Geboorteplaats
Wel wijder horizon; maar waar hij kwam,
kwam ook dat dorpje; dat ging met hem mee.
Wie had de wolken lief in Amsterdam?
Wie minde ruimte; wie het glanzend vee?
En wie de uitgelaten, frisse Maart,
meest Hollandse van heel der maandenrij?
Wie kende Wommels aan de ruime vaart?
Wie Frieslands water en wie Frieslands wei?
Wie, die de grieto en de tureluur,
de kemphaan kende en de vreemde pracht
van het kleurrijk Westen in het late uur?
En wie de peppels aan de hoge nacht?
En wie, die hier ooit stille wegen nam
en het ritseldier bespiedde en gadesloeg?
Hij bleef een dorpeling in Amsterdam,
die Frieslands zeelucht aan z’n kleren droeg.
En welke reis hij aanwees op de kaart
en over grenzen trok of buitengaats;
zijn vinger wees dat dorpje aan de vaart:
dit was zijn jeugd; dit zijn geboorteplaats.
Jac. van Hattum (1900-1981)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter