Deze week vijf Russische gedichten, gekozen, vertaald en toegelicht door Hans Boland, in 2015 winnaar van de Martinus Nijhoffprijs. Vandaag als tweede een gedicht van Marina Tsvetajeva. Toelichting onder het gedicht. Vlammende, rosse Lijsterbestrossen. Nazomerzon. Mijn leven begon. Zaterdag. Klokken, Honderden, klonken, Galmden om strijd, Sint-Jan gewijd. … [Lees meer...] overGedicht: Marina Tsvetajeva – Vlammende, rosse lijsterbestrossen
20e eeuw
Gedicht: Velimir Chlebnikov – Grijnsbezwerend
Deze week vijf Russische gedichten, gekozen, vertaald en toegelicht door Hans Boland, in 2015 winnaar van de Martinus Nijhoffprijs. Vandaag als eerste een gedicht van Velimir Chlebnikov. Toelichting onder het gedicht. Grijnsbezwerend (Заклятие смехом) O, vergrijnst u, grijnzelaars! O, begrijnst u, grijnzelaars! Alle grijnzen grijnzenden, en gegrijnsden, en … [Lees meer...] overGedicht: Velimir Chlebnikov – Grijnsbezwerend
Gedicht: Ida Gerhardt – Radiobericht
'Radiobericht' was in 1993 een van de tien favoriete gedichten van Anna Enquist. Radiobericht Te Grave beneden de sluis voorbij de zware deuren mag mij het water sleuren en kantelen met geruis. - Grave beneden de sluis. 'Wij geven de waterstand.' … [Lees meer...] overGedicht: Ida Gerhardt – Radiobericht
Gedicht: Eva Gerlach – Kijk!
'Kijk!' was in 1993 een van de tien favoriete gedichten van Anna Enquist. Kijk! Zon. Vang hem die ik elke nacht kwijtraak bij dag waarin ik nooit meer met hem loop en zeg dat hij hier komt. Dat hij nog eenmaal zijn gezicht neerlegt in mij met scherpste naalden, jodiumtinctuur, een vogelveer waarop salpeterzuur; merk dat hem doof uitspaart. … [Lees meer...] overGedicht: Eva Gerlach – Kijk!
Als men leeft voor iets, dat niet bestaat
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (115) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Een van de wonderlijkste vaardigheden die een mens kan ontwikkelen, is het gevoel voor rijm. Er doemen al meteen allerlei vragen op waarop ik nog nooit een bevredigend antwoord gelezen heb: waarom geeft … [Lees meer...] overAls men leeft voor iets, dat niet bestaat
Gedicht: Werner Verstraete – De ruiter van het landgoed Paawe
De ruiter van het landgoed Paawe De ruiter van het landgoed Paawe nam zijn oude schimmel uit de kast Langzaam ging de rit naar Jawe langs de haver naar de bleke grauwe stad Als ik weerkom zei de ruiter is de zon een kleine knop is het landgoed Hindemith … [Lees meer...] overGedicht: Werner Verstraete – De ruiter van het landgoed Paawe
Gedicht: Max de Jong – Anekdote
Anekdote De gracht een lasso om het eng plantsoen, (alsof zich zo het paradijs liet vangen!) – er zijn wat trotse bomen blijven hangen, gevangen in een kluit ontkleurend groen; en zelfs een bank, een uitgesproken bank! met twee zich minnenden, wier monden kleven in een verband dat, opgevat als leven, het voorwerp werd van hun oprechte dank. … [Lees meer...] overGedicht: Max de Jong – Anekdote
Gedicht: Jan Boerstoel – Spoeddebat
Spoeddebat Je zou je regelrecht in Artis wanen: een kleine kikker kwaakt en blaast zich op, luid toegejuicht door kippen zonder kop, de ezels huilen krokodilletranen. Een zevenslaper zit discreet te snurken, een zwartekousenkraai krast ach en wee, de ratelslang heeft weer eens geen idee, maar wijt in stilte alles aan de Turken. Ziedaar een blik in 's lands … [Lees meer...] overGedicht: Jan Boerstoel – Spoeddebat
Gedicht: Aad Nuis – Binnenhof
Binnenhof Het stille hart van wervelwinden in dit glas water, Nederland, waar ik mij steeds terug moet vinden naast dagtoerist en demonstrant. Bestaat dit echt of zijn wij spoken, figuren dansend hand in hand, gedurig in koud vuur ontstoken door woorden van dor zand? Ga maar bij dichter, boeren kijken: hun taal, hun grond, vast in de hand. Hier blijft de … [Lees meer...] overGedicht: Aad Nuis – Binnenhof
