Een weblog schrijven levert weinig op. Mensen zeggen weleens dat ik er beter mee kan ophouden, maar af en toe krijg je als blogger toch een fijne beloning. Zoals een recensie-exemplaar van Beatrijs de wereld in. Vertalingen en bewerkingen van het Middelnederlandse verhaal, een boek dat voort komt van een internationaal project en een congres (eind 2011) met dezelfde titel.
Beatrijs kun je lezen als een verhaal over identiteit. Wie ben je werkelijk? Het is het verhaal van een meisje dat jong het klooster in gaat, valt voor de charme van een man, zo de wereld in trekt, zelfs in de prostitutie verzeild raakt, aan de bedelstaf raakt, maar uiteindelijk toch terugkeert in het klooster. Daar heeft niemand haar gemist, want de maagd Maria heeft al die tijd haar plaats in genomen. Wie is nu de echte Beatrijs? De vrome maagd? De vrouw van de wereld? De gevallen vrouw? Veertien jaar – zo lang duurde het contact met de ‘echte’ wereld – waren er eigenlijk twee Beatrijzen: een op straat en een in het klooster. Wie was de echte?
Dezelfde vraag blijk je te kunnen stellen over de legende.
Wat is het verhaal? In mijn samenvatting hierboven heb ik bijvoorbeeld weggelaten dat Beatrijs kinderen krijgt en deze wanneer ze terugkeert in het klooster ergens anders onder brengt. Is dat niet eigenlijk een heel belangrijk element van het verhaal?
Beatrijs de wereld in gaat over die vragen. Het doet dat aan de hand van artikelen van specialisten uit allerlei landen over vertalingen, hertalingen en bewerkingen van het middelnederlandse verhaal: van de manier waarop het verhaal aan het begin van de twintigste eeuw via de bewerking van Maeterlinck (Soeur Béatrice) aandacht kreeg in Tsjechië tot en met de bewerkingen voor de jeugd die rond de recentste eeuwwisseling in Nederland verschenen, en van de moderne Zuid-Afrikaanse theaterbewerking die het aspect van kinderprostitutie belicht tot en met de wijze waarop de Limburgse dichter Pierre Kemp Beatrijs gebruikte om zich als ‘katholiek’ schrijver te profileren.
Uit dit alles wordt duidelijk dat er de afgelopen eeuwen eigenlijk niemand echt gelukkig kon zijn met alle aspecten van het oorspronkelijke verhaal: religieuze auteurs in het verleden deden hun best om de tamelijk expliciete verwijzingen naar seks te verdoezelen. Moderne bewerkers hebben daar minder moeite mee; maar zij laten de verwijzingen naar Maria, en het wonder dat zij bewerkstelligt, dan weer weg. En niemand, niemand kan naar mijn indruk overweg met het detail dat ik daarnet ook wegliet: de voor ons moeilijk in positieve termen te beschouwen, achteloze manier waarop Beatrijs met het moederschap omgaat – vooral als je beseft dat dit gaat om een verhaal dat ook over moeder Maria gaat.
Maar wie is nu de echte Beatrijs? Wanneer je haar verhaal vertelt zonder Maria (maar in plaats daarvan met Jezus, zoals Pierre Kemp deed, of helemaal niemand zoals de Zuid-Afrikaanse bewerking deed), heb je het dan nog wel over Beatrijs? En kun je wel net doen alsof Beatrijs een liefhebbende moeder was die maar met moeite afstand van haar kinderen neemt, zoals in de moderne bewerkingen voor de jeugd gebeurt?
Een heel interessant aspect is ook het middeleeuwse. In allerlei artikelen wordt beschreven hoe 19e- en 20-eeuwers omgingen met het ‘middeleeuwse’ van het Beatrijs-verhaal. Thea Summerfield beschrijft in haar artikel bijvoorbeeld heel precies hoe Engelse vertalers en bewerkers aan het begin van de twintigste eeuw bewust archaïsch taalgebruik hanteerden (‘Dear Love, if it so pleaseth thee, why should we not get down and gather flowers?’) Een ander voorbeeld is het artikel van Marco Goud, die laat zien hoe de bewerking van P.C. Boutens vooral in de eerste jaren verscheen in uitgaven waarin duidelijk mediëvale elementen in typografie en vormgeving waren verwerkt. Andere bewerkingen brengen het verhaal naar de eigen tijd, of maken er iets tijdloos van.
Wat is er waar? De sleutel zit natuurlijk in het verhaal van Beatrijs zelf: het is allebei waar. Het wonder van Beatrijs was nu juist dat ze tegelijkertijd een hoer was én een kloosternon. Een ontaarde moeder én een aanhangster van de Moeder. Een fictieve figuur uit de middeleeuwen én een vrouw die je zo op straat zou kunnen tegenkomen.
Hans Broekhuis zegt
"Een weblog schrijven levert weinig op." Het levert JOU misschien weinig op, maar je lezers des te meer. Doorgaan hoor (zolang je er plezier in hebt)!
Maria Leuker zegt
"Van dichten comt mi cleine bate." Beatrijs, vs. 1 – Wat een leuk intertekstueel knipoogje! Bedankt voor dit mooie en informatieve stuk. Ik heb het meteen doorgemaild naar mijn studenten met wie ik momenteel de Beatrijs lees en bespreek.