninkrijk, dat van
de armen. Wij waren alle koningen te rijk.
Die van ons kreeg een kroon van doornen.
Hij werd gegeseld en geslagen aan een kruis.
Het is de bodem in geslagen, op de Schedelplek.
Het werpt zijn schaduw, en de slagschaduw
wordt langer. Hij is de bodem in geslagen,
onze droom. Hij is begraven en hij is
weer opgestaan.
Stefaan Van den Bremt (1941)
uit: De weg (Otheo Books, 2025)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter