We schrijven april 2000. Ik werkte nog in Leiden waar ik leiding gaf aan het voor de begrippen van ons vakgebied grote project Nederlandse Literatuur en Cultuur in de Middeleeuwen, kortweg NLCM. Daar werkte toen een tiental jonge onderzoekers aan projecten over Middelnederlandse letterkunde in haar culturele context. Hun individuele onderzoekingen vormden de hoofdmoot van ons programma, maar daarnaast we voelden de behoefte om ook iets gezamenlijks tot stand te brengen. Bij voorkeur in de richting van het bredere publiek dat wij op enthousiasmerende wijze wilden laten delen in onze nieuw verworven kennis en inzichten. In deze geest hadden wij in 1995 het rijk geïllustreerde publieksboek Handgeschreven wereld uitgebracht, en de goede ontvangst daarvan wilden wij herhalen met een nieuw gezamenlijk project. Gedachten gingen aanvankelijk richting een cd-rom, maar dat project bleek tamelijk moeizaam, zoals de notulen van ons maandelijkse groepsberaad uitwijzen. Aan goede intenties en zelfs geld was geen gebrek, maar wat en hoe op dat medium was voor ons nog niet zo duidelijk en doenlijk.
Maar dan wordt het 2000, en ik citeer nu uit de notulen van dat maandelijkse groepsberaad van NLCM op 10 april 2000 nu 25 jaar geleden:
Het creëren van een gezamenlijk project komt andermaal aan de orde. Er wordt nog steeds in digitale sfeer gedacht. Cees Klapwijk (UB) is hier ook mee bezig. Frits stelt voor het cd-rom plan terzijde te schuiven en in plaats hiervan meer werk te maken van onze eigen homepage.
Dit is de eerste glimp van wat weldra zou gaan heten Literatuurgeschiedenis.nl Het idee schoot wortel om op onze eigen kersverse website ook een domein te maken over Middelnederlandse literatuurgeschiedenis. We brachten het, dankzij vereende krachten en de flinke staf van NLCM, in korte tijd tot stand, en op 14 maart 2002 werd het in werking gesteld door toenmalig staatssecretaris Rick van der Ploeg op het Veurscollege in Voorburg.
Bibliofiel
Dat we voor presentatie op een school kozen, was programmatisch. Het onderwijs was het voornaamste doelwit van onze vulgariserende missie. Wij waren niet gelukkig met hoe onze geliefde Middelnederlandse literatuur werd behandeld in de courante Nederlandse schoolmethoden: als verplicht nummer afgewerkt in bleek proza en met suffe zwartwit illustraties.
Daartegenover bood het internet natuurlijk superieure kansen: meer ruimte – al moest je ook voor het web compact zijn, zo leerden wij al snel – en volop uitnodigende mogelijkheden om in kleur te illustreren. Plus dat ook wij, zelf bibliofiel tot op het bot, al wel vermoedden dat het scherm wel eens de favoriete omgeving van de jeugd zou kunnen gaan worden, veel meer dan het boek.
Enfin, LG.nl kwam ter wereld en bleef gedurende enkele jaren de enige periode van de Nederlandse literatuurgeschiedenis die op deze moderne wijze via het web ontsloten werd. Dit om de simpele reden dat alleen wij mediëvisten voor een dergelijk project de financiële middelen hadden.
Tweeluik
Maar dat ene zinnetje terzijde uit 10 april 2000 zou de prelude blijken van veel betere tijden. “Cees Klapwijk (UB) is hier ook mee bezig” – het was het understatement van de eeuw. Cees Klapwijk bleef in die jaren onvermoeibaar sjouwen voor zijn droom: een DBNL. Toen die eenmaal gestalte kreeg en benaderde hij NLCM – een gouden datum in onze annalen: 15 okt 2004 – voor indaling van Literatuurgeschiedenis.nl in de DBNL en dan logische uitbreiding naar latere perioden van de literatuurgeschiedenis. Heel eerlijk gezegd moest ik wel even wennen aan die gedachte, want ik kon in mijn hart bepaald wel leven met medioneerlandistiek als prima donna. Maar het grotere belang verdiende vanzelfsprekend zwaarder te wegen, en dus gingen wij met Cees in zee, tot nut van ‘t algemeen en vooral ten gunste en gerieve van eenieder die laagdrempelige en uitnodigende kennismaking zocht met Nederlandse literatuurgeschiedenis. Met inmiddels, zo kreeg ik door van de huidige redactie, in 2024 meer dan 680.000 bezoeken. En met de recente herstyling als literatuurgeschiedenis.org is ons project inmiddels aan een prachtige tweede jeugd begonnen. Wat heeft het onderwijs in de Nederlandse literatuurgeschiedenis, dat het in onze tijd zo vaak zo moeilijk heeft (dat hoef ik hier niet uit te spellen) er in Literatuurgeschiedenis.org en breder de DBNL een formidabele wapenbroeder bijgekregen, die alle eeuwen nu stralend en enthousiasmerend bestrijkt.
Visionair
En er is nog iets, zo besef ik nu: dat betreft niet alleen de uitbreiding over perioden maar ook de borging van de site. Want splendid isolation zoals bij ons Literatuurgeschiedenis.nl begon is meestal helemaal zo splendid niet, al helemaal niet op het internet. Dit heb ik zelf onlangs nog eens ondervonden tot mijn schade. Bij mijn meer recente boeken – het tweeluik van de literatuurgeschiedenis, Nobel streven en De Reynaert, heb ik rijke en fraaie websites laten maken, state of the art en mooi verzorgd, inmiddels in Utrecht had ik aan budget wederom geen gebrek.
Maar toen ik twee jaar geleden aan de Utrechtse universiteit met emeritaat ging, heeft een overijverig iemand op een paar virtuele valluiken gedrukt waardoor nu allerlei op deze sites voor altijd weg is. Had ik die sites maar ondergebracht bij de DBNL (even aangenomen dat ze welkom waren geweest), dan had het allemaal veel robuuster gestaan.
Dit heeft Cees Klapwijk allemaal gezien, al dertig jaar geleden. Dat digitaal ons nieuwe universum werd; dat de Nederlandse literatuur, primair en secundair, in cyberspace een eigen heldere planeet verdiende, en dat daarvoor niet alleen een oerknal nodig was, maar duurzame bevoorrading en bescherming.
Visionair noem je zo iemand. Ik zou zeggen op het profetische af, en ik ben heel blij dat deze profeet nu door de KANTL wordt geëerd.
Laat een reactie achter