• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Neder-L overschrijven in bed, op het toilet en in bad

19 maart 2013 door Marc van Oostendorp 5 Reacties

Door Marc van Oostendorp 

Er waren tot nu toe niet veel taalboeken waarvan het voorwoord eindigde met de zin ‘Ik wens je veel leesplezier, in bed, op het toilet, in bad, op de bank, in de trein of waar je ook bent.’ Gelukkig is zo’n taalboek er nu wel: Taal voor in bed, op het toilet of in bad van Heidi Aalbrecht.

In 150 kleine bladzijden en met een harde kaft legt de schrijfster er van alles uit over taal: wat het nut is van figuurlijk taalgebruik, of er een oertaal ten grondslag ligt aan alle bestaande talen, wat Chomsky tegen Skinner had, welke dialecten het Fries heeft en hoe verhaspelingen ontstaan. Het boekje is een deel in een serie boekjes waarmee je allerlei andere zaken in bed, op het toilet of in bad tot je kunt nemen: ondernemen bijvoorbeeld, of psychologie, mythologie en vaderlandse geschiedenis. 
In eerste instantie dacht ik: wat een allegaartje.

Aalbrecht springt van het ene vakje naar het andere, legt daarbij allerlei soms wat schoolse begrippen uit waarvan je je afvraagt wie dat precies wil weten (wat een ‘fonologische regel’ is, of welke drieklanken het Fries precies kent), waarbij sommige onderwerpen dan ineens weer ontbreken (er zijn wel hoofdstukjes over fonologie, morfologie en semantiek, maar niet over syntaxis). Wat ze over die onderwerpen vertelt is meestal niet echt fout, maar soms ook niet precies goed. Zo beweert Aalbrecht dat de erkenning van het Limburgs en het Nedersaksisch als streektalen volgens deel 2 van het Europese Handvest betekent dat Nederland zich ertoe verplicht om ‘discriminatie tegen te gaan’, maar dat staat nergens in het handvest.

Waar ze de dingen wel juist zegt, zit ze soms wel erg tegen haar bronnen aan, om niet te zeggen dat ze soms wel erg aan het knippen en plakken is geslagen. Op dit blog legde ik in oktober uit waarom je soms een [p] invoegt in hem[p]t:

Een [m]-klank maak je met je lippen dicht (en lucht die door de neus naar buiten stroomt), een [t] maak je met een tijdelijke totale sluiting van de luchtweg bij de tanden. Een [p] maak je net als een [m], maar zonder lucht door de neus. En daarmee is een [p] de perfecte overgang van een [m] naar een [t]. Een woord als hemd kun je daardoor enerzijds makkelijk horen als hempt (…)

Aalbrecht schrijft over dezelfde kwestie (p. 36; mijn blogpost staat in een literatuurlijst aan het eind van het boekje, maar in de tekst wordt er niet naar verwezen, laat staan dat het onderstaande tussen aanhalingstekens staat):

Een [m]-klank maak je met je lippen dicht, terwijl de lucht door de neus naar buiten stroom. Een [t] vorm je met een tijdelijke totale sluiting van de luchtweg bij de tanden. Een [p] maak je net als een [m], maar zonder lucht door de neus. De [p] is dan ook de perfecte overgang van een [m] naar een [t]. Daardoor klinkt hemd vaak als [hɛmpt] (…)

Ik kan daar heel verontwaardigd over doen, maar eigenlijk vind ik het niet zo erg. Het is maar een korte passage en zo trots ben ik nu ook weer niet op die paar zinnen. (Dit is overigens geen uitnodiging aan Aalbrecht, of aan anderen, om dan voortaan maar hun boeken te vullen met van mijn blog gekopieerde teksten.)

En op een bepaald moment was ik om. Ja, natuurlijk weet ik al die dingen die ze uitlegt wel zo’n beetje, maar voor mij is Taal voor in bed (enz.) ook niet bedoeld. En eigenlijk is het wel goed dat er nu eens iemand een taalboekje durft te schrijven voor een breed publiek met kopjes als ‘fonologie’ en ‘morfologie’. Dat iemand nu eens niet alleen maar met sappige anekdotes komt, maar een compact en tamelijk gedegen overzicht van het vakgebied van de taalkunde geeft voor leken, met als toetje wat tips om d/t-fouten te vermijden.

Er zijn immers ook wat meer gedegen overzichten over andere vakken, waarom zou de taalkunde altijd leuk moeten zijn?

Als ik me probeer voor te stellen dat ik geen taalkundige ben, verzink ik in eerste instantie in een grote zwarte identiteitscrisis. Maar als ik dan doorzet, geloof ik dat ik heel graag zo’n boekje als dit zou lezen. Het is natuurlijk ook precies geschreven voor de plaats waar je geen internet hebt (in bed kun je om tot rust te komen beter niet in een scherm kijken, en in bad is dat ook niet zo veilig), maar toch nog even een kort en handzaam overzicht van een vakgebied kunt krijgen.

