Dezer dagen is de beroemde Zuid-Afrikaanse taalkundige Andries Coetzee in Nederland. Hij gaf gisteren een lezing waarin hij liet zien dat jongeren in Zuid-Afrika het woord ‘bak’ uitspreken als ‘pak’, en het woord ‘das’ als ’tas’ – en dat ze toch het verschil kunnen blijven horen.
Het verschil tussen een [b] en een [p] is in het Nederlands en in het ‘oude’ Afrikaans hetzelfde als dat tussen een [d] en een [t]: bij de [b] en de [d] laat je je stembanden trillen, maar bij de [p] en de [t] niet. Je kunt dat zelf voelen door een paar keer achter elkaar b-p-b-p-b-p te zeggen terwijl je je vingers op je keel houdt: met je mond doe je steeds hetzelfde, maar de ene keer voel je een trilling en de andere niet.
Sprekers van het Afrikaans doen dat ook nog wel, maar steeds minder. Jongere sprekers – sprekers die jonger dan 25 waren – laten hun stembanden nog maar in een minderheid van de gevallen trillen wanneer ze een b of een p zeggen. Dat ze het verschil tussen bak en pak nog wel kunnen horen komt, ontdekte Coetzee, doordat alle sprekers van het Afrikaans – ook de oudere – iets anders doen: ze maken een verschil in de uitspraak van de klinker.
Je kunt het zelf horen als je op deze website luistert naar de uitspraak van boord en poort in het Afrikaans. Bij het eerste woord heeft de klinker een veel lagere toonhoogte dan bij de tweede. Het zijn jammer genoeg verschillende stemmen, maar het effect is duidelijk te horen. Ook in de video hierboven kun je het horen, vooral als de spreekster de tweede keer be en pe zegt. (Bij de t zegt ze jammer genoeg geen klinker.)
Dat je na een b een wat lagere toon maakt dan na een p is heel natuurlijk: er is een mechanische verklaring voor en ieder mens doet het. Om een p te maken moet je je stembanden strak houden, zodat ze niet trillen. Maar als ze dan eenmaal wel gaan trillen – omdat dit bij de uitspraak van een klinker hoort – is de toon hoger, net zoals de toon van een strak aangespannen vioolsnaar hoger is dan van een slappe.
Laat een reactie achter