• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Wat zijn de functies van taal?

18 augustus 2025 door Marc van Oostendorp 3 Reacties

Wat iedereen moet weten over taal (6)

Een schrijver die zijn pen versnijdt. Jan Ekels (II), 1784. Collectie Rijksmuseum

Onlangs verschenen de resultaten van een onderzoek: wat vinden taalwetenschappers dat mensen moeten weten over taal? Dat resulteerde onder andere in een lijst van 25 vragen. Korte antwoorden op die vragen zet ik hier de komende weken op een rijtje.

Heeft taal een functie? Als het een natuurlijk fenomeen is, is dat misschien niet helemaal duidelijk. Als iemand een machine maakt, kunnen onderdelen ervan een functie hebben: de ventilator in mijn laptop dient om het apparaat niet te laten oververhitten. Bij iets dat op een natuurlijke manier is ontstaan, ligt dat ingewikkelder. Wat is de functie van mos? Van de slak? Van sproeten? Zelfs voor zoiets als de neus geldt: we gebruiken het om lucht door naar binnen te halen, maar is dat daarmee de ‘functie’ van de neus?

Toch denken taalkundigen veel over de functie van taal na, zoals neuskundigen vast ook over de functie van de grote kokkerd. Er zijn bijvoorbeeld meerdere, onderling verschillende, scholen die zichzelf functionalistisch noemen, wat betekent dat ze kenmerken van menselijke taal proberen te begrijpen uit de functie ervan. En dan moet je natuurlijk weten wat die functie is.

Hoe dan ook zullen veel taalkundigen bij de vraag naar de functies van taal in de eerste plaats denken aan Roman Jakobson (1896-1982), die ooit een fameus schema van functies heeft gemaakt:

  • referentieel: informatie overdragen over de wereld om ons heen: ‘het regent’
  • emotief: het uitdrukken van gevoelens of andere innerlijke toestanden: ‘wat een kutweer’
  • conatief: ervoor zorgen dat de luisteraar iets doet: ‘steek je paraplu op’
  • poëtisch: aandacht besteden aan de (schoonheid van de taal): ‘het regent, het zegent!’
  • fatisch: het spraakkanaal zelf controleren: ‘ik hoor je niet!’
  • metatalig: over de gebruikte taal zelf spreken: ‘je kunt dat ook wat aardiger zeggen!’

Ik geef bij ieder van de functies een voorbeeld, maar het idee is dat iedere taaluiting ieder van deze zes functies min of meer tegelijkertijd draagt. ‘Wat een kutweer’ is een gevoelsuitstorting, maar drukt óók informatie uit over de stand van de wereld, en kan ook een aansporing zijn om de paraplu op te steken. Het kan daarnaast ook een loze mededeling zijn, die er vooral op gericht is dat duidelijk is dat spreker en luisteraar elkaar nog verstaan, en voor sommigen heeft de uitspraak misschien een betoverende schoonheid.

Schoonzus

Roman Jakobson

Tegelijkertijd zullen veel mensen de eerste drie functies van Jakobson als centraler beschouwen dan met name de laatste twee, die toch meer afgeleid lijken. Toch bestaat heel veel van onze communicatie uit fatische en metatalige uitspraken. Er gaat nu eenmaal voortdurend van alles mis tijdens gesprekken, waardoor we de ander niet goed kunnen volgen, of niet begrijpen. Het gaat over voortdurende korte en kleine misverstanden die we zo efficiënt meteen oplossen dat ze nauwelijks opvallen. Maar ze gebeuren wel.

De zes functies van Jakobson zijn wel allemaal gebaseerd op de gedachte dat we met taal iets communiceren: dat bij taalgebruik een spreker en een luisteraar (een schrijver en een lezer) betrokken zijn, en een boodschap die een en ander moet overdragen: informatie over de wereld om ons heen, gevoelens van de spreker, de noodzaak voor de luisteraar om een bepaalde handeling te verrichten.

Eén mogelijke andere functie die buiten dit schema valt is dat we met taal de werkelijkheid om ons heen ook structuur geven. Mijn favoriete voorbeeld is dat van de schoonzus. Apen hebben vermoedelijk geen schoonzussen. Althans, we kunnen natuurlijk stambomen van apen construeren en daar dan uit afleiden dat Ada een schoonzus is van Lulu, maar het is onwaarschijnlijk dat dit concept bestaat in de beleving van de apen. Wij hebben het wel, maar alleen bij gratie van het feit dat we taal hebben, die ons in staat stelt dit soort categorieën vast te stellen. En zo is een groot deel van onze sociale werkelijkheid gemaakt door taal: geld, verkeersregels, verjaardagen, langdurige contracten – het zijn allemaal zaken die zonder taal vermoedelijk niet zouden bestaan. Taal maakt in die zin de werkelijkheid.

