Ons verwantschapswoord sibbe, de evenknie van Engels sib in sibling, was ooit verbonden met gedachten over vrede en verzoening en kon oorspronkelijk wel eens naar achting en zorg verwezen hebben, net zoals de vergeten volksbenaming diede. Sterke banden Heden staat het vrouwelijke sibbe te boek als een woord voor ‘gezamenlijke verwanten’ … [Lees meer...] overHet belang van sibbe
Op zoek naar zinnige zwamnamen
Het getuigt niet van een diepe band met het land dat we inheemse paddenstoelen vaak aanduiden met vreemde woorden als amaniet, boleet en mycena—en dat terwijl het Duits eigen goed als Wulstling, Röhrling en Helmling heeft. Er is werk aan de winkel! Volksnamen Onze taal heeft zwam bij erfenis uit het Germaans en kent ook al … [Lees meer...] overOp zoek naar zinnige zwamnamen
De þ die een s werd
Menige moedertaalspreker van Nederlands, Duits of Frans maakt van de Engelse th een s en zegt niet I think maar I sink. Lach erom maar weet: onze eigen taal had ooit dezelfde th, de Germaanse þ, en die heeft zich soms ontwikkeld tot een s. Klankverschuivingen Spelling daargelaten, de … [Lees meer...] overDe þ die een s werd
Een andere naam voor een oude bekende
Sinds de laatste ijstijd is hij op eigen kracht wel nooit zo ver noordelijk als Nederland gekomen, getuige ook de zuidelijke oorsprong van zijn naam kastanje. Toch verdient deze boom ook een of twee namen vanuit de wortels van onze eigen taal. We hebben het hier over de tamme kastanje, die zich vooral kenmerkt door zijn glanzend bruine, eetbare noten in groene … [Lees meer...] overEen andere naam voor een oude bekende
Van balken en zuilen
De bouw behelst vanouds een boel onderdelen die allemaal hun eigen woord hebben. Ver terug gaan balk en zuil. Het een wordt nu meestal begrepen als liggend en hoekig, het ander als staand en rond, maar beide zijn ooit wel met dezelfde betekenis begonnen. Balk De hoge ouderdom van balk met betrekking tot de bouw blijkt uit het bestaan van vele … [Lees meer...] overVan balken en zuilen
Het boswoord ‘vorst’
In de vroege middeleeuwen, eerst in het Frankenrijk, verschijnt er een woord voor ‘bos’ en ‘koninklijk jachtgebied’ in vormen als Latijn forestis en Oudhoogduits forst. Wat betekende het eerst en is het van Romaanse of toch Germaanse oorsprong? Bijzonder gebruik In de overlevering van het Nederlands was het woord nooit rijkelijk aanwezig en inmiddels is het … [Lees meer...] overHet boswoord ‘vorst’
De doler: een vertaling in stafrijm
Een oude, eenzame man slijt zijn dagen dolend in gemis van heer en hal, van vrienden gevallen in strijd, maar vertrouwt in God. Zo gaat het Oudengelse gedicht dat bekend staat als The Wanderer en hier nu naar het Nederlands vertaald is. Korte inleiding Wie het inmiddels beroemde werk wrocht en wanneer is onbekend, maar het moet ergens in de negende of tiende eeuw gedaan … [Lees meer...] overDe doler: een vertaling in stafrijm
De kauw verkondigt!
Heden in steden als leden van bendes, vroeger zag men kauwen als luide voorspellers van regen, wind en meer. Daaraan herinnere niet alleen kauw maar ook hun andere naam, bewaard in onder meer Limburgs daol en Engels jackdaw. Hoe ze luiden Ka! roept de kauw, die vroeger ook ka heette, in sommige streken nog steeds, dus het is gauw … [Lees meer...] overDe kauw verkondigt!
