Het is vreemd om een nieuwslezer tegen te komen. Je kent de stem, maar zo iemand blijkt er altijd anders uit te zien dan je dacht. Kennelijk vorm je je op basis van een stem onwillekeurig een beeld van de persoon. (Ik ben zelf ook wel eens iemand tegengekomen die zei: ‘ik dacht dat u zwart haar had en slank was!’ Toen heb ik mijn haar geverfd en ben naar de sportschool gegaan, maar niet iedereen is zo dienstwillig.)
Gisteren kwam ik dus een nieuwslezer tegen en ik kon een paar minuten met hem praten voor hij weer ging nieuwslezen. Hoewel we weinig tijd hadden, vertelde hij een aantal interessante dingen. Dat zijn stem eigenlijk wat te hoog was bijvoorbeeld, voor de moderne tijd.
Tot zo’n veertig jaar geleden kon een nieuwslezer bij wijze van spreken niet hoog genoeg spreken. Philip Bloemendal was eerder een tenor dan een bariton. Dat geluid werd helder gevonden, maar de laatste decennia is het gaandeweg omlaag gegaan. Nu moet een stem ‘betrouwbaar’ klinken, en betrouwbaar betekent: laag.
Nieuwslezers denken verder natuurlijk na over dezelfde dingen als fonologen, maar dan op een praktische manier. Over de veranderende uitspraak bijvoorbeeld. Lange tijd zeiden nieuwslezers drugs op zijn Engels, met een on-Nederlandse klinker en een stemhebbende g Het klonk plat om het anders te doen. Inmiddels klinkt die Engelse uitspraak juist overdreven (wanneer is dat veranderd?) en doen zelfs nieuwslezers het niet meer.
Dat geldt ook voor de klemtoon in volksgezondheid: die werd lange tijd op volk gelegd, om dit soort gezondheid te onderscheiden van die van de enkeling. “Inmiddels zegt zelfs de minister volksgezóndheid.” En de nieuwslezer dus ook.
Nieuwslezers worden in ons taalgebied traditioneel beschouwd als de modelsprekers bij uitstek. Maar ook zij doen uiteindelijk wat alle mensen doen in taalzaken. Ze volgen.
JDH zegt
Over de uitspraak van 'drugs': halverwege de jaren negentig keken mijn studentenvrienden en ik graag naar 's Neêrlands nationale soap Goede Tijden Slechte Tijden. Daarin speelde ook Helen Helmink, erkend ouwe tang. Die riep nog wel eens geschokt uit: "Maar je bent toch niet aan de… drrrugggs…?" DRUGS op zijn Engels, met opgeblazen R, ietwat lang aangehouden U en junglende G. Hilarisch, vonden wij, toen al.
Ad Welschen zegt
Ik zou willen dat nieuwslezers meer volgden dan modelleerden. Het geval volksgezóndheid lijkt mij eerder een zoveelste voorbeeld van een veel bredere trend onder nieuwslezers, namelijk om bij samenstellingen en prepositionele afleidingen het woordaccent niet op het specificans te leggen, zoals de gewone taalgebruiker zou doen, maar op het specificatum. Zij praten dus over inzíttenden, aanwónenden en opvárenden, maar ook over aanvúllende maatregelen. Het zijn maar een paar voorbeelden die ik zo kan noemen, maar er zijn ellenlange waslijsten van aan te leggen. In mijn voorbeelden gaat het steeds om verschuiving van het woordaccent naar de werkwoordelijke stam van de afleiding, en met name daarbij grijpt het verschijnsel meer en meer om zich heen op radio en tv. Het is een systematische verschuiving. Er lijkt mij een hypercorrecte visie achter te zitten. Ik vrees dat deze trend zich gaandeweg ook verspreidt onder andere sprekers van officialese. Laatst hoorde ik zelfs een tv-spreker gewaren van meedóen. Toen brak mijn klomp.
Anoniem zegt
Nieuwslezers en soortgenoten gaan toch steeds vreemder praten, lijkt mij. Niet alleen de klemtonen e.d. zijn verkeerd. Ook dat popi toontje wordt erger. Ik heb nu Classic FM aan staan en elk half uur komt een meneer even snel zeggen wat er in de wereld aan de hand is. Zelfs de aankomende regen en natte sneeuw worden door hem op een "potverdikkie nog aan toe" toontje, voorgelezen. Op tv kunnen ze er ook wat van. Herman de Schermman was laatst zo druk met zijn eigen toontje bezig dat ie verstrikt raakte in het bericht. Zit hier eigenlijk een gedachte achter? Moeten ze tegenwoordig zo vreemd praten?
Ad Welschen zegt
Aan het hierboven door mij gestelde kan ik nog een klein vervolg geven, met twee nieuwe voorbeelden van prepositionele afleidingen waarin het woordaccent tegenwoordig verschuift. Ik ving zojuist op de tv op een aankondiging dat 'er ''aansluítend'' aandacht zou worden besteed aan ….'. Dat deed me weer denken aan een onlangs gehoorde vermaning dat 'alle ''bijkómende'' kosten zoals … voor eigen rekening zouden zijn'. Ik ben de lezer echter nog een concreet voorbeeld schuldig van een samenstelling met verschoven woordaccent. Zojuist hoorde ik er zo een, in een tv-reclame voor Trachitol, een middel tegen hoest en verkoudheid dat daar ook ''pijnstíllend'' heette te zijn. Ik zal speciaal op dit type nog eens een beetje extra gaan letten, want ook dat gebruik grijpt om zich heen. Zodra ik wat aansprekende gevallen tref, wil ik me dan hier graag weer melden.
Ad Welschen zegt
Ik heb het gevoel dat dit gebruik onder invloed van het Duits is ontstaan. Is dat niet een reden temeer om het te vermijden?