• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Wat onderscheidt menselijke taal van dierencommunicatie?

22 augustus 2025 door Marc van Oostendorp 3 Reacties

Wat iedereen moet weten over taal (10)

Foto door Werner Hilversum

Onlangs verschenen de resultaten van een onderzoek: wat vinden taalwetenschappers dat mensen moeten weten over taal? Dat resulteerde onder andere in een lijst van 25 vragen. Korte antwoorden op die vragen zet ik hier de komende weken op een rijtje.

De laatste decennia is er steeds meer bekend geworden over de communicatie van allerlei levende wezens. Paddestoelen in een kring of bomen in elkaars nabijheiid lijken bijvoorbeeld informatie met elkaar uit te wisselen – de paddestoelenwetenschappers weten geloof ik nog niet precies welke informatie dat is, maar dat de signalen niet zomaar willekeurig zijn is wel zeker. Planten schijnen bijvoorbeeld een voor mensen onhoorbaar signaal uit te zenden als ze ‘stress’ hebben door droogte – en insecten zijn daar mogelijk gevoelgi voor.

Zoogdieren lijken in ieder geval ook allemaal met elkaar te communiceren. Dieren die normaliter in groepen leven doen dat vaker dan meer individualistisch ingestelde dieren, maar allemaal hebben ze manieren gevonden om hun gedrag met elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld door kreten te slaken, door te grommen, door een bepaalde lichaamshouding aan te nemen of door geuren te verspreiden.

Omdat mensen ook zoogdieren zijn, hebben wij ook dit soort communicatie: angstig piepen, je klein maken, feromonen oppikken. De vraag is nu of de taal die wij hebben iets wezenlijk anders is, iets wat naast die andere communicatie staat, of alleen maar een uitbreiding ervan. Vanuit de evolutietheorie zou dat eerste onverwacht zijn: waar zou dat wezenlijk andere dan vandaan komen? Maar het is ook onmiskenbaar het geval dat geen enkel andere bekende zoogdiersoort zó extreem afhankelijk is van communicatie met soortgenoten. Wij, miezerige onbehaarde apen, konden helemaal niets in welk klimaat op aarde dan ook, als we geen manier hadden om heel intensief met anderen samen te werken en zo de beperkingen van ons individuele lichaam op te heffen. En toch komt homo sapiens inmiddels over de hele wereld en onder de meest bizarre omstandigheden voor – bacteriën met een geest.

Liegen

Taalkundigen hebben in de loop van de tijd allerlei kenmerken aangewezen die menselijke taal uitzonderlijk zou maken. Een bekende lijst is die van de Amerikaanse taalgeleerde Charles Hockett (1916-2000). Hij staat in zijn geheel op Wikipedia, ik haal er hier een paar uit die me van belang lijken voor de moderne vergelijking met dierentaal.

Een ervan is displacement, het vermogen om te praten over dingen die niet hier en nu aanwezig zijn. We kunnen praten over wat we morgen willen gaan doen, over de jeugd van onze oma’s, over wat een ellende zich aan de andere kant van de wereld afspeelt. Er zijn weinig aanwijzingen dat er andere diersoorten zijn die dit kunnen. (Overigens is een probleem bij het vergelijken van mensentaal met dierencommunicatie natuurlijk dat we van de laatste zo weinig weten, we hebben vaak geen idee wat er nu eigenlijk gecommuniceerd wordt.) De taalkundige Dan Everett heeft wel beweerd dat sommige volkeren in het Amazone-gebied, waar geen seizoenen zijn en de wereld één groot bos is, maar heel beperkte displacement hebben. Als dit klopt, is het dus een cultureel fenomeen, maar blijft het een feit dat mensen een cultuur kunnen ontwikkelen waar aandacht is voor verleden en toekomst en plaatsen die ver weg zijn of zelfs helemaal niet bestaan.

Een ander kenmerk dat Hockett noemde is inwisselbaarheid (interchangeability). Het is het feit dat iedere spreker van een taal in principe in staat is om iedere willekeurige zin te uiten. Ik ben bijvoorbeeld in staat om de zin ‘Ik ben geboren in Madrid in 1423’ te maken en te uiten. Het is weliswaar onwaar, maar dat is nu juist het punt – iedere zin die ik begrijp kan ik ook maken. Dat geldt niet voor in ieder geval veel vormen van dierencommunicatie – met feromonen kun je bijvoorbeeld niet fantaseren.

Burgemeester

Het derde kenmerk van Hockett dat ik wil noemen is dubbele articulatie. Een uiting in menselijke taal heeft twee lagen van vorm. De eerste is dat het een aaneenrijging is van op zich betekenisloze elementen; in gesproken taal zijn dat klanken: d, e, k, a, t, s, l, aa, p, t. De klanken maken samen woorden uit die betekenis hebben, en die woorden groeperen zich weer tot een zin. Dat is de tweede laag: de woordgroep de kat gevolgd door het werkwoord slaapt, en die verhouden zich tot elkaar als onderwerp en gezegde.

Sinds Hockett zijn we meer te weten gekomen over die twee articulatielagen. Die aaneenrijging van klanken (of handgebaren en dergelijke in gebarentaal), de fonologie, lijkt qua complexiteit heel sterk op bijvoorbeeld vogelzang: klanken die naast elkaar staan kunnen elkaar beïnvloeden (waarbij bijvoorbeeld ook de klinkers in een woord zich gedragen alsof ze naast elkaar staan omdat je als het zo uitkomt de medeklinkers kunt negeren). De tweede articulatielaag, de syntaxis (zie vraag 25), heeft een vorm van complexiteit die niet in dierencommunicatiesystemen wordt aangetroffen en die dieren ook na heel intensieve pogingen nooit onder de knie hebben gekregen. Het punt is dat je in woordgroepen altijd weer andere woordgroepen kunt inbedden: de kat slaapt, de kat van de buurvrouw slaapt, de kat van de buurvrouw van de burgemeester slaapt, de kat van de buurvrouw van de burgemeester van de hoofdstad slaapt, en zo verder, in theorie tot aan het oneindige. Recursie heet deze mogelijkheid van almaar verder inbedden.

