Het is een patroon: een paar dagen lang razen de opvallende resultaten van onderzoek door de media. Na die paar dagen blijkt dat onderzoek nogal dubieus, gaat de storm liggen, en wordt er her en der gerectificeerd en de naam van Diederik Stapel genoemd.
Slachtoffers vallen er gelukkig niet bij zulke stormen, al zou dat misschien veranderen wanneer we ze een naam zouden geven.
Vorige week was het de beurt aan een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS waarin werd beweerd dat orkanen met vrouwelijke namen (Eloise) gemiddeld meer slachtoffers maken dan orkanen met mannelijke namen (Charlie). De reden: mensen leggen bij de laatste meer onbewuste associaties met verwoestendheid en kracht en nemen daardoor meer maatregelen.
Experimenten
Nu was dat onderzoek nogal dubieus, zoals NRC Handelsblad zaterdag samenvatte: de statistiek was bijvoorbeeld onevenredig beïnvloed doordat orkanen in een groot deel van de bestudeerde periode alleen vrouwelijke namen hadden.
Tegelijk passen de bevindingen wel in een bepaalde traditie, en het zou daarom op zich niet heel verwonderlijk zijn geweest wanneer er een effect gevonden was, zij het misschien een wat kleiner effect dan nu het geval was. Met name de taalkundige Lena Boroditsky heeft in de afgelopen decennia in allerlei experimenten laten zien dat er wel degelijk onbewuste associaties zijn (zie bijvoorbeeld hier en hier).
Lieflijk
Zij liet bijvoorbeeld Spanjaarden en Duitsers plaatjes van de zon en de maan zien, met de vraag om bijvoeglijk naamwoorden te bedenken die op die hemellichamen sloegen. Die bijvoeglijk naamwoorden liet ze vervolgens weer, vertaald, door Engelstaligen als ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ beoordelen. Wat bleek: Duitsers kenden de zon vrouwelijke kwaliteiten toe (lieflijk) en de maan mannelijke (hard), terwijl het bij Spanjaarden andersom was. In het Duits zeg je der Mond en die Sonne; in het Spaans la luna en el sol.
Het is ook niet zo gek: woorden en namen zitten waarschijnlijk niet in ons hoofd opgeslagen als lange alfabetische lijsten, maar als ingewikkelde netwerken waarin woorden ‘die wat met elkaar te maken hebben’ onderling verbonden zijn. En dus is er een mannelijk en een vrouwelijk deelnetwerk, en alle stereotypen die we in ons leven onbewust hanteren worden door die netwerken uitgedrukt.
Wat dat betreft is het eeuwig zonde dat dit onderzoek is uitgevoerd door ‘marketingpsychologen’ (ja, echt), die natuurlijk weer zo snel mogelijk tot significantie wilden komen en bovendien enorm maatschappelijk relevant wilden zijn. Bij wat zorgvuldiger en geduldiger (laten we zeggen, wat vrouwelijker) onderzoeksmethoden was er misschien nog wel echt iets interessants uitgekomen.
Laat een reactie achter