Als-dan-scenario’s

Ook het vertellen van verhalen lijkt een duidelijke functie van taal, die niet makkelijk in Jakobsons schema valt in te passen. Ook in dit geval creëren we een werkelijkheid die niet zonder taal zou kunnen bestaan. Verhalen vertellen is iets dat mensen in veel, zo niet in alle, culturen doen. In die gevallen worden mededelingen gedaan over zaken die niet per se tot ‘de wereld om ons heen’ behoren, en die ook niet exclusief de bedoeling hebben om gevoelens uit te drukken. Zoiets geldt trouwens ook voor gedichten, die ook niet ‘waar’ of ‘onwaar’ zijn op de manier waarop gewone mededelingen dat zijn en die ook niet noodzakelijkerwijs de actuele gevoelens van de dichter uitdrukken. Het gaat hier, met andere woorden, om een literaire functie die net iets anders is dan de ‘poëtische functie’ van Jakobson: niet als een manier om de aandacht te vestigen op de taal zelf, maar om iets te maken dat helemaal uit taal bestaat.

Nóg een functie, of in ieder geval iets waarvoor we taal gebruiken, is sociaal. Je hoeft meestal een spreker van je eigen moedertaal maar een paar seconden te horen om van alles over die persoon te weten: waar ze vandaan komt, hoe oud ze ongeveer is, wat haar sociale achtergrond is, enzovoort. We gebruiken taal in die zin om elkaar in te delen in groepen. Voor die functie gebruiken we ook allerlei andere menselijke eigenschappen (de kleding die iemand draagt, het lichaam dat iemand heeft), maar met taal kunnen we die sociale classificatie in heel veel detail uitvoeren.

Een laatste functie die de moeite van het vermelden waard is, is: denken. Plannen maken, als-dan-scenario’s verzinnen, binnen die als-dan-scenario’s weer nieuwe als-dan-scenario’s inbedden: het zijn zaken die moeilijk denkbaar lijken zonder taal. Of op zijn minst zijn het vormen van denken die erg lijken op wat we doen als we zinnen construeren en gesprekken met elkaar construeren. Dit is misschien wel de functie waar we het minst over weten, simpelweg omdat we nog steeds geen toegang hebben tot de gedachten, althans alleen tot onze eigen gedachten. Toch is niet uitgesloten dat dit weleens een zeer belangrijke functie van taal zou kunnen zijn: dat het homo sapiens evolutionair enorm heeft geholpen om ingewikkelde plannen te kunnen maken.

Technologieën

Je kunt denken met taal op twee manieren begrijpen: als iets dat we binnen in ons hoofd doen, of iets dat we eigenlijk altijd doen in gesprek met elkaar. In het eerste geval kun je zeggen dat taal ook een cognitieve functie heeft – ik kan bepaalde dingen simpelweg niet denken zonder gebruik te maken van de neurologie van mijn taalvermogen. In het tweede geval kun je zeggen dat taal een coördinerende functie heeft – hij zorgt ervoor dat we met andere mensen min of meer op één lijn zitten, zodat we niet alles zelf hoeven te bedenken, maar gebruik kunnen maken van elkaars gedachten.

Ik heb het dan nog niet eens gehad over functies die we aan taal kunnen geven als we technologieën toevoegen. Zoals het schrift, dat het mogelijk maakt om afspraken vast te leggen en om mededelingen te doen aan lezers die honderden jaren na ons leven, en zo onszelf een beperkte vorm van onsterfelijkheid te verschaffen.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: functie, taalkunde, Wat iedereen moet weten over taal

