Vandaag is het tien jaar geleden dat André Hazes overleed en dus gebruikt iedereen naar hartelust het woord icoon. ‘In de boekwinkel is vanaf dinsdag een nieuwe biografie beschikbaar over het icoon’, schrijft Wel.nl. ‘Toen André Hazes in 2004 overleed, verloor Nederland een van zijn meest iconische zangers,’ weet Nu.nl.
Meest iconisch? Het WNT kent nog geen betekenissen voor dit woord die er op het eerste gezicht toe doen: alleen evenbeeld (‘een ikoon van de Heer’) en ’traditioneele beeltenis van Christus of een andere heilige’. Van Dale laat zien dat de betekenis van dat woord naar alle kanten is uitgebreid. Het kan duiden op een gestileerde afbeelding, een computerpictogram of ‘iem. die (in een bepaald cultureel opzicht) beeldbepalend is voor de tijd waarin hij of zij leeft’.
Die laatste betekenis komt op het eerste gezicht het dichtst in de buurt van wat de websites bedoelen, maar dekt de bedoelde betekenis toch net niet helemaal.
Het gaat niet over het feit dat Hazes zo goed de tijd weerspiegelde waarin hij leefde – dat wil zeggen de tijd tot 10 jaar geleden. De bedoeling van in ieder geval de zin van Wel.nl lijkt mij juist om weer te geven dat Hazes nog steeds iets betekent.
Want dat lijkt me de moderne betekenis van het woord: ‘iem. die (in een bepaald cultureel opzicht) waardevol is voor grote groepen mensen’.
Het is moelijk na te gaan of dit een nieuwe betekenis is sinds de vorige druk van Van Dale, of dat het woordenboek het ook toen ze deze definitie opstelde niet helemaal nauwkeurig zag. Die definitie lijkt me ook moeilijk te koppelen aan het religieuze dat het woord icoon omgeeft. Het moet gaan om iemand aan wie bijzondere kwaliteiten worden gehecht en in wiens leven en werk mensen daarom geïnteresseerd zijn. De volgende zin in het stuk van Nu.nl lijkt me dan ook veelzeggend: ‘Hij ontvluchtte de armoede van zijn jeugd en groeide uit tot een ware volksheld.’. Jan-Peter Balkenende lijkt me bijvoorbeeld geen iconische figuur, ook al leeft hij nog en heeft hij het beeld van zijn tijd mede bepaald.
Het is dan ook geen toeval dat ook een ander woord dat in verband met zo iemand als Hazes veel gebruikt wordt een religieuze connotatie heeft: legende. Strikt genomen is het een beetje raar om een persoon een legende te noemen (iemand is geen verhaal) of een icoon (een plaatje), maar je kunt allebei pas worden als je je eigen treurige lot weet te overstijgen.
Taalprof zegt
Ik ben het eens met je intuïties, maar ik vind het ook iets van 'prototypisch' hebben.
Taalprof zegt
… In de zin dat hij in tweeërlei opzicht een 'goed voorbeeld' is (van en voor een volkszanger)
Marc van Oostendorp zegt
Ja, op een bepaalde manier wel. We moeten natuurlijk ook nog bepalen hoezo je eigenlijk een overtreffende trap van iconisch kunt hebben; en dat ligt met dat 'goede voorbeeld' meer voor de hand dan bij het 'geliefd'. Naar mijn gevoel is Hazes niet het meest iconisch omdat meer mensen van hem houden dan van iemand anders of omdat de mensen méér van hem houden van iemand anders, maar inderdaad omdat hij een beter voorbeeld is, al weet ik niet precies van wat.
Bas Jongenelen zegt
Er zit een bepaalde mate van betekenisloosheid in 'iconisch' en 'meest iconisch'. Soms is er een woord nodig dat meer dan 'groots' betekent, 'gargantuesk' is niet altijd van toepassing (hoewel Hazes zijn drankgebruik behoorlijk gargantuesk scheen te zijn). 'Iconisch' is dan een mooi woord. Iedereen voelt aan dat het iets 'legendarisch' of 'fabelachtig' voor moet stellen, maar niemand weet precies wat het betekent. En dat doet er ook helemaal niet toe. Pas als je er echt naar kijkt, zie je dat het een vreemd woord is. 'Meest iconisch' betekent dus gewoon 'heel erg groot'.