Onder bore gevel
Een oud woord hervonden is als een erfstuk ontvangen, te meer als het lang geleden in eigen taal gewrocht is. Werd het ooit door dichters gebruikt om verheven stijl in stafrijm te drijven? Een zo’n kleinood luidt boor en beduidt ‘hoog, verheven’. Zeldzaam Behalve misschien in de Belgisch-Limburgse oordnaam Borlo is dit woord in zijn oorspronkelijke, … [Lees meer...] overOnder bore gevel
Engeland, maar dan Nederlands
Talen vertakken en groeien uiteen, zoals het Nederlands en Engels uit het Germaans. Maar stel dat men aan beide zijden van de Noordzee al die tijd dezelfde taal gesproken heeft: de onze. Dan zou de kaart er iets anders uitzien. Deze heftige dagdroom is bezield door een andere kaart, onlangs gemaakt en op Twitter gedeeld door de taalkundige Guus Kroonen: van een … [Lees meer...] overEngeland, maar dan Nederlands
Over duinen en tuinen
Hoewel het Nederlands een Germaanse taal is wordt de oorsprong van duin en tuin vaak in het Keltisch gezocht. Tezamen zouden ze zelfs verschillende ontleningen van een en hetzelfde Keltische woord zijn. Maar hoe aannemelijk is dat? Takken en tuinen Als vertakkingen van de Indo-Europese taalboom zijn het Germaans en het Keltisch verwanten van elkaar, al … [Lees meer...] overOver duinen en tuinen
De weg door het veen bij het Drentse dorp Een
Sinds mensenheugenis was Drenthe van Friesland gescheiden door eindeloos veen, een onland dat op een enkele plek smal genoeg was om dwars door te steken. De Germaanse benaming voor deze oude weg schuilt er nog in de oordnaam Een. Het vroegere landschap Duizenden jaren was de uitgestrekte laagvlakte van het noordelijk Avondland doortrokken van veen en ander drasland. … [Lees meer...] overDe weg door het veen bij het Drentse dorp Een
Red het Nederlands van de managers
De zet van minister Dijkgraaf om de verengelsing en verwerelding van ons hoger onderwijs te beteugelen heeft geleid tot grote ophef en ontsteltenis. Wat opvalt: er is weinig gevoel voor het Nederlands als iets van eigen waarde. Zorgen en voornemens Op 21 april dit jaar lichtte minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) de Tweede Kamer bij … [Lees meer...] overRed het Nederlands van de managers
De ergste belediging bij de Germanen
Het kon u wettelijk de kop kosten in delen van de Germaanse wereld: een ander man erg noemen. Het wilde zeggen dat hij laf en verwijfd ware. Of in de eerdere betekenis van dit ooit uiterst beladen woord: als een vrouw ontvankelijk voor mannen. Terug in eigen taal Tegenwoordig betekent Nederlands erg zoveel als ‘ernstig, zeer onaangenaam, bedenkelijk’, … [Lees meer...] overDe ergste belediging bij de Germanen
Het ie in ieder, iemand, iets en meer
Dat woorden als ieder, iemand en iets niet slechts door toeval op elkaar lijken zullen de meeste sprekers wel aanvoelen. Het ie dat ze gemeen hebben was vroeger een woord op zich: het is de Nederlandse evenknie van Duits je ‘ooit’ en eigenlijk een vorm van eeuw. Levenstijd We beginnen bij het Germaans, de voorloper van onze … [Lees meer...] overHet ie in ieder, iemand, iets en meer
Kijntijd
De knoppen barsten weer van het blad, dat zich kunstig ontvouwt en voortgroeit tot de volle tooi van bomen en kruiden. Wee dan de ziel die er niet stil bij staat om goed en nader te kijken. En weet ook: het oude woord voor dit schouwspel—dit groene uitbarsten—is het kijnen. Bij de verschillende bomen komt het lover nooit gelijktijdig. Hagedoorn en berk zijn er telkens … [Lees meer...] overKijntijd
De a die eigenlijk geen a is
