Drie taalnerds in een Haagse school op vrijdagavond
Twee jongens waren er gisterenavond gekomen naar de laatste lezing die ik ooit gegeven heb: om 22:40 begon het praatje dat ik gaf over mensen die hun eigen talen maken in het Festival Haganum, dat ieder jaar georganiseerd wordt door leerlingen van het Haagse gymnasium. De andere leerlingen waren al naar het feest. De ouders luisterden naar Kees van Kooten.
Twaalf of dertien waren ze. Omdat ze de enigen waren, vroeg ik ze wat hun lievelingsvakken waren. “Biologie,” zei de een. “Latijn,” zei de ander. “Voor mij ook Latijn,” zei de een snel. “Voor mij ook biologie,” voegde de ander eraan toe.
Ik had een lesje over bedachte talen: over Leibniz die een taal wilde maken die net zo ondubbelzinnig was als wiskunde, zodat je kom uitrekenen of een zin waar was of niet. Over het Solresol dat je niet alleen kunt spreken, maar ook op een trompet spelen, omdat de lettergrepen van die taal do, re, mi, fa, sol, la en si zijn. En over het Klingon, de taal van de science fiction-serie Star Trek. Daar hadden ze nog nooit van gehoord, van Star Trek.
De les was weliswaar bedoeld geweest voor een grotere groep, maar deze twee luisterden ademloos. Wat vonden ze er nu zo interessant aan? Toen kwam het hoge woord eruit. “We hebben zelf een taal gemaakt,” zei de een. “We hebben een land gemaakt,”, verbeterde de ander. “Met een eigen taal”. Kikapoem heette het land; en het volk en de taal waren er ook naar genoemd. De jongens hadden nog niet veel woorden bedacht, maar al wel grammaticaregels, rijtjes vervoegingen voor het werkwoord (“net als in het Latijn”) en een heel ingewikkeld schrijfsysteem, met enkele speciaal voor het Kikapoem ontworpen letters.
Zo praatten we over het nut van naamvallen, de subtiliteiten van woordvolgorde, de vraag wat een aangename klank is voor taal. Drie taalnerds op een late vrijdagavond in een Haags klaslokaal, terwijl buiten het feestgedruis steeds sterker werd.
Na een half uurtje kwam een nieuw jongetje binnen. Boos keek hij naar zijn twee vriendjes. “Waar blijven jullie nou!” riep hij. “We zijn allang begonnen!”
David van der Vliet (@puntnl) zegt
Leuk 🙂
Ik besef me nu ineens dat ik vroeger ook een taal had bedacht: Endu (van "Engels-Duits"). Door alleen wat klinkers te vervangen klonk 't soms wat Engels of Duits; tenminste in mijn beleving.
De "a" werd "e" en omgekeerd, de "o" <-> "u", en "i" <-> "ij". Op een of andere manier besefte ik dat die paartjes klinkers bij elkaar hoorden.
André Looijenga zegt
Leuk! Ik benijd die jongens in Den Haag wel, dat ze zo'n privé-lezing kregen op de vrijdagavond.
Als 13-jarig gymnasiastje was Latijn ook mijn favoriete vak, en inspireerde me dat tot eigen talen. Dat was dan eerst bijv. een soort Latijn zonder klinkers, later tekende ik 's een kaart van een Zuid-Europees aandoend land met Latijn als voertaal.
Geleidelijk steeds iets professioneler met taal bezig, knutsel ik trouwens nog steeds aan een eigen taal (zie link onder mijn naam hierboven).
André Looijenga zegt
De link moest overigens zijn:
http://www.geopoeia.net/wiki/Sekipa_(taal)