DirkJan zegt
Uit het stukje maak ik op dat icoon in de recente betekenis nog niet zo heel lang bestaat. Ik ken het al zeker enkele tientallen jaren. De Van Dale schiet naar mijn idee ietwat tekort in een adequate omschrijving met 'iem. die (in een bepaald cultureel opzicht) beeldbepalend is voor de tijd waarin hij of zij leeft'. Als je kijkt op de etymologiebank komt je nog twee sterke elementen tegen: 'iemand met grote invloed' en 'overdrachtelijk gebruikt voor iemand die een grote uitstraling heeft en daardoor aanbeden wordt als een heilige.' Vooral in het laatste zit een duidelijke verwijzing naar de oorspronkelijke betekenis van een icoon. En André Hazes was zo'n aanbeden icoon, bij zijn leven en ook nu nog na zijn dood. Dat geldt dan natuurlijk niet voor iemand als Jan-Peter Balkenende. En Van Dale heeft het over een 'cultureel opzicht', en dat is een ruim begrip, maar er zijn ook sporticonen als Johan Cruijff. Ook kennen we de stijlicoon, iemand wiens kleding en uiterlijk veel navolging vindt.
En iemand een legende of legendarisch noemen vind ik heel normaal en voel geen verwijzing meer naar de Bijbelse oorsprong. Bij een icoon heb ik dat nog wel.
Anoniem zegt
Niet zomaar een icoon, maar een volksicoon.
Gert de Jager zegt
Het meest beeldbepalend – dat kan toch gewoon?
De betekenis 'prototypisch' zie ik niet helemaal. Als ik zeg: "De Eifeltoren is een iconisch beeld van Parijs" dan benoem ik de Eifeltoren als unicum, niet als een min of meer willekeurig goed voorbeeld. Met alle andere beelden van Parijs heeft die toren verder niets te maken.
Hetzelfde geldt voor Hazes: als er iemand een Hollandse volkszanger genoemd kan worden, is hij het wel. Met al zijn unieke eigenschappen. Om die reden: iconisch. De betekenis gaat volgens mij eerder in de richting van wat in sommige semiotische scholen 'exemplificatie' wordt genoemd.
Marc van Oostendorp zegt
Het meest beeldbepalend, dat kan natuurlijk. En wanneer je zegt dat de Eiffeltoren het meest iconische architectonische object van Parijs is, is dat ook bedoeld.
Maar naar mijn gevoel wordt op de hierboven genoemde websites niet bedoeld dat Hazes de meest beeldbepalende figuur (of zanger) is, dat de eeuwwisseling in Nederland vooral gekleurd wordt door zijn activiteiten en zijn bestaan.
In je tweede alinea schakel je naar mijn smaak over naar een andere interpretatie, namelijk waarin bedoeld zou zijn dat Hazes 'de meest prototypische' volkszanger was: wanneer je aan een volkszanger denkt, denk je aan André, zoals je aan een hamer denkt wanneer iemand je vraagt een stuk gereedschap in gedachten te nemen. Maar ook dat wordt naar mijn gevoel in de onderhavige stukken niet bedoeld: het gaat er niet zozeer om dat AH bij uitstek alle kwaliteiten van een volkszanger in zich verenigt, meer dan Johnny Jordaan of Willy Alberti, maar naar mijn gevoel veel meer dat zijn leven en werk voor grote groepen mensen een heel aparte status zijn gaan innemen, dat ze zijn volkszangerschap juist ontstijgen.
Maar dit alles is natuurlijk heel moeilijk empirisch te bewijzen, het gaat over heel subtiele semantische onderscheidingen.
Anoniem zegt
Ik lees 'iconisch' toch meer als representatief, typisch, aangezien iconen een symbolische connotatie hebben.