Op een oude kaart vond ik bij het dorp Genderen de veldnaam Reukes. De naam was niet eenvoudig en snel te verklaren. Het zou toch niet gaan om mannelijke honden, op zijn Brabants ook wel liefkozend reukes genoemd? Of om onwelriekende gassen die ooit uit de bodem van een moeras opstegen? Na enig zoeken kwam de betekenis van Reukes boven water. Het is een zogenoemd ontginningstoponiem, aldus Wim Braams in zijn Topografische Elementen in het Land van Heusden en Altena. Het woord zou afstammen van het woord rode. Over dit rode schrijven Van Berkel & K. Samplonius vermelden in hun Nederlandse plaatsnamen verklaard:
‘Het toponymisch grondwoord rode ‘rooiing van bos, ontginning’ is verwant met het werkwoord rooien en is als soortnaam in het Nederlands verouderd. De oudst bekende vermelding is 802 […]. Rode is vooral bekend als tweede deel van plaatsnamen, meestal in samenstelling met een persoonsnaam. De plaatsnamen met rode zijn echte ontginningsnamen en stammen uit de middeleeuwen (enkele in de 8e-10e eeuw en talrijke in de 11e-14e eeuw). […] De meeste rode-namen treft men aan in het zuidoosten van Noord-Brabant en in Limburg. Een concentratie van rode toponiemen in Zuid-Limburg wijst op herontginning van Romeinse villae, die na de tweede helft van de 3e eeuw waren verlaten en daarna door bos waren overwoekerd. […] De oudste attestaties met de variant rade dateren uit de 13e eeuw.’
Rode komt ook in bijvoorbeeld de familienaam Van Rooij, gebaseerd op plaatsnamen met het bestanddeel -rode of -rooij, zoals St. Oedenrode (NB.), Stramproy (Lb.) en Nistelrode (NB.): in de nabije omgeving van deze plaatsen, waar de genese heeft plaatsgevonden, stonden deze plaatsen eenvoudig bekend als ‘Rooij’. Het bestanddeel -rode/-rooij (regionaal ook: -rade/-raaij) in toponiemen herinnert aan het rooien van bos om het land in cultuur te brengen en er een nederzetting te stichten, aldus de Nederlandse Familienamenbank.
Vlak bij het gebied Reukes kwamen we, in diverse varianten, de toponiemen Ruede en de Rooijense polder alsook De Reekens of Rukes tegen.
Er bestaan meer toponiemen met Reuk erin. Op de Etymologiebank vinden we de Limburgse plaats Reuken bij Nuth. In Belgisch Brabant vinden we De Reukens (1506 Ruedeken) bij Molenstede. Reuken bij Nuth is volgens de Etymologiebank ontstaan uit rodekîn, verkleinvorm van rode: ‘rooiing van bos, ontginning’. Hoe is Reukens nu ontstaan uit rode?

Rode en Reukes
Het is de vraag waarom men in Brabant, het gebied met veel rode-toponiemen zoals Middelrode en Sint-Oedenrode, doorgaans rode zegt en hier, in de periferie van Brabant, reukes. Dit is des te opvallender daar waar in het naburige dorp Drongelen In 1414 de naam ‘De Rode’ en in 1446 ‘De Roykampen’ te vinden zijn alsmede in 1441 een hofstede De Rooi (in: B.W. Braams, Oude Topografische Elementen). Ook heet het gebied wel de Rooische polder. Er is zelfs een Rooise sluis en een Rooise sloot.
Nog opvallender: in 1382 is voor ditzelfde gebied sprake van een toponiem met de naam ‘De Ruede’ (5 morgen land in Drongelen op de Ruede; Kort, 1997c, nr. 51). Ruede is de middeleeuwse schrijfwijze voor Reude.
Ook boven de rivieren komt men rode-toponiemen met oo-klank tegen. Zo betreft ook de naam van het kasteel Nijenrode bij Breukelen een ontginningsnaam. Zo ook Rodenrijs boven Rotterdam. Reukes ligt dus merkwaardigerwijs ingeklemd tussen de rode-toponiemen met oo-klank.