Niet zelden leidt misbegrip van een spelling tot een nieuwe uitspraak die vervolgens ook nog eens ingang vindt. Soms gaat het dan om een gewestelijke vorm die verkeerd ‘vernederlandst’ wordt, zoals gebeurd is met namen als Ten Kate en Kerkrade met hun oneigenlijke a. Verdonkering Het Noordwestgermaans, de voorloper der Noord- en Westgermaanse … [Lees meer...] overDe a die eigenlijk geen a is
Turen is tuur hebben
Bij aanvang van de zestiende eeuw duikt het werkwoord turen op in onze schriftelijke overlevering. Schijnbaar uit het niets, want buiten de Lage Landen lijkt het nagenoeg niet bekend. Naar zijn herkomst is eerder enkel gegist, maar het zou wel eens de evenknie van een welbekend Engels woord kunnen zijn. Een blik noordwaarts Volgens het redelijk jonge en … [Lees meer...] overTuren is tuur hebben
Een oude kunst met vezels
Het weinig bezongen wonder dat wij papier noemen, een handzaam vel gemaakt uit een brij van vezels, werd meer dan tweeduizend jaar geleden uitgevonden in het oosten des Morgenlands. Het woord daarentegen komt van elders en sloeg op iets anders. Dat nodigt uit tot een nieuwe, nauwere verwoording. Met repen in de weer Reeds lang geleden aan de oevers van de Nijl … [Lees meer...] overEen oude kunst met vezels
Een oud woord voor ‘donker’
Het wordt heden verondersteld dat Engels dun ‘bruingrijs’, voorheen ‘donker’, ontleend is aan het Keltisch, een taal waarvan vormen ooit in heel Brittannië gesproken werden. Er zijn echter aanwijzingen dat het wel degelijk een Germaans woord is, met vermoedelijke evenknieën in Nederlandse achternamen als Donders en Dunning. Gebruik in Engeland Het … [Lees meer...] overEen oud woord voor ‘donker’
De Heer der Ringen: Tolkien opnieuw vertaald
Sinds de verschijning van The Lord of the Rings van J.R.R. Tolkien is in al die jaren maar één Nederlandse vertaling uitgegeven, het bekroonde werk van Max Schuchart. Gezien de invloed en taalkundige diepgang van het boek kunnen we ons afvragen of een andere poging geen kwaad kan; een die bijvoorbeeld geen elfen maar elven heeft. Groot … [Lees meer...] overDe Heer der Ringen: Tolkien opnieuw vertaald
De r in de ontwikkeling des Nederlands
ijk als de verscheidenheid in uitspraak van onze r thans is, vroeger ging zij vooral met de tip van de tong. Die gewoonte heeft de nodige sporen achtergelaten in allerhande Nederlandse woorden. Hoe dan ook hebben weinig medeklinkers in de geschiedenis van onze taal zo op hun omgeving ingewerkt als de r. Een bonte verzameling Enkele jaren terug kon de … [Lees meer...] overDe r in de ontwikkeling des Nederlands
Etymologica: Het raadsel van roest
Met ons woord voor ijzerbederf is iets vreemds aan de hand: roest en kennelijke evenknieën als Duits Rost en Engels rust zijn alle van Germaanse oorsprong doch niet of maar moeilijk te herleiden tot een enkele, gemeenschappelijke voorloper. Dit bemoeilijkt de algemeen aanvaarde duiding dat het woord verwant is aan rood. Verschil in … [Lees meer...] overEtymologica: Het raadsel van roest
Etymologica: Leeuwarden en andere warden
Tot ver in de middeleeuwen wonen de meeste Friezen op verhoogde erven verstrooid over een wijd, zeebetwist kwelderland dat bij hoge vloed telkens weer overstroomt, tot aan het uitgestrekte achterland met zijn veen en broekbossen. Een van die erven groeit uit tot een hoofdstad, met een naam die nog altijd een duiding vergt. Een ander land, een eigen taal Door de macht van … [Lees meer...] overEtymologica: Leeuwarden en andere warden
Noch jimmer de simmer
In de benaming van het warme jaargetijde vallen Fries en Schots simmer op met hun afwijkende klinker, zo naast Engels summer, Zweeds sommar, Duits Sommer en Nederlands zomer. Deze is te begrijpen vanuit—en vertelt ons iets over—de verloren, oeroude verbuiging van het woord. Een onverwachte klank Zowat alle herkomstkundige woordenboeken … [Lees meer...] overNoch jimmer de simmer