
Piet van der Hem (vermeld op object), 1921. Collectie Rijksmuseum
Ze dachten vast: een leesplan van twintig pagina’s, dat leest niemand. Hoewel D66 ongetwijfeld de beste intenties heeft met het plan Lezen voor je leven, zie ik meer haken en ogen dan in een Victoriaans korset.
- Helemaal eens: ‘Onze kinderen verdienen beter.’
- Helemaal eens: begrijpelijke taal vanuit de overheid en klip-en-klare hulp (klip-en-klare streepjes heb ik maar toegevoegd) voor wie op latere leeftijd wil leren lezen en schrijven.
- Helemaal eens: kleinere klassen. Kost wel geld, hè.
- Helemaal eens: ‘Geef leraren de ruimte om geweldig les te geven.’
Maar kom op, D66, dat wil je dan budgetneutraal zien te regelen door minder administratieve taken?
‘Er komt een norm voor het terugdringen van niet-lesgevende taken, zoals bijvoorbeeld administratie in leerlingvolgsystemen, surveilleren in de pauze en extra functies zoals mentoraten. Maar ook voor zorgtaken moet de leraar ontlast worden. Overal moet de afweging gemaakt worden: moet de leraar dit doen, of kan iemand anders het ook? Denk bijvoorbeeld aan extra ondersteuning voor zorgleerlingen, het invoeren van cijfers, of gym- of cultuurlessen in het basisonderwijs.’
Geen van deze ideeën is echt goed. Alleen mensen buiten het onderwijs bedenken zoiets. Een leraar is niet alleen de vakdocent. En heeft ook iemand de rekensom gemaakt? Voor alle sectoren? Het levert niet genoeg op voor kleinere klassen en minder contacturen per week voor de leraar.
‘Elk kind een voldoende voor Nederlands.’ We hebben nu al ruim tien jaar de kernvakkenregel en het moge duidelijk zijn dat die de taalvaardigheid niet heeft verbeterd. Strengere eisen zijn vooral nadelig voor nieuwkomers. En wat bedoelt men met deze vage uitwerking: ’toetsen die taalbeheersing objectief en criterium gerelateerd meten’ (ik denk ‘criteriumgericht’, maar wat zijn de criteria?) in doorstroomtoets en CE, een voldoende voor het examen Nederlands – eindcijfer of alleen CE?
‘D66 schrapt begrijpend lezen. Naast het vak Nederlands, wordt iedere les een taalles.’ Nu ben ik de eerste die taalgericht vakonderwijs bij scholen op de agenda wil zetten (zie woordenaars.nl), maar D66 of welke politieke partij gaat niet over het hoe. Deze voorstelling is te simpel. De geschiedenis- of wiskundeles kan taalleerdoelen hebben, maar is geen taalles. Bovendien is aandacht voor de tekststructuur wel degelijk waardevol. Bij de concrete agendapunten stelt D66 een nieuw curriculum voor: hebben ze de nieuwe kerndoelen nog helemaal niet gezien??
‘D66 haalt een kapmes door het oerwoud aan toetsen. Scholen worden niet langer beoordeeld op relatieve scores of slagingspercentages, maar op de feitelijke beheersing van taal en rekenen.’ Scholen bepalen ook zelf hoe ze toetsen. Taal en rekenen als specifieke en absolute indicatoren zijn, net als de onvoldoende voor Nederlands, een slecht idee in een al gesegregeerde onderwijswereld. Ik ben voor hoge verwachtingen, dat moge duidelijk zijn. Maar dat zit ‘m niet (alleen) in scores.
‘De markt voor schoolboeken gaat op de schop.’ Working on it – maar wat gaat de overheid precies doen?
‘Per 8 fulltimebanen krijgen scholen 40 dagen per jaar om in teamverband te werken aan leskwaliteit en vakmanschap.’ Dus vijf ontwikkeldagen per jaar? Die hadden we al. Alleen dan niet noodzakelijk in teamverband. Of studiedagen? Hebben we ook al. Komt dit erbij? Hoe halen we dan nog genoeg lesdagen per jaar? Vaag…
‘Voor de kinderen die moeite hebben om een voldoende voor Nederlands te halen, moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen en middelen beschikbaar stellen voor extra lestijd en ondersteuning.’ Oh ja. Dat is maar goed ook, dat de overheid die kinderen lesgeeft, want hun scholen reken je af op de onvoldoendes voor taal. Maar hoe ziet dit eruit???
‘D66 wil dat leraren kunnen uitblinken in hun vak. Bijvoorbeeld als lees- of rekenexpert, met bijbehorende loopbaanpaden en beloning. Om je te specialiseren, ben je op dit moment vrijwel verplicht om de klas te verlaten als decaan, zorgcoördinator of bovenschoolse medewerker.’
Ten eerste, dit slaat helemaal nergens op, je kon allang reken- of taalcoördinator worden, ten tweede, hoe dan, we wilden minder extra taken? Hoe wordt dit betaald?
Alle vormen van laaggeletterdheid worden op een hoop gegooid. Een derde van de vijftienjarigen is volgens PISA-leestesten onvoldoende geletterd voor zelfredzaamheid in de samenleving, maar in het plan worden ze laaggeletterd genoemd (nog een niveau lager). De drie miljoen laaggeletterde volwassenen missen vaardigheden in lezen, schrijven, rekenen én/óf digitale geletterdheid. Bovendien is die groep wel groter geworden, maar dat komt door veranderingen in de bevolkingssamenstelling: vergrijzing en migratie. Daar zegt het plan verder weinig over. Wat ik in dat verband mis: de noodzaak van meer kennis, lesaanpakken en een positieve attitude ten aanzien van meertaligheid. En ook herstel van goed onderwijs aan nieuwkomers.
Tot slot, niet handig: het plan vliegt hier en daar behoorlijk kort door de bocht en doet aan cherrypicking uit bronnen. Bijvoorbeeld: ‘40% van de leerkrachten wil extra dagen werken aan kwaliteitsverbetering’. Bronnen: ECBO-onderzoek waarin 41% van de academische leerkrachten in po (5% van de po-leraren) wel meer wil werken buiten het lesgeven, en een Teacher Tapp waarin een deel van de genoemde 40% alleen incidenteel een dagje meer wil werken.
Ja, onze kinderen verdienen beter taalonderwijs en dat is zeker mogelijk wanneer je leraren de ruimte geeft. Maar dat gaat niet lukken met dit plan van D66. Dat doe je wel met werkdrukverlaging en dat betekent: minder contacturen per week en kleinere klassen. Dit kan alleen met een flinke investering, want het aantal lessen wordt voor leerlingen niet minder en er zijn dus meer leraren nodig om die betere lessen aan kleinere groepen (= meer groepen) te geven. Dan kunnen wij zelf wel invullen hóe we dat doen: de nieuwe kerndoelen zijn duidelijk en er zijn goede hulpmiddelen (voor po, vo, voor po & vo). Handen af van onze toetsing en het afrekenen op scores; reken anders eens terug wat het ons voor rekenen heeft gekost en ‘opgeleverd’. Goed onderwijs begint bij goede leraren. Daarin investeren, is investeren in de jeugd. Dat verdienen onze kinderen.
Zeker politici zouden moeten weten waar ze zich wel en waar ze zich vooral niet mee moeten bezig houden.
D66 heeft naar mijn idee nog nooit iets goeds gedaan voor het onderwijs. Men wil miljarden extra besteden aan defensie, maar niets extra aan onderwijs.