Door historische ontwikkelingen en regionale dialectvorming kunnen woorden een andere klank krijgen. Het woord rode komt in diverse variaties in ons land en België voor, het Middelnederlandsch woordenboek merkt op: ‘Het woord is in het Mnl. en Ndl. vooral bekend als tweede deel van plaatsnamen in verschillende streken en vormen (-rode, –rooi, –roy, –rade, –raai, –ray).’
De naam Reukes (eerste vermelding pas in 1832!) is waarschijnlijk ontstaan uit rodekin (de o-eu wisseling komt vaker voor in het Brabants, vergelijk geleuven, veur, heuren)met het verkleiningsachtervoegsel -kin, -ken. Rodekin zal via de meervoudsvorm rooiekins en daarna rooikes uiteindelijk veranderd zijn in reukes. Het gebruik van de meervoudsvorm plus een verkleinwoord in rooikes duidt erop dat er meerdere kleine bosgebiedjes ontgonnen zijn.
Een resterende vraag is waarom in het ene dorp de oo-klank bleef en in het naburige dorp een eu-klank ontstond. Mogelijkerwijs heeft dit ook met schriftelijke vermelding te maken. Dat Reukes pas in 1832 voor het eerst op papier te vinden is (kadastrale kaart), duidt op een informele volksbenaming, terwijl de oo-klank uit Drongelen al in de 15e eeuw op papier staat. Er is ook een andere verklaring mogelijk. In het Woordenboek van de Brabantse Dialecten van A. Weijnen e.a. zien we de navolgende afbeelding.

We zien dat de grens van het gebied waar het woord droog dreug wordt danwel droog blijft ongeveer over het gebied van Genderen en Drongelen loopt. Zou deze dialectgrens de oo-klank in Drongelen (behalve bij Ruede) en de eu-klank in het oostelijker Genderen verklaren? Waarbij we dan de vraag waarom in de Meijerij de Rode-toponiemen wel hun oo-klank behielden buiten bespreking laten. Dat er in Genderen een Reukes-toponiem was is te verklaren vanuit taalontwikkelingsgegevens en dialectkennis.
De Reekens of Rukens
Enkele kilometers ten zuiden van Reukes, bij Oudheusden, liggen Reekens. De oudste vermeldingen van het gebied dateren van 1459 ( archief Klooster Mariënkroon, BHIC inv.nr 239) en van 1513 (archief Kapittel van Heusden, Bhic, inv.nr. 258). In 1473 heet het gebied Ruecken in een erfcijnsbewijs (archief Kapittel Heusden,Bhic, inv. nr 153). We kunnen er dus van uitgaan dat de naam terug te voeren is tot de tijd van de ontginning van dit natte gebied tegen het einde van de middeleeuwen. De oorspronkelijke naam had dus een eu-klank.
In de na circa 1850 verschenen krantenadvertenties lezen we telkens Rukes. Volgens het kaartje van Weijnen komt in sommige gebieden uu voor in plaats van oo of eu, en dat kan de moderne vorm Rukens verklaren. In de omgeving van Heusden worden tot op de dag van vandaag eu-klanken soms een u: een deur wordt er duhr, een kleur een kluhr.
Rukes is de gewone uitspraakvorm. In alle advertenties is sprake van Rukes, behalve één. Die is geplaatst door de Brusselse Graaf d‘ Oultremont, grootgrondbezitter uit Drunen. Daar luidt het toponiem deftig Ruken.
Op modernere kaarten (in Topotijdreis) vinden we de varianten Rukens (in het meervoud) en Reekens naast elkaar:
1832 De Rukens
1868 De Reekens
1869 De Rukens
1899 De Reekens
1934 De Rukens
Hoe komen we nu aan de vorm Reekens? Het gebied bij Oudheusden werd in de tweede helft van de middeleeuwen verhollandst. Reekens is de Hollandse vorm, mogelijk werd de Langstraatse eu-klank per ongeluk als ee-klank geïnterpreteerd, een misverstand tussen dialectsprekers en keurig Hollands sprekende beambten. In het dagelijkse spraakgebruik bleef de vorm Rukens ondertussen bestaan.
De Reekens zou niet het eerste toponiem zijn dat door Hollandse schrijvers is “verdeftigd”. Andere voorbeelden uit de regio: Heloort werd Heyloort, de Engse Stoof werd de Engelse Stoof. En het eerdergenoemde Reukes bij Genderen zien we in het midden van de vorige eeuw op kaarten in Topotijdreis als Reuken geschreven.


De naam Reekens nu
De Reekens is momenteel de naam van een minicamping nabij het gebied. Op de website geeft de campingbaas aan dat Rukes de volksnaam was voor Reekens. De goede campingbaas, zou hij weten dat hij best trotser zou mogen zijn op de naam Rukes? De naam die tegenwoordig ook op de landkaarten prijkt en meer streekeigen is dan Reekens?
Slot
De toponiemen Rode, Reukes en Reekens of Rukes zijn allemaal ontginningstoponiemen, afgeleid van hetzelfde rooi-toponiem. Enigszins op elkaar lijkende toponiemen hebben behalve een gemeenschappelijke ontginningsachtergrond ook een gemeenschappelijke taalkundige achtergrond. De toponiemen hebben zich, ondanks dat ze in elkaars buurt lagen, op verschillende wijze ontwikkeld. Dit toont enerzijds aan dat in het isolement van een dorp dialect zich op eigen wijze ontwikkelt. Het laat ook de grote taaldynamiek zien in de omgeving waar dorpelingen, Brabanders, Hollanders en een Brusselse graaf elkaar ontmoeten.
Met dank aan Jan de K en Ton B, die in de omgeving van Heusden geboren en getogen zijn.
Interessant artikel over ‘-rode’ plaatsnamen. Nistelrode is echter nu net de uitzondering:
Zie https://www.fasol.nl/wat-is-heemkunde/:
‘Allereerst de plaatsnaam NISTELRODE.
Uit de door mij bestudeerde Nistelrodese acten in het abdijarchief van Heeswijk blijkt, dat de schrijfwijze van Nistelrode in de jaren na 1200 NISTERLE is. Ook op het zegel van onze schepenbank uit 14O8 treft men deze schrijfwijze. Later verandert deze schrijfwijze tot NISTELRE. De naamsverandering van Nisterle tot Nistelre is niet bijzonder. Deze omkeer van -LOO naar -RE is ook bekend van de plaatsnaam Waalre. Bannenberg leest reeds voor 1326 in Waalrese archieven de namen: Waetriloe, Waderloo, Wadelre en Waalre.
Van Els concludeert voorts dat het oorspronkelijk niet om een naam gaat met een -RODE uitgang, maar om een naam met een -LO uitgang. Dit zou te naken hebben met de aanwezigheid in de buurt van het gehucht LOO. Hetgeen inderdaad het oudere gedeelte is van onze gemeente.
Hij meent dat het woordgedeelte NISTER afkomstig zou kunnen zijn van NITTEL dat netel betekent. Van der Aa (1846) zegt’ dat de naam Nistelrode door de bevolking wordt uitgesproken als NITTELROOY.
Mélotte echter leidt NISTER af van het Germaanse NESTER hetgeen “westen” betekent. NESTERLE zou dan betekenen het dorp dat ligt ten westen van het oorspronkelijke LOO. Deze betekenis zou reeds aanvaard zijn bij de verklaring van de naam NISTERLAKEN aan de Vecht.’
Je hebt helemaal gelijk. Ik had die afwijkende etymologie van Nistelrode gezien, maar hij staat toch op wonderbaarlijke wijze in de tekst. Mea culpa, iets bij finale check over t hoofd gezien.