1. Prof. dr. Ann Marynissen (Keulen): “Familienamen in Limburg” op woensdag 30 oktober 2013
3. Dr. Gerrit Bloothooft (Utrecht): “Voornamen in Limburg” op woensdag 27 november 2013
De lezingen zullen telkens worden gehouden van 16.00 tot 18.00 uur in de Karl Dittrichzaal van de Universiteit Maastricht.
Sprekers en samenvattingen
Prof. dr. Ann Marynissen is hoogleraar Nederlandse taalkunde aan het Institut für Niederlandistik van de Universität zu Köln. Ze publiceerde tal van studies over familienaamgeografie, over de geschiedenis van het Nederlands en over de positie van het Nederlands in het Rijn-Maasgebied.
Samenvatting lezing 1. Familienamen zijn streekgebonden. Zowel de inhoud van de namen (welke soortnaam als basis?) als hun vorm (spelling, klankpatroon, morfosyntactische opbouw) varieert regionaal. Zo zijn mensen die Rutten, Smeets, Houben of Theunissen heten, heel waarschijnlijk Limburgers of hebben ze Limburgse voorouders.
In deze lezing wordt eerst uiteengezet waar, wanneer en waarom de Nederlandse familienamen ontstaan zijn, wat ze betekenen en hoe ze gevormd zijn. Vervolgens wordt aan de hand van naamkaarten geïllustreerd welke familienaampatronen typisch zijn voor Limburg.
Drs. Herman Kaldenhoven is oud leraar Frans. Hij is auteur van het boek “Wat betekent deze plaatsnaam?”. Uitgeverij Leon van Dorp, Heerlen 2007.
Samenvatting lezing 2: Aan de orde komen de opeenvolgende bewoners van deze streek en de sporen die zij hebben nagelaten in de toponymie. Aan de hand van een aantal water- en plaatsnamen worden een paar aspecten van de taalkundige gevolgen voor naamgeving besproken.
Dr. Gerrit Bloothooft is verbonden aan de afdeling Taalwetenschap van de Universiteit Utrecht. In samenwerking met het Meertens Instituut heeft hij de Nederlandse Voornamenbank en de Nederlandse Familienamenbank uitgebreid met gegevens van de namen van alle Nederlanders, zoals die in gemeentelijke basisadministratie bekend zijn.
Samenvatting lezing 3: Het geven van voornamen aan kinderen is het privilege van ouders waarbij identiteit in relatie tot de sociaal-culturele omgeving een belangrijke rol speelt. In beginsel zijn ouders vrij in de naamkeuze, maar vernoeming was vroeger een leidend principe. Dat is in de loop van de vorige eeuw sterk veranderd, en voornamen zijn een modeverschijnsel geworden. Daarbij hangen keuzen af van het opleidingsniveau van de ouders en hun gevoeligheid voor trends of juist traditie. Daarnaast worden de vanouds gebruikte roepnamen nu ook officieel geregistreerd, waar vroeger de latijnse vorm genoteerd werd. Tegen de achtergrond van deze algemene ontwikkeling in de voornaamgeving zal ingegaan worden op specifieke kenmerken de voornamen in Limburg . Dit betreft onder andere het aantal voornamen, het gebruik van typisch Limburgse voornamen zoals Sjuul(ke) en Bèr, de rol van de naam Maria in laatste positie voor zowel jongens als meisjes, en de populariteit van buitenlandse voornamen.
Laat een reactie achter