Lees Interacties

Reacties

  1. Ad Foolen zegt

    18 augustus 2025 om 22:59

    Uiteraard helemaal eens met de keuze van de functielijst van Roman Jakobson als uitgangspunt voor een reflectie over de functies van taal. Een paar opmerkingen daarbij. De door Marc gegeven omschrijvingen van elk van de zes functies zijn wel erg kort, waardoor misschien niet altijd duidelijk is wat Jakobson met de betreffende functie bedoelde. Bij ‘poëtisch’ is de omschrijving: “aandacht besteden aan de (schoonheid van de taal): ‘het regent, het zegent!’ Het voorbeeld is hier duidelijker dan de omschrijving, waar ook iets misgegaan lijkt met de haakjes. Jakobson zelf geeft o.a. als voorbeeld: ‘veni, vidi, vici’. En een ander voorbeeld dat hij geeft: A vraagt B waarom die altijd ‘Joan and Margery’ zegt en nooit ‘Margery and Joan’. B antwoordt: “… it just sounds smoother.” Dat is inderdaad het punt waar het Jakobson om gaat: Formuleringen worden soms (of vaak) zo en zo gekozen omdat ze beter klinken dan een alternatieve formulering die inhoudelijk op hetzelfde zou neerkomen.
    De toelichting bij de fatische functie is: “Het spraakkanaal zelf controleren: ‘ik hoor je niet!’ Jakobson zou zo’n uiting inderdaad primair fatische functie toekennen. Maar de voorbeelden die hij in aansluiting bij Malinowski geeft, illustreren vooral dat het mensen er vaak om gaat dat ze aan elkaar te kennen willen geven dat ze in communicatief contact zijn, waarbij het er helemaal niet toe doet wat er precies gezegd wordt. De functie van een praatje over het weer bij de bushalte tussen mensen die elkaar verder niet kennen, zou Jakobson als primair fatisch benoemen.
    Bij de referentiële functie tekent Marc aan dat we met taal niet alleen praten over bestaande werkelijkheid maar die werkelijkheid door onze begripsonderscheidingen mede vormgeven of zelfs in het leven roepen: “Taal maakt in die zin werkelijkheid.” Roman zou zeker niet tegen deze stelling zijn, maar hij zou er geen aanleiding in zien om daar een aparte functie van te maken. Hij zou zeggen: Je hebt gelijk, referentieel kun je beter ‘conceptueel-referentieel’ noemen. De cognitieve linguïstiek zet ook juist op deze nuancering van deze functie in.
    Marc noemt ook ‘verhalen vertellen’ en ‘denken’ als functies die aan het lijstje van Jakobson toegevoegd zouden kunnen worden. Opnieuw zou Roman zeggen: Dat zijn verdere uitwerkingen van de conceptueel-referentiële functie.
    Tenslotte de sociale functie die Marc noemt. Aan de hand van iemands taalgebruik kun je die persoon vaak voor een deel ‘plaatsen’ op het punt van regionale herkomst, beroep, etc. En het zal zeker ook zijn dat iemand dit bewust inzet: Door op een bepaalde manier te praten wil de spreker iets van zijn/haar sociale identiteit laten zien. Deze functie komt wat mij betreft wel in aanmerking om aan het lijstje van Jakobson toegevoegd te worden. Dan komen we daarmee (voorlopig) op zeven!

    Beantwoorden
    • Marc van Oostendorp zegt

      19 augustus 2025 om 10:41

      Ik heb geen idee wat Jakobson wel of niet zou zeggen, maar het lijkt mij zinnig om verwijzingen naar de werkelijkheid buiten taal (‘het regent’) te onderscheiden van het creëren van werkelijkheden met taal: dat geldt dan zowel voor sociale werkelijkheden (‘ik noem u de Johanna Maria’) als voor fictie (‘er waren eens twee kaboutertjes’). Een verschil is bijvoorbeeld dat de zin van het eerste type waar of onwaar kan zijn, en de andere zich aan die categorisering onttrekken, enfin, alle inzichten die de afgelopen decennia zijn verkregen over met name taalhandelingen.

      Beantwoorden
  2. Ad Foolen zegt

    19 augustus 2025 om 11:34

    Mee eens dat we de lange lijst van taalhandelingen kunnen zien als een van de manieren om de functies van taal te verkennen. Er is steeds ook geprobeerd om die lijst in te delen in een aantal categorieën, en dan ben je weer bij een te overziene functielijst. Voor de taalkunde is het functionele perspectief vooral van belang vanwege de impact van functies op taalstructuur, de onderscheiden zinstypen met name en gemarkeerde structuren voor de emotieve functie en voor markering van sociale identiteit.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Marc van OostendorpReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Frans Budé • Parkscènes

Hij begroet de bomen, zwaait naar de eenden
in de vijver, de blinkende kiezels op de bodem.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d