Gedicht: Ida Gerhardt – Lente
Lente Voorzichtig beginnen te spelen binnen een groenende koelte de bloemen met name te groeten en van harte te ontsluiten aarzelende kamers. Het brood met elkaar te delen, de koele beekval te voelen. En in de avond te wachten de bevende witte vlinders; de kamperfoelie gaat open. Ida Gerhardt (1905-1997) Ida Gerhardt: genootschap • dbnl • kb • … [Lees meer...] overGedicht: Ida Gerhardt – Lente
Gedicht: J.C. Bloem – Eerste lentedag
Eerste lentedag Weer de lente. De verbijsterde oogen, Falende in het winters bleek gezicht, Zien de huizen en de bruggebogen Op en neer gaan in het wankel licht. Zien en zien niet door de duizelingen Van de weer oneindige rivier; Zon en water kruisen daar hun klingen En het hart is bonzend en niet hier. Weer een lente en de haar bitter-eigen Zilte geur, die … [Lees meer...] overGedicht: J.C. Bloem – Eerste lentedag
Maar we zitten zonder meid
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (114) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Een van de vele onontgonnen studiegebieden in de neerlandistiek is die van het feitelijk gebruik van leestekens door onze grote schrijvers. Wanneer zette iemand een punt, wanneer een komma, een dubbele punt … [Lees meer...] overMaar we zitten zonder meid
Gedicht: A.J.D. van Oosten – Vallende vliegers
Vallende vliegers Brekende vleugels - zee — en lucht, de zon vliegt, aan zijn open raam, wij zijn niet vrij genoeg gevlucht, nu — een, twee, drie dan, in Gods naam. Het laatste werk — sluit alles af, zet alles stil, geruischloos zal de rouw zijn aan ons haastig graf na 't kort geweld van dezen val. Geef mij je hand, hier is de mijn' tot aan den laatsten zwaren … [Lees meer...] overGedicht: A.J.D. van Oosten – Vallende vliegers
Gedicht: A. Marja – Homo sapiens
A. Marja zou vandaag 100 zijn geworden. Artistiek Bureau staat erbij stil. Homo sapiens Ik ben bijna mens en leef daarnaar, ik ben altijd intens wat ik ervaar: ik ben het blik dat wordt gedeukt ik ben het lid dat zich verstuikt … [Lees meer...] overGedicht: A. Marja – Homo sapiens
De Negentiende Eeuw wordt De Moderne Tijd
Vanaf 2017 gaan de Werkgroep en het Tijdschrift ‘De Negentiende Eeuw’ verder in een nieuwe vorm en gericht op de bredere periode, onder de titel ‘De Moderne Tijd. De Lage Landen, 1780-1940’. In de afgelopen jaren heeft De Negentiende Eeuw zich ontwikkeld tot een solide platform waarop het interdisciplinaire academisch onderzoek naar de Nederlandse en Belgische geschiedenis en … [Lees meer...] overDe Negentiende Eeuw wordt De Moderne Tijd
Gedicht: Jacqueline van der Waals – Ik droomde en zag een vrouw die sprak en liep
Ik droomde en zag een vrouw die sprak en liep En als een wakende haar arbeid deed; Doch als men in den droom de dingen weet, Zoo wist ik vast en zeker, dat ze sliep. En ’k vroeg mij, of ik uit een slaap zoo diep En vreemd de vrouw moest wekken met een kreet? Of wachten tot een prins ze ontwaken deed, Die met een kus de slaapster wakker riep? … [Lees meer...] overGedicht: Jacqueline van der Waals – Ik droomde en zag een vrouw die sprak en liep
In het dagelijksch leven zegt men golf
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (113) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Ah, de rijkdom van het woord baar! Zeven artikelen maar liefst heeft het Woordenboek der Nederlandsche Taal eraan gewijd, van 'benaming van eene Indische gewichtshoeveelheid' tot en met 'eene streep, … [Lees meer...] overIn het dagelijksch leven zegt men golf
Gedicht: Marnix Gijsen – Met mijn nicht in den tuin
Met mijn nicht in den tuin Toen ik kwam met mijn nicht in den avondtuin, -- haar kleed was een zingende batikweelde -- zagen we samen hoe dol en lenig mijn zes jonge katjes speelden; zwart fluweel in het groenste gras. De maan hing rood in de boomen, zoo dicht of er een sprookje aan 't gebeuren was. Zij heeft haar witte tanden al prachtig bloot gelachen. De … [Lees meer...] overGedicht: Marnix Gijsen – Met mijn nicht in den tuin
Gedicht: P.C. Boutens – Avondwandeling
Nieuw in de dbnl: werken van o.a. Van Bruggen, Campert, Buysse en Boutens. Avondwandeling Wij hebben ons vandaag verlaat! Pas bij de laatste brug Waar 't voetpad tusschen 't gras vergaat, Daar keerden wij terug. Achter ons dekt de witte damp De schemerende landen. Zóo zijn wij thuis. Wij zien de lamp In looveren warande... … [Lees meer...] overGedicht: P.C. Boutens – Avondwandeling
Gedicht: Eddy van Vliet – Aardappelen
Aardappelen Wij zijn vrouwen, ons vruchtvlees openend op de wijze die de meester wil. Glad en langwerpig is Charlotte, tongvormig Rosa en eens bereid, heten we Anna of hertogin. Kleine meisjes als ze, onrijp geoogst, ons tot in de mond blijven omhullen met dunne huid, geborsteld en gespoeld: de zoete opening laten vullen met olie en kruidenboter. … [Lees meer...] overGedicht: Eddy van Vliet – Aardappelen
Te verschijnen: Parelduiker over ‘verboden vruchten’
De nieuwe Parelduiker staat op het punt te verschijnen en bevat deze keer vier artikelen die inspelen op het Boekenweekthema (Verboden vruchten). Verboden boeken Boeken en kunstwerken kunnen om uiteenlopende redenen verboden vruchten worden. Wegens hun scabreuze karakter natuurlijk. Of om politiek ongewenste c.q. verwerpelijk geachte elementen. In deze speciale … [Lees meer...] overTe verschijnen: Parelduiker over ‘verboden vruchten’
Gedicht: Frans Boermans – Twië bein
Twië bein (De veuroetgank ) Ik heb allang gezwege, ik heb 't noeëts gezag. Ik woel d'r neet um lège. maar ik had 't waal verwach. Nao jaore lang studere kwaam ik d'r nog neet oeët. Ik bleef maar prakkezere. wie kóm ik toch veuroeët? Mien linker bein en mien rechter bein. die laupe nów al jaore naevenein. Det ein geit op en det ander neer. En as ze dao mit vaerdig … [Lees meer...] overGedicht: Frans Boermans – Twië bein
4 maart W.F. Hermans en Multatuli
Op zaterdagmiddag 4 maart houdt Marc van Zoggel een lezing over W.F. Hermans' bemoeienis met Multatuli. Hermans schreef de biografie De Raadselachtige Multatuli (1987) eerste druk 1976. Van Zoggel zal ingaan op de totstandkoming daarvan. Hij is onderzoeksmedewerker aan de Volledige Werken van Hermans bij het Huygens ING Instituut. Locatie: Doelenzaal Universiteitsbibliotheek … [Lees meer...] over4 maart W.F. Hermans en Multatuli
Gedicht: Toon Hermans – Mien, waar is mijn feestneus
Mien, waar is mijn feestneus Een overspannen bakker, een brave man uit Tiel Ging naar een psychiater met een splinter in z'n ziel Maar ziet, de psychiater, was ook niet al te fris Die riep ineens: "M'n hemel, nou weet ik wat ik mis M'n neus, m'n neus, Mien waar is m'n neus?" Mien waar is m'n feestneus, Mien waar is m'n neus? Waar is m'n feestneus gebleven? Ik mot 'm … [Lees meer...] overGedicht: Toon Hermans – Mien, waar is mijn feestneus
En eischt mijn God mijn hart voor zich alleen?
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (112) Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Wat betekent het woord en? En dan vooral aan het begin van een zin, waar je het vaak kunt weglaten? Waarom zou je het dan gebruiken? Waarom zou een vakkundig dichter als Hélène Swarth het aan het eind van … [Lees meer...] overEn eischt mijn God mijn hart voor zich alleen?