Sinds een paar dagen staat de oratie die Wilbert Spooren een paar weken geleden uitsprak, op de plaats waar hij hoort: online. De laatste jaren houdt Spooren zich bezig met genre-onderzoek: wat voor (ongeschreven, onbewuste) regels hanteren mensen wanneer ze elkaar gemoet treden? Die regels zijn anders wanneer bijvoorbeeld een leraar met een leerling praat dan wanneer twee vrienden in de bar zitten: wanneer de leraar een vraag stelt, doet hij dat meestal niet omdat hij het antwoord op die vraag zelf niet weet. De les en het kroeggesprek zijn daarom twee verschillende genres.
Volgens Spooren zijn nieuwe media bij uitstek geschikt om genres te onderzoeken, omdat de regels zich daar nog aan het ontwikkelen zijn: mensen zijn nog volop aan het uitproberen wat nu wel of niet ‘werkt’ op die nieuwe media. Hij doet daarom met studenten en promovendi onder andere onderzoek naar Twitter.
Een geval dat hij aanhaalt is dat van burgemeester Jan-Frans Mulder uit Hulst die naar aanleiding van een reeks overvallen op Chinese restaurants twitterde:
Nu al dlie overvallen op Slinees lestaulants in Zeeland. Hoop dat die lale overvaller snel in z’n klaag gelepen wordt… niet sambalb(l)ij
Op die tweet ontstond een storm van kritiek, volgens Spooren curieus genoeg deels omdat Mulder ‘gebrek aan humor’ werd verweten. Mij lijkt dat het juist als ongepast werd gezien dat hij humor gebruikte bij een dergelijk incident.
Zou het waar zijn? Ontstaat er op Twitter inderdaad een genre? Naar mijn ervaring gebruiken mensen Twitter op heel verschillende manieren voor heel verschillende doelen: om (ook als individu) perscommuniqués te doen uitgaan (‘vrijdag a.s. geef ik een lezing in Museum Rotterdam’), om iemand eens flink uit te kafferen, om even bij te kletsen met hun beste vrienden.
De twintigjarige geschiedenis van e-mailgebruik buiten de academische wereld laat dat zien. Bij de opkomst ervan voor particulier gebruik, verschenen er boekjes die precies uitlegden hoe je via e-mail moet communiceren. Er werd dan op gewezen dat je je er echt bewust van moest zijn dat zo’n nieuw medium nieuwe communicatievormen vereiste. Inmiddels zijn er e-mails die beginnen met ‘Geachte heer’ en eindigen met ‘Hoogachtend’ en andere zonder aanhef of ondertekening en vol met een en al smileys, enz. Mij lijkt dat je dan moet zeggen dat het genre van de formele brief en dat van de chat allebei via e-mail verstuurd kunnen worden.
Twitter is natuurlijk technisch wat beperkter van e-mail, met zijn maximum van 140 tekens. Daardoor is het minder flexibel, en kan het minder genres aan. Bovendien kun je zeggen dat e-mail meestal in ieder geval nog de van de brief vertrouwde vorm heeft van één afzender aan één ontvanger, terwijl Twitter op een wonderlijke, en nieuwe, manier ergens inzit tussen privé (je slingert zo’n tweet vanuit de beslotenheid van je huis moeiteloos het net op) en openbaar (iedereen kan lezen wat de professor heeft geschreven).
Maar zou het uiteindelijk niet toch dezelfde kant opgaan? Dat er een groot aantal zeer verschillende genres beoefend gaan worden via Twitter?
Taalnazi zegt
Inderdaad. Er GAAT hoogstwaarschijnlijk een groot aantal zeer verschillende genres beoefend worden via Twitter!
Marc van Oostendorp zegt
?
@annestreepmarie zegt
Je ziet al nieuwe genres ontstaan, zoals de twittercolumn: een column van precies 126 tekens, afgesloten met #twittercolumn
Milfje Meulskens zegt
Marc, ik denk dat de reageerder precies een voorbeeld is van waar Peter-Arno Coppen het vandaag over heeft in zijn stukje. Arme reageerdeer loopt enorm achter…
http://nederl.blogspot.nl/2013/11/linguistisch-miniatuurtje-clix-het.html