Door Marc van Oostendorp
Wij amuseerden ons gisterenavond met de zinnen van Bach en Peters. Zij leren ons iets over de menselijke luiheid en de betekenis van persoonlijk voornaamwoorden zoals zij en haar. Bij simpele zinnen zou je kunnen denken dat het simpel zit:
– De koningin verveelt zich en zij gaat daarom vanavond lekker dansen. [1]
Je zou kunnen denken: dat zij is een manier om toe te geven aan de menselijke neiging tot luiheid. Het vervangt hier de koningin. Zin 1 betekent hetzelfde als zin 2:
– De koningin verveelt zich en de koningin gaat daarom vanavond lekker dansen. [2]
Taalkundigen hebben ook lang gedacht dat het zo zat, maar zo’n vijfenveertig jaar geleden ontdekten sommigen van hen dat er zinnen waren die je zo niet kunt begrijpen. Neem de volgende:
– Iedere student denkt dat hij de beste van de klas is. [3]
– Iedere student denkt dat hij de beste van de klas is. [3]
Die zin betekent niet hetzelfde als zin 4:
– Iedere student denkt dat iedere student de beste klas is. [4]
De situatie in 3 kun je je wel voorstellen, maar zin 4 kun je alleen gebruiken waarin iedereen, of in iedere student, gek geworden is. In plaats daarvan zegt de zin natuurlijk zoiets als iedere student denkt: ‘ik ben de beste van de klas’. Zoiets geldt ook voor het volgende paar zinnen:
– Een studente denkt dat zij de beste van de klas is. [5]
– Een studente denkt dat een studente de beste van de klas is. [6]
De doodsklap aan de gedachte dat voornaamwoorden een manier zijn om langere uitdrukkingen als de koningin of iedere student wat korter te zeggen werd echter zo’n jaar of 45 geleden gegeven door de taalkundigen Stanley Peters en Emmon Bach, die zinnen construeerden zoals de volgende:
– Een man die van haar houdt vergeeft de vrouw die hem bedriegt. [7]
Zin 7 doet je in eerste instantie een beetje duizelen, maar is geloof ik wel te begrijpen. Alleen kun je hier haar en hem echt met geen mogelijkheid uitbreiden. Want waarnaar verwijst haar? Naar de vrouw die hem bedriegt:
– Een man die van de vrouw die hem bedriegt houdt vergeeft de vrouw die hem bedriegt. [8]
En waarnaar verwijst dan hem? Naar Een man die van de vrouw die hem bedriegt houdt:
– Een man die van de vrouw die een man die van de vrouw die hem bedriegt houdt bedriegt houdt vergeeft de vrouw die een man die van de vrouw die hem bedriegt houdt bedriegt. [9]
De zin is inmiddels onbegrijpelijk geworden, maar we zijn nog niet van hem af – en we komen er ook nooit meer vanaf. We kunnen eindeloos doorgaan met de vervanging.
De conclusie van Bach en Peters was dat persoonlijk voornaamwoorden dus geen vormen zijn van lui afkorten, maar een eigen soort betekenis hebben. Wat die betekenis dan wel is, daarover wordt sinds die tijd gebakeleid. Wij hadden er in ieder geval een leuk half uurtje mee.
Laat een reactie achter