1. In Gorters bundel Verzen uit 1903 is dit gedicht te vinden: Aan Henriette Roland Holst Gij schoone vrouw, in wie gedachte leeft en brandt van vrijheid en van éénheid, en die toch dat verterend vuur omgeeft met 't zachte dons van blijheid en alleenheid. O zie haar zachte oog naar ons uitstralen als hoopvolste en … [Lees meer...] overDichters over Gorter: Henriette Roland Holst
Wat je ziet en wat je leest (5 en slot)
Over 'De wereld zien is jezelf leren kennen' van Ton van 't Hof Een dagboek lezen komt aardig in de buurt van een gedichtenbundel lezen. Een lezer neemt afgeronde partjes tekst tot zich waaraan de schrijver aandacht heeft besteed. In plaats van een lyrisch ik is er een dagboek-ik. Het dagboek-ik beschrijft ervaringen in een hier en nu. Een lyrisch ‘ik’ doet dat misschien … [Lees meer...] overWat je ziet en wat je leest (5 en slot)
Wat je ziet en wat je leest (4)
Over De wereld zien is jezelf leren kennen van Ton van 't Hof Van 't Hof begint zijn lectuur van The materials, Oppens tweede bundel, met het eerste gedicht, ervaart dat de ‘sobere maar precieze bewoordingen' toch het een en ander te raden overlaten - ‘wie zijn die mannen in de kamer’ - en stelt vast dat het meteen al in het openingsgedicht gaat om fundamentele kwesties: … [Lees meer...] overWat je ziet en wat je leest (4)
Wat je ziet en wat je leest (3)
Over 'De wereld zien is jezelf leren kennen' van Ton van 't Hof De dichter George Oppen is niet of nauwelijks doorgedrongen tot het Nederlandse literaire circuit. Niet vertaald en niet opgenomen in bloemlezingen – ik ga af op mijn geheugen; ik bevind me ver van mijn boekenkast, Afghanistan ligt ongeveer halverwege -, niet te gast op Poetry International. Internetbronnen … [Lees meer...] overWat je ziet en wat je leest (3)
Wat je ziet en wat je leest (2)
Over 'De wereld zien is jezelf leren kennen' van Ton van 't Hof Het was net in de periode waarin hij zich in de wonderlijke wereld der dichters was gaan manifesteren: “Toen ik in Afghanistan arriveerde zat ik, in mijn vrije tijd, tot over mijn oren in de poëzie.” Van 't Hof blogde over poëzie, had met Chrétien Breukers het inmiddels legendarische weblog De contrabas … [Lees meer...] overWat je ziet en wat je leest (2)
Wat je ziet en wat je leest (1)
Over een dagboek van Ton van 't Hof Af en toe schrijf ik wel eens wat. Over Herman Gorter bijvoorbeeld en over hoe dichters al gedurende bijna anderhalve eeuw reageren op zijn werk. Soms brengt poëzie iets te weeg bij lezers en wanneer die lezers dichters zijn, wordt het dubbel zo interessant. Wat herkennen ze, hoe verwerken ze het? Als het meezit, licht er in twee oeuvres … [Lees meer...] overWat je ziet en wat je leest (1)
Dichters over Gorter: Erik Bindervoet
In de bundel Aap uit 2002 zijn deze twee kwatrijnen te vinden: Blijf toch dromen van dat arbeidersparadijs! Blij dans je op de strandmuur En je hoeft er nooit schone sokken aan! O zoete tijden die zijn dan. Hyperactief vallen mokknikkers en pruilfluitjes In brijz'len op de hinkels. De Geest der Nieuwe Mensheid gruist: te lang Is de nederlaag … [Lees meer...] overDichters over Gorter: Erik Bindervoet
Dichters over Gorter: Mieke van Zonneveld
In de bundel Leger uit 2017 zijn de volgende twee gedichten te vinden: Dagboek van een lentemeisje ik wilde wel vergaan in ’t licht te loore. (Gorter) I Er was in mijn ogen de glinstering van één die verlangend uit wandelen ging, het zonlicht wenkte hoog en ver, ik wilde nooit meer bij hem weg, er waren ook vogels en … [Lees meer...] overDichters over Gorter: Mieke van Zonneveld
Dichters over Gorter: Willem Kloos (II)
