Het Spaansch en ’t Fransch.
En gy, ô spruit van ’t zelfde grootsch Latijn,
Waar ’t Oost in gloort met avondwederschijn,
En ’t fier Romeinsch met stug Wandaalsch vereenigt;
Van ’t Noord gehard. door Zuiderlucht gelenigd;
U minne ik meê in d’ echten adeltrots
En stouten moed des oorlogshaften Goths. —
Maar weg met u, ô spraak van bastertklanken,
Waarin hyeen en valsche schakals janken;
Verloochnares van afkomst en geslacht,
Gevormd voor spot die met de waarheid lacht;
Wier staamlary, by eeuwig woordverbreken,
In ’t neusgehuil, zich-zelv niet uit durft spreken;
Verfoeilijk Fransch, alleen den Duivel waard,
Die met uw aapgegrijns zich meester maakt van de aard!
Willem Bilderdijk (1756-1831)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter