Het zat er natuurlijk al lange tijd aangekomen. Het tijdschrift Onze Taal geeft al jaren ruimte aan pleidooien tegen de norm, naast even hartstochtelijke artikelen ervoor. Bovendien gaat het ook lang niet meer alleen maar over de Nederlandse taal (de ‘onze’).
Hoe komt dat? De meneer in de pauze meende geloof ik dat het genootschap in handen was gevallen van neerlandici: “Jullie willen alleen maar vastleggen hoe het zit, jullie willen geen norm stellen.” Maar ik denk niet dat het zo is: ik denk dat er wel degelijk in het taalminnende publiek zelf de afgelopen decennia een ontwikkeling heeft voorgedaan naar liefde voor de taal in al haar verschijningsvormen, niet alleen de ‘verantwoorde’. Een maandblad vol machteloze woede en gemopper over hoe vreselijk alles is, willen maar weinig mensen lezen. De activistische afsplitsingen van Onze Taal – Taalverdediging en de Stichting Nederlands – leiden een kwijnend bestaan.
Het is dus een mooie stap, die er gisteren in dat Haagse zaaltje is gezet. Mensen laten zien dat taal iets is om over te discussiëren en je over te verbazen, iets om lief te hebben in al haar vormen en niet alleen in haar mantelpakje. De meeste mensen willen misschien soms wel even hun wenkbrauwen fronsen over de magere spelkwaliteiten van de jeugd, maar ze willen daar niet hun leven door laten bepalen.
En toch. Bij alles wat er verloren gaat, kun je treuren. Dat verantwoorde gebruik van de Nederlandse taal, bijvoorbeeld – de lange voldragen volzinnen, de mensen die hun best doen om iedere lettergreep correct en helder uit te spreken. Níét het streven dat iedereen zo zou moeten spreken, maar de variëteit zelf, de licht archaïsche woordkeus, de conservatieve syntaxis, het ideaal dat er ooit aanhing van een ‘neutraal’ soort Nederlands waarin iedereen gelijk zou zijn.
We kunnen er niet meer naar terug, en we willen er niet meer naar terug, maar nu het weer zo’n gevoelige klap is toebediend, kunnen we wel nostalgisch onze hoed ervoor afnemen.
Mient Adema zegt
Ik vind het niet erg dat er nu alweer vier taalfouten in dit stukje staan en moet mij wederom afvragen of dat verschijnsel nu het gevolg is van het feit dat veel wijsheid in weinig tijd gepropt moet worden of een bewijs dat onverantwoord taalgebruik best wel leuk is. Ik begrijp die meneer wel een beetje en vraag me af of die gewijzigde doelstelling niet sinds gisteren op een hellend vlak staat.
Met graagte gelezen overigens….
Miet Ooms zegt
Ik zal volgende week ongeveer hetzelfde vertellen op 'the Value of Language' in Brussel. Taalgebruikers, het 'publiek', gaan ervan uit dat ze zelf wel kunnen bepalen welk taalgebruik wanneer 'verantwoord' is, en ze accepteren het niet meer dat een taalkundige of een genootschap in hun plaats beslist wat 'verantwoord' (of 'goed') Nederlands is en wat niet. Informeren en adviseren blijft belangrijk, ik denk zelfs dat dat nog aan belang zal winnen, maar dan als coach en partner, en niet meer op een alwetende, normerende schoolmeesterachtige manier.
R.J.Offerein zegt
Wordt er toch nog aandacht besteed aan deze omslag in de doelstelling van Onze Taal! Want zoals Marc het beschrijft, was het niet helemaal. Aan de orde was niet specifiek de aanpassing van de doelstelling, maar een veel bredere statutenwijziging. Die omvatte voornamelijk allerlei organisatorische details van de vereniging. Als ik niet, nadat al was besloten over die statutenwijziging, er aandacht voor had gevraagd dat daarmee ook een fundamentele wijziging van de doelstelling was vastgelegd, dan was daarover met geen woord gesproken. Want de voorzitter – toch wel opmerkelijk – had er niet speciaal de aandacht op gevestigd. En ik ook niet: want hoewel ik wel degelijk vind dat een verantwoord gebruik van de taal een lofwaardig streven is en blijft, heb ik ook geen enkele behoefte aan dat pedante gezeur over het zogenaamde verschil tussen hen en hun. Dus ik kan me uiteindelijk wel vinden in die wijziging. Ook omdat ik wel weet, dat de Taaladviesdienst er zich weinig van aan zal trekken. Die mag, volgens de statuten, niet meer op de website zetten dat "ik besef me" gewoon fout is – want dat is een uiting vanuit Onze Taal over verantwoord gebruik van het Nederlands. Ik, de meneer van de pauze, heb het vertrouwen dat ze zich daar niets van zullen aantrekken.
Marc van Oostendorp zegt
De wijziging in de doelstellingen is natuurlijk in overeenkomst met de huidige praktijk, en in die zin statutair gezien niet opvallender dan andere veranderingen (het kleinere bestuur, de invoering van het wat duistere label 'lid van verdienste' of de wijziging in de verzameling opgesomde activiteiten). Maar in een bredere context is deze wijziging in de doelstellingen wel degelijk opvallend, ik vind het volkomen terecht dat u hier aandacht voor vroeg.