Door Marc van Oostendorp
Wanneer u deze maand slechts tijd hebt voor één nieuw taalkundig proefschrift, raad ik u aan dat van Elisabeth Koier te lezen, waarop de auteur volgende week donderdag in Leiden hoopt te promoveren. Het gaat over de woorden ergens in het Nederlands en het (Klassieke) Griekse bijna-equivalent pou. Dat lijkt misschien een wat klein en wonderlijk onderwerp, maar de ware taalliefhebber smult natuurlijk van kleine en wonderlijke onderwerpen, hoe kleiner en wonderlijker hoe liever.
En alleen al over ergens blijkt een heleboel te onderzoeken te zijn. Koier trakteert de lezer op onder veel meer een opsomming van alle betekenissen die het woord in het moderne Nederlands kan hebben, een historisch overzicht over hoe het aan die betekenissen kwam, een aantal experimenten naar hoe mensen de juiste betekenis weten te vinden als ze ergens in een zin lezen, een vergelijking met het Grieks en een theorie waarom nu juist ergens zo veelzijdig kan zijn.
Wat zijn dat bijvoorbeeld voor betekenissen?
De moeder van alle betekenissen is natuurlijk te parafraseren als ‘op een of andere plaats’:
- Ik realiseerde me ineens dat ik het mes niet zomaar ergens neer kon leggen.
Een belangrijke andere betekenis kun je weergeven als ‘voor mij’, ‘in mijn gedachten’:
- Maar toch, toch had ik vroeger ergens óók altijd geloofd dat mijn moeders verhaal maar een verzinsel was.
Een derde grote gebruiksmogelijkheid is in plaats van iets, bij een voorzetsel:
- We moeten het toch wel ergens over kunnen hebben?
Deze eerste drie betekenissen staan ook in Van Dale, maar Koier heeft er nog een paar gevonden, zoals ‘op enig moment’:
- Ze heeft ergens in het najaar haar rijbewijs gehaald.
Een nog wat algemener gebruik duidt alleen maar een soort gebrek aan precisie aan, zonder dat het gaat om een plaats of een tijd:
- Met ‘enkele gevallen’ bedoelt de minister ergens tussen de vijf en tien gevallen.
Koier laat zien dat je uit de woorden onmiddellijk voor en na ergens vaak vrij goed kunt afleiden welke betekenis er precies bedoeld wordt. Zo komt het tweede hierboven genoemde ergens, dat van ‘in gedachten’, vooral voor in zinnen waarvan het onderwerp ik is, en staat er ook vaak een werkwoord als vinden in de buurt (‘ergens vind ik dat leuk’).
Gelijck wy ergens gedacht hebben
Ook heeft ze interessante dingen te vertellen over de geschiedenis van het gebruik van ergens. Ze gaat ervan uit dat de betekenis ‘in mijn gedachten’ is ontstaan uit de plaatsbepaling: oorpronkelijk was ergens de plaats in iemands gedachten, of iemands gezichtspunt – allebei metaforische plaatsen. Al in de zeventiende eeuw vindt Koier zinnen die je zo zou kunnen interpreteren:
- Want de Engel duydelijck seyt, dat Christus niet en sal midden in de laetste weke (gelijck wy ergens gedacht hebben) maer nae de 62 weken gedoodt worden;
Dat ergens lijkt nu het meest logisch te interpreteren als ‘in onze gedachten’, hoewel Koier terecht opmerkt dat we natuurlijk nooit helemaal zeker weten wat de schrijver in gedachten had.
Heb ik jou daar
Hoeveel Koier ook vertelt over ergens, het wordt ook duidelijk dat er veel meer over te zeggen valt. Zo gaat ze niet erg in op het gebruik met voorzetsels (‘ik geloof ergens in’, ‘ik praat ergens over’), waarschijnlijk omdat daar iets anders aan de hand is. Zoals ‘ik geloof ergens in’ de Nederlandse manier is van ‘ik geloof in iets’ te zeggen, zo is ‘ik geloof hierin’ de manier om ‘ik geloof in dit’ te zeggen en zo verder:
‘ik geloof ergens in’: ‘ik geloof in iets’
‘ik geloof hierin’: ‘ik geloof in dit’
‘ik geloof daarin’: ‘ik geloof in dat’,
‘ik geloof overal in’: ‘ik geloof in alles’
‘ik geloof nergens in’: ‘ik geloof in niets’
‘ik geloof erin’: ‘ik geloof in het’
‘waarin geloof je’: ‘in wat geloof je’
Dat zijn allemaal plaatsbepalingen, en dat brengt ons op de vraag of er ook andere plaatsbepalingen zijn dan ergens die het soort uitbreiding naar het geestelijke hebben doorgemaakt als ergens. Je kunt naast ‘ergens vind ik dat leuk’ in ieder geval niet ‘overal vind ik dat leuk’ of ‘hier vind ik dat leuk’ zeggen, althans niet met de gewenste betekenis. Het enige wat ik heb kunnen bedenken is dat daar af en toe zo’n soort betekenisuitbreiding heeft laten zien:
- Daar heb je me!
- Dat is een man van heb ik jou daar.
Een belangrijke vraag is nu waarom dit maar zo’n magere oogst is en waarom het de onbepaalde plaatsbepaling is die zoveel in zijn betekenis is gaan schuiven.
Ton van der Wouden zegt
als je naar andere oartikels kijkt zoals "eens" (een keertje) en "even" (een kort moment) dan zie je dat "ergens" (op een plaats) juist mooi in het rijtje past van existentiële kwantoren die er extra betekenissen en gebruiksmogelijkheden bij krijgen.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, dat is waar. Interessant!
Frans Daems zegt
Het 'ergens' in de 17e-eeuwse zin zou ik – zonder verdere context te kennen – spontaan interpreteren als iets wat met tijd te maken heeft, iets in de aard van 'eens', 'een keer', 'wel eens', 'ooit'.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, daar zit wat in. Voor de duidelijkheid: Koien is ook zeer voorzichtig in haar interpretatie.
De volledige context staat hier: http://www.dbnl.org/tekst/_lut002luth01_01/_lut002luth01_01_0873.php
Maarten van der Meer zegt
"Maar toch, toch had ik vroeger ergens óók altijd geloofd dat mijn moeders verhaal maar een verzinsel was."
Misschien is het een persoonlijke eigenaardigheid, maar ik heb 'ergens' in dit soort zinnen altijd ruimtelijk geïnterpreteerd: ergens in mijn hoofd/gedachtewereld was er een plekje waarin ik dat geloofde.
Emile zegt
"Maar toch, toch had ik vroeger ergens óók altijd geloofd dat mijn moeders verhaal maar een verzinsel was."
In mijn beleving is 'ergens' in dit soort zinnen een uitdrukking van 'op de een of andere manier', misschien analoog aan de al genoemde betekenissen 'op enig moment' en 'op een of andere plaats'. Zie ook het Engelse "somehow".