Door Marc van Oostendorp
Wanneer u nu ook weleens in het nieuws wilt met uw onderzoek, heb ik een tip. Neem in uw persbericht de zinsnede ‘anders dan tot nu toe werd aangenomen’ op.
Journalisten willen nieuws. Dat u vindt dat pakweg ‘groter als’ helemaal niet fouter is dan ‘groter dan’ is geen nieuws. “Anders dan tot nu toe werd aangenomen, is ‘groter als’ niet fout” is dat wel. Het laat zien dat u een wetenschappelijke doorbraak hebt bereikt.
Wie dat ’tot nu toe aannemen’ precies deed, doet er dan niet meer toe.
Het is niet moeilijk om voorbeelden te vinden. De afgelopen week publiceerdem Dan Dediu en Stephen Levinson van het Max Planck Instituut (MPI) bijvoorbeeld een overzichtsartikel over de evolutie van taal. Er werd enorm veel over bericht, meestal onder het ‘anders dan tot nu toe gedacht’-verhaal, soms nog wat gekruid met onbewijsbare zekerheden zoals dat de menselijke taal invloed van Neanderthal-talen zou hebben ondergaan. Hier zijn een paar voorbeelden uit de pers. (En hier is het artikel.)
Niemand weet zeker hoe het zit: taal laat nu eenmaal geen archeologische sporen na. Zijn we begonnen met woeste kreten of met gebarentaal? Stammen alle talen van dezelfde taal af of is taal op verschilemde plaatsen ontstaan. Hadden de Neanderthalers honderdduizenden jaren geleden al taal? Is taal juist pas 50.000 jaar geleden ontstaan? Er zijn evenveel theorieën als er geleerden zijn.
Dediu en Levinson hebbeneen groot aantal studies op dit gebied doorgenomen. Hunconclusie is dat de gemeenschappelijke oermoeder van de mens en de Neanderthaler al taal had. Over die conclusie kun je weer twisten — je kunt misschien laten zien dat de lichaamsbouw al gebruik van een ingewikkeld systeem van klanken mogelijk maakte, maar daarmee weet je nog niet of er ook zinnen werden gevormd. Maar zo kun je over iedere ‘conclusie’ op dit gebied discussiëren. We bevinden ons op het terrein van speculatie waar het misschien wel altijd onmogelijk zal zijn met harde bewijzen te komen.
Toch lukte het de communicatieafdeling van het MPI om tot verschillende media door te dringen met deze ontdekking, omdat dit ‘anders zou zijn dan tot nu toe werd aangenomen’, suggererend dat er brede consensus is over die grens van 50.000 jaar.
Dat die consensus er is, dat lijkt mij nu zelf anders dan tot nu toe is aangenomen. Voor zover ik kan zien, zijn er over die datering minstens twee kampen: het ene kamp, dat naar mijn indruk als buitenstaander zelfs nogal klein is en vooral bestaat uit Noam Chomsky en enkele van zijn aanhangers, observeert dat er zo’n 50.000 jaar geleden iets met de homo sapiens gebeurd moet zijn: vanaf dat moment vinden we een grote explosie aan archeologisch materiaal. Dit kamp ziet taal vooral als zinsbouw, en denkt dat dus eigenlijk dat die zinsbouw toen is ontstaan.
Het andere kamp, dat numeriek groter is, ziet taal vooral als communicatie via de spraakorganen. Daarvoor zijn de aanwijzingen, die bijvoorbeeld anatomisch zijn, veel ouder. Maar dat was mij, nogmaals: als relatieve buitenstaander in deze discussie, al lang voor het artikel van Dediu en Levinson bekend.
Mij lijkt het zinnig om te denken dat beide groepen ieder op een eigen maner gelijk hebben. Het zou daarom interessant en nieuw zijn als iemand een synthese voorstelde. Dat doen Dediu en Levinson echter niet. In plaats daarvan zeggen zij: wij hebben de literatuur gelezen en zijn het met de meerderheid eens. Vreemd nieuws, maar kennelijk genoeg voor de honderden websites met wetenschapsnieuws op de wereld.
mark zegt
Prima analyse. Maar er is wel meer variatie dan de eenvoudige tweedeling die je schetst. Veel taalwetenschappers die niet per sé Chomsky's evolutionaire scenario aanhangen rekenen desondanks toch met een vrij 'jonge' leeftijd van taal (rond de 50.000 jaar), gewoon omdat dat al decennia lang de consensus is. De groep die (met Dediu en Levinson) de mogelijkheid serieus neemt dat taal+spraak (in brede zin) wel eens tien keer zo oud zou kunnen zijn is volgens mij niet numeriek de grootste. Dat maakt het meer nieuwswaardig dan je doet voorkomen.
Het is absoluut waar dat journalisten zich het allerliefst vastbijten in een "anders dan tot nu toe werd aangenomen". Maar dat deze studie ineens zo'n hoge mediavlucht heeft genomen (tegen verwachting van de auteurs overigens) komt ook omdat de Neandertalers in de mode zijn. De laatste jaren is er een hele rij aan ontdekkingen gedaan die stuk voor stuk de pers gehaald hebben. Mensen houden van Neandertalers. De review van D&L; sluit voor journalisten en voor het publiek denk ik goed aan in dat rijtje.
Marc van Oostendorp zegt
Dank je wel voor deze aanvullingen!
Peter Lowensteyn zegt
Waarom staat die Neandertal in z'n oor te peuteren? Hoorde hij misschien niet goed wat er gezegd werd?
De kwestie is, hoe omvangrijk was de taal die de Neandetalers, en de voorgangers, gebruikte? Die vraag kan natuurlijk nooit beantwoord worden, maar ik denk dat over de duizenden jaren de taal uitgebreider werd.
elsware zegt
Zou deze publiciteitsstunt iets te maken kunnen hebben met het voornemen van de overheid om 10% te snijden in het budget van het MPI 😉
Marc van Oostendorp zegt
Er is vast geen rechtstreeks verband – de golf persberichten over MPI-onderzoek, vooral naar mijn indruk uit de groep van Stephen Levinson, is al een tijdje gaande. Er is misschien wel een abstracter verband: de druk op 'zichtbaarheid' neemt, onder andere als gevolg van de bezuinigingen, steeds meer toe op zo'n beetje alle onderzoekers, en trouwens ook op allerlei andere sectoren van de samenleving.
Marc van Oostendorp zegt
Inderdaad, dat soort vragen zijn moeilijk te beantwoorden. Op sommige websites staat dat de onderzoekers dit nu willen gaan uitzoeken door Afrikaanse talen met niet-Afrikaanse te vergelijken. Wat de laatste gemeen hebben in vergelijking met de eerste, komt dan mogelijk van de Neanderthalers (omdat die niet in Afrika zijn geweest). Dat lijkt mij methodologisch nogal moeilijk vol te houden, vooral omdat er al snel een andere hypothese kan gaan gelden: dat het gedeelde kenmerk ooit universeel was, maar dat de Afrikaanse talen het in onderling contact (een mega-Sprachbund) verloren hebben.