Voor sommige syntactici (zie vraag 25) is dit zelfs dé onderscheidende eigenschap van taal. Ook hier is wel weer discussie over, want er zijn talen (wederom onder andere in de Amazone) waarover wordt beweerd dat ze deze eigenschap niet hebben, in ieder geval niet op het niveau van de zin. Maar ook hiervoor geldt dat iedereen aanneemt dat ze wel zoiets hebben op het niveau van de taaluiting. Die mensen kunnen bijvoorbeeld zeggen. De kat slaapt. De kat is van de buurvrouw. De buurvrouw is van de burgemeester. Enzovoort. In die zin is er geloof ik overeenstemming dat menselijke taal deze eigenschap heeft.

Vergelijkbaar

Een andere belangrijke kandidaat voor specifiek menselijke communicatie is dat we met zinnen voortdurend andere dingen bedoelen dan we feitelijk zeggen. “Die muziek is erg hard!” is, wanneer geroepen van een vader naar zijn dochter, meestal geen neutrale mededeling over aantallen decibellen, maar de opdracht om de volumeknop omlaag te draaien.

Dat dit zo werkt, komt doordat wij mensen er in onze communicatie vanuit gaan dat onze partners redelijke wezens zijn en dat ze uit zijn op efficiënte communicatie. De dochter kan weinig met informatie over het volume van de muziek, bijvoorbeeld omdat ze die ook zelf rechtstreeks kan observeren. Ze gaat ervan uit dat haar vader dat ook wel weet, maar dat hij toch iets wil bereiken met het uiten van die zin. Omdat ze weet dat erg harde muziek niet zijn voorkeur geniet, kan ze tot de conclusie komen dat hij wil dat ze er iets aan doet.

Dit betekent dat wij mensen tijdens communicatie voortdurend aan het bepalen zijn wat de ander weet. En trouwens ook of de ander weet dat wij weten wat die weet. Terwijl ook die ander hopelijk weet dat wij weten dat die weet dat wij weten dat die weet… Met andere woorden, ook hier speelt een vorm van in principe eindeloze recursie een rol.

Dat is dus in ieder geval een kenmerk van menselijk denken en van menselijke interactie. Je kunt er vervolgens over discussiëren of taal dat kenmerk weerspiegelt of dat het feit dat we taal hebben die recursie mogelijk maakt, maar in ieder geval is iets vergelijkbaars bij andere dieren vooralsnog niet aangetroffen.

Relevante lemma’s in de Taalcanon: Praten dieren net als mensen? van Frank Landsbergen.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: dierencommunicatie, taalkunde, Wat iedereen moet weten over taal

Lees Interacties

Reacties

  1. Robbert-Jan Henkes zegt

    22 augustus 2025 om 06:32

    “Die muziek is erg hard!” is een heel mooi en aansprekend voorbeeld van de manier waarop menselijke communicatie zo onlosmakelijk met taal verstrengeld is dat je het bijna verziekt kan noemen. In een wereld waarin er een tikkeltje meer op nonverbale signalen gelet zou worden, was het sowieso wel duidelijk wat pa ermee bedoelde, maar nu, geverbaliseerd, is er ruimte voor vragen, tegenspraak en moet er – opnieuw in taal – verhelderd, geëxpliciteerd worden, over en weer geargementeerd, met alle onherroepelijke escalatie van dien. Hopeloos.

    Beantwoorden
    • Marc van Oostendorp zegt

      22 augustus 2025 om 08:09

      Ik had je geloof ik al gewezen op het werk van de (toentertijd) Leidse taalkundigen Frits Kortlandt en George van Driem, die taal een parasiet noemden die feitelijk menselijke cognitieve functies beschadigt. In een recent boek van de Leuvense collega Freek Van de Velde wordt dat idee ook aangeraakt. Het is ook een interessante gedachte: doordat taal ons dwingt alles in categorieën in te delen, kunnen we de werkelijkheid niet meer onbevangen zien, door dat almaar gedachten in andere gedachten inbedden raken we verstrikt in een net van taal, door die neiging om over niet-bestaande dingen te praten en te denken is ons beeld op de werkelijkheid volkomen verstoord. Hier moeten we dan bij zeggen dat taal en mens dan samen geëvolueerd zijn, wij kunnen niet meer zonder onze parasiet.

      Beantwoorden
  2. Robert Kruzdlo zegt

    22 augustus 2025 om 10:42

    Taalwetenschap is in beginsel een biologische wetenschap, aldus Van Driem. Daarom dienen taalkundigen samen te werken met neurologen en evolutiebiologen.

    Een taal is ontstaan doordat de mens zich bewust werd van zijn organisme en er niets van begreep. Totopheden. Taal is niet het binnenbrein en dat is wat de mens diep in zichzelf verafschuwt. Taal is ook niet de werkelijkheid, de werkelijke werkelijkheid. Taal is een onvolmaakt gedrocht dat door de mens in prachtig proza wordt uitgedrukt.

    Dieren hebben hier géén last van. Misschien moet de evolutie ons helpen terug te keren voordat de Here aan het woord kwam.

    Mijn laatste inval bij de koffie vanochtend: Ik denk dat jij denkt dat jij denkt dat ik denk ik mij sociaal opstel. Dit is taal.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Robert KruzdloReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d