Vlak voor de wending, zoals gebruikelijk en gepast, ook in dit scheldsonnet een apotheose: de verwijten culmineren in 'Gij, aarts-verknoeier onzer schoone Taal’ in regel acht. In de kwatrijnen van gedicht 17, twee scheldsonnetten verder, gaat Kloos daarop door: (...)En Gorter niets dan een ellendig knoeierMet Hollands taal, die hij meent zijn een dwaas-Toevallig … [Lees meer...] overDichters over Gorter: Willem Kloos (II)
Dichters over Gorter: Willem Kloos (I)
Op 1 november 1893 verscheen het eerste nummer van de negende jaargang van De Nieuwe Gids en daarin was dit gedicht te vinden: Tegen Herman GorterO quasi-geniaal en manlijk-willend,Maar au-fond zwak en idioot-brutaalWezentje, kind-zwak, maar geen kind, die, vaalIn uw-zelfs wezen, gaat, en schijnbaar tillendEen hooge kracht gaat. Wezen schijnbaar staal,Maar ijzer … [Lees meer...] overDichters over Gorter: Willem Kloos (I)
Dichters over Gorter: Jan Kuijper (II)
In 1990 ontving Jan Kuijper voor Tomben de Jan Campert-prijs. In een interview met de NRC licht hij zijn werkwijze toe. De toe-eigening van het werk van een dichter blijft beperkt tot een enkele regel: 'Ik heb bijvoorbeeld niet geprobeerd om de stijl van Boutens na te volgen. En om de stijl van Gorter als sonnettendichter lach ik me altijd een hoedje. Als ik … [Lees meer...] overDichters over Gorter: Jan Kuijper (II)
Dichters over Gorter: Jan Kuijper (I)
In Tomben, een bundel van Jan Kuijper uit 1989, is dit gedicht te vinden: De tombe van Herman Gorter De tonen met hun oog en sombre kin kijken van alle kanten op mij neer. Trillingen staan en verdwijnen niet meer, behalve als ik bij het begin begin van wat de stilte hart verleent en zinen alles wat verklonken is klinkt weer. Ik sta te … [Lees meer...] overDichters over Gorter: Jan Kuijper (I)
Dichters over Gorter: Hendrik Marsman (II)
"De Internationale Revue i 10 wil een orgaan zijn van alle uitingen van den modernen geest, een dokumentatie van de nieuwe stroomingen in kunst en wetenschap, philosophie en sociologie." Het klinkt als de eerste zin van een beginselverklaring en dat was het ook. i 10 verscheen van januari 1927 tot de zomer van 1929 en de ambities leken te worden waargemaakt. … [Lees meer...] overDichters over Gorter: Hendrik Marsman (II)
Dichters over Gorter: Hendrik Marsman
Het eerste nummer van De gids in 1931 bevatte dit gedicht: Twee meeuwen In memoriam Herman Gorter- Tegen den avond liep het, de schemeringhad de oneindigheid, tusschen de golvenen den hoogen hemel heel luchtig grijs getint;de zee was stil, bijna al ingeslapen;haar golfslag had, in ruischend ademhalende … [Lees meer...] overDichters over Gorter: Hendrik Marsman
Dichters over Gorter (2): Robert Anker
In Onvergetelijke toegewijde trouweloze tijd, Robert Ankers bundel uit 2015 die zijn laatste zou zijn, is dit gedicht te vinden: Tennis met GorterIk speelde laatst een partijtje tennis met Herman Gorter, Gorter won Maar daar ging het niet om, ook niet om de adviezen die hij gaf Over het net heen hoe ik betere gedichten zou kunnen schrijven Want de poëzie is geen tennis dat … [Lees meer...] overDichters over Gorter (2): Robert Anker
Verbondenheid alom
de kat van de muziekschool is de titel op de kaft van een cassette die zich een 'gedicht’ noemt. In de cassette bevinden zich zes katerntjes met op de bladzijden af en toe enkele woorden. In de hele cassette zijn we geen kat tegengekomen; wel lijken muzikale principes een rol te spelen bij de manier waarop de weinige woorden over de pagina's zijn verdeeld. Wat te denken van de … [Lees meer...] overVerbondenheid alom
Meegeven
