•• Twee fragmenten uit Lift, een gedicht van 166 bladzijden, van Michael Tedja.
In het einde der tijden
in het licht van de
groei zag ik een man verkleed
als kapotte stoelleuning.
Het geblaf van de man was duidelijk,
in de zin van plaats
en ruimte. Het was een
waarheid als een koe dat het lijden
het geblaf uitvergroot had.
Dat het verdwijnen
van de man op
den duur voor
problemen zorgde.
Het was
realistisch om een
hond na te doen.
•••
Een
lift was een
afgesloten ruimte waarbinnen
grenzen werden
aangegeven en verkend.
In de lift vroeg ik
om de kunstmatige
grenzen op te heffen.
Het beschilderen van
de liftdeur hing
tussen rollenspel,
reizen en dromen in.
Het beschilderen
van de liftdeur had een focus.
Het beschilderen van de liftdeur
was een negatieve bezigheid.
Michael Tedja (1971)
uit: Lift (IJzer, 2025)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter