Door Marc van Oostendorp
Bron: Catawiki |
De opdracht voor deze maandagmorgen is om een situatie te bedenken waarin de volgende zin onwaar is:
– De grote olifant is de enige in de kamer die gitaar speelt.
De kans is groot dat je een situatie hebt bedacht waarin er een andere olifant in de kamer is die óók gitaar speelt. De kans dat je er een musicerende muskusrat bij hebt bedacht, is veel kleiner.
Toch is de zin strikt genomen dubbelzinnig, en kan twee dingen betekenen:
(a) – De grote olifant is de enige olifant in de kamer die gitaar speelt.
(b) – De grote olifant is de enige persoon in de kamer die gitaar speelt.
Toch gaan de meeste mensen ervan uit dat de betekenis in (a) bedoeld wordt. Dat blijkt in ieder geval uit een experiment waarover een groep Italiaanse, deels in Utrecht werkzame, taalkundigen deze week in het vakblad Lingua publiceerde.
In een experiment bleken mensen de Italiaanse zin in ieder geval in de overgrote meerderheid van de gevallen op deze manier uit te breiden. Ze zeiden dus wel ‘de kleine olifant tokkelt ook een lekker stukje weg’, maar nooit ‘er zit ook nog een lieve cavia op zijn ukelele te spelen’.
Er is natuurlijk een verschil tussen de twee betekenissen in (a) en (b): de betekenis in (b) impliceert die in (a), maar niet andersom. Wanneer Jumbo de enige persoon is, dan is hij ook de enige olifant; maar je kunt best de enige gitaarspelende olifant in de kamer zijn terwijl er in de andere hoek van de kamer ook nog een ijsbeer zit te jammen.
In die zin is de betekenis in (b) dus rijker: je zegt méér als je zegt dat je de enige persoon bent dan wanneer je zegt dat je de enige olifant bent. Volgens de auteurs van het artikel in Lingua is dat dan ook de betekenis dat de meeste mensen ervan uitgaan dat (a) wel bedoeld zal zijn. Als een zin dubbelzinnig is, en er is meer dan één lezing nodig, dan kies je die met de minst rijke betekenis.
In hun experiment laten ze zien dat je de context ook kunt manipuleren, zodat mensen alsnog een voorkeur krijgen voor de betekenis in (b). Neem de volgende situatie:
– In de kamer zitten twee olifanten, drie zeehonden en een stelletje muzikale zwarte panters. De grote olifant is de enige in de kamer die gitaar speelt.
Doordat die andere dieren nu zo expliciet genoemd zijn in de eerste zin, wordt het ineens veel voorstelbaarder dat zij inderdaad volgens de tweede zin geen gitaar spelen. We weten nu precies over wie we het hebben, en dus duwen de proefpersonen in het experiment nu in gedachten snel een zwarte panter een gitaar in handen om de zin onwaar te maken.
Laat een reactie achter