Natuurlijk had ik al veel eerder willen schrijven over de Facebookpagina Limburgismen die door Neerlandicus Tommy Hopstaken opgericht is. Deze pagina vermeldt: ‘Een Limburgisme is een Limburgse uitdrukking die door Limburgers zonder blikken of blozen “vertaald” wordt naar het Nederlands. Op het eerste gezicht lijkt er niks mis met deze vertaling, maar schijn bedriegt!’ De website is op 29 maart 2013 gelanceerd en ik krijg er een goed humeur van. Bij een oude zwart-witfoto van een jongetje bijvoorbeeld staat te lezen: ‘Ik ben ontzettend groots op mijn nieuwe helpen’. Met het woord ‘bretels’ dat het ‘goede’ woord voor ‘helpen’ is, heb ik helemaal niets. Bretels brengen me niet terug in mijn kindertijd waarin meisjes in dikke maillots (‘majo’s’) moesten rondlopen in de winter omdat lange broeken toen nog geen pas gaven. Die majo’s waren ondingen: ze kriebelden en zakten voortdurend af. Helpen onder je jurkje zorgden ervoor dat alles op zijn plaats bleef zitten, behalve als ze losschoten wat nogal eens gebeurde. Je moest dan over je schouder of onderlangs je heup onder je trui door naar je bovenrug wriemelen om die helpen te pakken te krijgen en weer aan je majo vast te klikken. Zo’n woord als ‘helpen’ heb ik dus niet, zoals ‘bretels’, uit een boek geleerd maar in een alledaagse situatie en is daardoor beladen met associaties. Daarom is dit woord nog steeds zo waardevol en betekenisvol voor me. Uitdrukkingen als watblief? en non de pie voeren me ook onmiddellijk terug naar de plek waar ik opgroeide.
De website toont veel woorden zoals slips of sjlieps zoals we vroeger thuis zeiden voor stropdas, zaal voor zadel, tas voor kop, groots voor trots, linksom voor binnenstebuiten, appelenkits voor klokhuis, sjiek (kan van alles betekenen afhankelijk van de context), kleedje voor jurk, extra voor expres, beurs voor portemonnee, tuitje/tuutje voor zakje, kwatsch voor kolder, zwegel voor lucifer, eng voor nauw, scheem voor schaduw, vaardig voor klaar, raafje voor oneffenheidje, stevelen voor laarzen en muurtjes voor wortelen. Het is goed dat die zogenaamde ‘fouten’ nu eindelijk een beetje erkenning krijgen.
Er zijn op de Facebookpagina ook veel werkwoorden te vinden zoals inschudden voor inschenken, ruizelen voor uitvallen, foetelen voor valsspelen, varen voor rijden, kratsen voor krabben, opregen voor opwinden, aftrekken voor doortrekken – het gebruik van dit werkwoord had ik binnen vijf minuten in Amsterdam afgeleerd!, trampelen voor trappelende bewegingen maken en pitsen voor pijn doen. Sjravelen is absoluut een van mijn meest favoriete Limburgse werkwoorden. Ik ontdek overigens maar twee functiewoorden: de voornaamwoordelijke bijwoorden d’r overheer ‘eroverheen’ en erneven ‘ernaast’ en het Maastrichtse voegwoord tot voor ‘dat’ als in ‘ik zie tot de zon komt’.
Absoluut onvertaalbaar is ‘Ik heb de knopen af’. Een ander voorbeeld met het werkwoord hebben is een zin als: De poes heeft de ogen rood. Nederlands kent in dit geval alleen De poes heeft rode ogen of Zijn ogen zijn rood.
Het opvallende aan het Limburgse/oostelijke ‘De poes heeft de ogen rood’ is dat de poes tijdelijk rode ogen kan hebben terwijl de betekenis van het Nederlandse ‘De poes heeft rode ogen’ of ‘Zijn ogen zijn rood’ onduidelijk is. Zonder verdere informatie weten we niet of de poes vanwege een vechtpartij even rode ogen heeft gekregen (de tijdelijke Limburgse variant) of met rode ogen geboren is. De dialectzin of Limburgisme is dus eenduidig, de Nederlandse daarentegen ambigu.
Een dialect of regionaal Nederlands kan meer mogelijkheden hebben om iets uit te drukken dan het officiële Nederlands. Het is dan ook kortzichtig om ‘De poes heeft de ogen rood’ zonder enig taalkundige inzicht onmiddellijk als ‘fout’ te bestempelen. Het is immers een systematische mogelijkheid die onze grammatica biedt en die benut kan worden. Het gebruik van een Limburgisme geeft zich dus niet zolang we maar weten dat die in het westen of in schrijftaal niet begrepen en op school onmiddellijk fout gerekend zal worden.
Cornips, Leonie 2003. Heerlens Nederlands. Taal in stad en land. Den Haag: SDU. Tweede druk 2012, bij gelegenheid van het uitvaren van de 62e Togh van het Gilde Blauw Sjuut. Heerlen: Gemeente Heerlen.
Laat een reactie achter