Vandaag verschijnt De Onderwijstrilogie van Kim Castenmiller. Castenmiller deed vijf jaar onderzoek in en naar het onderwijs. Hoe staat het er nu écht voor? Wat zijn (hoopvolle) perspectieven voor de toekomst? En hoe pakken we verandering in het onderwijs aan? Deze drie vragen worden ieder in een eigen deel van de trilogie uitgewerkt.
De fundament voor de trilogie heeft Castenmiller gelegd met meer dan 125 interviews die zij hield in 2019 en 2020. Zo sprak zij onder meer met Marc van Oostendorp. Eén van de onderwerpen waarover ze spraken, is de motivatie van de Nederlandse leerling. Daarmee is het slecht gesteld, aldus De Volkskrant in 2016 naar aanleiding van een onderzoek door OESO. Moet het onderwijs dan leuker worden? Nee, dat niet, maar het kan wél relevanter en interessanter, blijkt uit de vele gesprekken die Castenmiller voerde. Van Oostendorp zegt hierover in het hoofdstuk ‘Laat me leren (en zijn)’ in deel twee van De Onderwijstrilogie:
Ik denk niet dat onderwijs per se leuk hoeft te zijn. Dat heeft toch iets weg van vermakelijk en iets vrijblijvends. Maar ik vind wel dat het interessant moet zijn. Dat je dingen leert die nieuw zijn, waarbij je denkt: ‘Hé, dat wist ik nog niet.’ Uiteindelijk willen kinderen gewoon leren. Zeker op de basisschool zit die behoefte er. Als mensen zijn we nieuwsgierig en willen we dingen te weten komen. Ik heb zelf ook voor dit vak gekozen omdat ik taal het belangrijkste vind dat er is. De schoolse dingen maar ook niet schoolse dingen leer je via taal. Cijfers heb je niet de hele dag om je heen, maar taal wel. Het is zo vanzelfsprekend dat het er is en taal is heel natuurlijk. Goed taal leren beheersen, in alle vaardigheden die erbij horen, van spreken tot schrijven, is op allerlei manieren belangrijk zodat je je goed kunt uitdrukken.
Meer over de trilogie lees je op de website: De Onderwijstrilogie
Laat een reactie achter