Er kunnen nooit genoeg taalboeken zijn.

Heidi Aalbrecht. Taal voor in bed, op het toilet of in bad. Amersfoort: BBNC, 2013. Bestellen bij de auteur.  Op haar website staat ook een proefhoofdstuk.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: recensies, taalkunde, taalwetenschap

Lees Interacties

Reacties

  1. Heidi Aalbrecht zegt

    19 maart 2013 om 10:23

    Beste Marc,
    ‘Overschrijven in bed, op het toilet of in bad’ is natuurlijk een prikkelende kop boven een stukje, maar ik voel me daardoor toch tekortgedaan. Er zijn niet zo veel manieren om ‘hempje’ uit te leggen, dus waarom slechter doen dan het kan? Daarom staat je blog ook in de bronnen. Dat die vermelding dichterbij had kunnen of moeten staan is waar, maar ik heb er in dit laagdrempelige boek voor gekozen om de bronnen achteraan te noemen.
    Wat je aan het eind zegt, doet me dan weer wel plezier: je bekijkt het boek vanuit het perspectief van een niet-taalkundige. En dat is precies wat mij voor ogen stond. Ik heb geprobeerd het boek te schrijven dat ik zelf had willen lezen vóór ik Nederlands ging studeren, in de hoop dat andere mensen met een interesse in taal net zo enthousiast raken over de taalkunde als ikzelf. Zelfs zonder smeuïge anekdotes, maar gewoon omdat taal van zichzelf al razend interessant is.
    Met vriendelijke groet,
    Heidi Aalbrecht

    Beantwoorden
  2. Marc van Oostendorp zegt

    19 maart 2013 om 17:09

    Beste Heidi,

    Ik begrijp natuurlijk dat je de lezer niet hebt willen opzadelen met de toeters en bellen van de wetenschappelijke bronvermelding, maar ik geloof toch ook niet dat mijn manier om die kwestie uit te leggen nu zo'n gouden standaard heeft gezet, dat hij niet te verbeteren viel.

    Natuurlijk is het een beetje plagerig om dat dan als kop te gebruiken, maar dit is echt een vlekje op je boek – als redacteur weet je natuurlijk dat je in dit geval zelfs niet had kunnen volstaan met een bronvermelding, maar dat je in ieder geval volgens de klassieke regels van de kunst had moeten duidelijk maken dat je *citeert*.

    Die klassieke regels staan kennelijk onder druk – zoals iedereen weet die geregeld werkstukken van studenten moet corrigeren, en zoals nu ook blijkt uit je reactie. Dat is interessant genoeg om er in de kop op te wijzen.

    Beantwoorden
  3. Marc van Oostendorp zegt

    19 maart 2013 om 17:19

    En dan nog één ding waar ik over heb nagedacht. Ik geloof dat ik een student waarbij ik dit zou hebben aangetroffen in een werkstuk, ernstig zou hebben toegesproken, zou hebben gevraagd te beloven dat het verder niet voorkwam, gedwongen zou hebben de desbetreffende passage over te schrijven, en een punt aftrek zou hebben gegeven.

    Beantwoorden
  4. Heidi Aalbrecht zegt

    20 maart 2013 om 10:03

    Beste Marc,
    Ik ben een liefhebber van de klassieke methode van bronvermelding, want daarmee voorkom je discussies. Daarom zou ik dit ook geen vlekje noemen, want dat impliceert dat het mijn opzet was om iets te verdoezelen, terwijl deze aanpak een keuze was die op dit punt misschien niet zo goed uitpakt. De keuze was dat ik directe citaten van een bronvermelding voorzie en parafrases in de context van het verhaal verantwoord in de literatuurlijst. Dat ik op deze plaats een andere afweging had moeten maken, wil ik graag toegeven, maar ik meende dus dat ik in mijn eigen context met deze verwoording van jouw uitleg van ‘hempt’ de stap naar ‘hempje’ kon maken en dat ik daarbij kon volstaan met je te noemen in de literatuurlijst. Ik zal dit in de volgende druk anders oplossen. Natuurlijk had ik ook een ander voorbeeld kunnen nemen, maar ‘hempje’ staat me al sinds mijn jeugd bij. Ik herinner me nog mijn verbazing toen ik leerde dat je dat spelt als ‘hemdje’. Dat zijn van die ‘taalmomentjes’ die je als taalkundige je leven lang bijblijven en daarom vond ik het zo leuk om dit in het boek op te nemen.

    Beantwoorden
  5. Marc van Oostendorp zegt

    20 maart 2013 om 10:09

    Ik hoop dat er nog vele drukken komen!

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d