Het laatste katern van de kat van de muziekschool lijkt iets van die harmonie te realiseren. Wat de vorm betreft is dit het meest regelmatige van alle ‘Velden'. Tekst staat alleen maar op de plaats waar je het zou verwachten: op de linker pagina, op een kwart van boven. Twee keer wordt minimaal gevarieerd op wat veel weg heeft van een muzikaal motief of thema en juist daardoor … [Lees meer...] overMeegeven
Verdragen
Veld 7, het een na laatste katern in De kat van de muziekschool, lijkt in het teken te staan van scepsis en pessimisme. Wie de kat ook is, heel gelukkig lijkt hij of zij niet. Halverwege het katern vernemen we dat de zon terug is. We krijgen het te horen: de zin wordt afgesloten met een aanhalingsteken zoals dat gebeurt bij elke zin in dit Veld. Alleen tegen het slot zijn twee … [Lees meer...] overVerdragen
Bij deze
De verre uittrap op de kaft van Veld 4 gaat over 23 lege bladzijden, een imaginair Veld 5 en komt dan neer in Veld 6. Niet op de plek waar je het zou verwachten: op de linker pagina, op een kwart van boven enz. Op de rechter pagina staat, ook niet op de plek waar je het zou verwachten: goedkomtgoed komt De bal komt goed neer? Alles zal goed komen? De plek van het … [Lees meer...] overBij deze
Tot zijn beschikking heeft
Veld 1 in de kat van de muziekschool ontbreekt en Veld 2 begint met vier lege bladzijden. Op de negentien bladzijden die volgen, staat op één uitzondering na een korte tekst op de linker bladzijde op de plaats die we inmiddels kennen: op een kwart van de pagina en zonder marge. Zeven keer is het een eenregelige tekst, met één keer slechts één woord: duurt.’ De punt en het … [Lees meer...] overTot zijn beschikking heeft
Van binnen
Aan het slot van het doel van de opticien vinden we de grote uitzondering in het hele project van twee cassettes met een ‘gedicht’ en daarin totaal elf katernen – althans wat de katernvorming betreft. Het laatste katern, met als enige een blanco voorkant, bevat twee katernen. Het getal 88 staat op wat normaal de eerste tekstbladzijde zou zijn en 89 meteen na het … [Lees meer...] overVan binnen
Verdragen
Veld 7, het een na laatste katern in De kat van de muziekschool, lijkt in het teken te staan van scepsis en pessimisme. Wie de kat ook is, heel gelukkig lijkt hij of zij niet. Halverwege het katern vernemen we dat de zon terug is. We krijgen het te horen: de zin wordt afgesloten met een aanhalingsteken zoals dat gebeurt bij elke zin in dit Veld. Alleen tegen het slot zijn twee … [Lees meer...] overVerdragen
Bij deze
De verre uittrap op de kaft van Veld 4 gaat over 23 lege bladzijden, een imaginair Veld 5 en komt dan neer in Veld 6. Niet op de plek waar je het zou verwachten: op de linkerpagina, op een kwart van boven enz. Op de rechterpagina staat, ook niet op de plek waar je het zou verwachten: goedkomt goed komt De bal komt goed neer? Alles zal goed komen? De plek van het … [Lees meer...] overBij deze
Er
Na de presentatie van enkele aanwezigheden in Veld 2, de aanwezigheid van leven, een verleden en dichterlijk materiaal, lijkt Veld 3 in het teken te staan van zelfreflectie. Heel letterlijk: een tekst toont zichzelf door te verwijzen naar zichzelf. Twee woorden zijn belangrijk: ‘er’ en ‘plukje'. ‘Er' komt het meest voor, ‘plukje’ twee keer en dan alleen in de tweede helft van … [Lees meer...] overEr
Tot zijn beschikking heeft
Veld 1 in de kat van de muziekschool ontbreekt en Veld 2 begint met vier lege bladzijden. Op de negentien bladzijden die volgen, staat op één uitzondering na een korte tekst op de linker bladzijde op de plaats die we inmiddels kennen: op een kwart van de pagina en zonder marge. Zeven keer is het een eenregelige tekst, met één keer één woord: duurt.’ De punt en het … [Lees meer...] overTot zijn beschikking heeft