• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Met flauwekul de kost verdienen

12 oktober 2014 door Marc van Oostendorp 1 Reactie

Door Marc van Oostendorp

“Wie zelf ook aan het verzamelen van taal wil beginnen,” schrijft Wim Daniëls in zijn nieuwe boek De taal achterna, “moet één ding heel goed beseffen: je moet het vooral voor jezelf doen. Andere mensen vinden het niet zo’n probleem dat er taalgekken zijn, maar ze meekrijgen in die taalgekte is een heel ander verhaal, of, zoals mijn vader het ooit zei: ‘Denk je met die flauwekul de kost te kunnen verdienen?’”

Dit boek, dat verscheen in de week dat de auteur zijn zestigste verjaardag vierde (gisteren), is een verslag van Daniëls pogingen om zijn vader ongelijk te geven. Het is het honderdste boek dat de schrijver publiceerde en het laat Daniëls op zijn best zien: enthousiast, jongensachtig, Brabants, humoristisch. Het boek is een mengeling van een autobiografie over – vooral – de jeugd van de schrijver, een omstandige liefdesverklaring aan het dorp Aarle-Rixtel en een mateloze fascinatie voor woorden. Alles bij elkaar is het daarmee een zelfportret van een van de bekendste taalbeschouwers die we hebben.

Assurance

In het boek vertelt Daniëls hoe hij in zijn hele lagereschooltijd alleen dialect gebruikte. Pas toen hij naar de middelbare school ging, leerde hij de standaardtaal kennen, en nog pas later, op de lerarenopleiding en de universiteit ook literatuur uit andere talen.

Zijn liefde en fascinatie voor taal waren toen allang begonnen.

Volgens Daniëls zelf lag de oorsprong in het moment toen hij ontdekte dat dialectwoorden zoals ollieklonje en brandseransie afkomstig waren uit het Frans (eau de cologne, assurance) en hij dus eigenlijk dialect sprak. Ook het feit dat zijn vader een loopoor had, fascineerde de jonge Wim al snel, in taalkundige zin: wat voor andere oren waren er zoal? Domoor, flapoor, hangoor. En butoor:
In mijn dorp hoorde je soms mensen ‘butoor’ (dialect: butouwer) roepen, als scheldwoord, dat tot mijn verbazing nu gewoon in Van Dale staat, zonder de aanduiding erbij dat het streekgebonden is, maar wel met de toevoeging ‘schertsend’, met als betekenisverklaring ‘lomperd’. Ik weet niet of dat kan, iemand ‘butoor’ noemen in de betekenis ‘lomperd’ en dat dan in schertsende zin bedoelen.

Taalmuseum

Een passage als deze geeft een aardig inzicht in Daniëls stijl, die duidelijk gewonnen heeft van het feit dat de schrijver jarenlang gesproken columns voor de radio heeft gemaakt en die draaft als een jong veulen en de ene observatie aan de andere kwinkslag rijgt. Je moet wel een enorme nurks zijn om daar niet vrolijk van te worden. Daniëls is niet in de eerste plaats een onderzoeker of een denker; hij is vooral een zestienjarige jongen uit Aarle-Rixtel die zich mateloos interesseert voor taal en daar enthousiast over kan vertellen.

De nadruk ligt in het boek op Daniëls jeugd, hoewel enkele latere episodes ook aan bod komen: zijn mislukte pogingen om een Taalmuseum te beginnen in Laarbeek bijvoorbeeld, of zijn vlammende protest tegen de spellingchaos die sinds 1995 heerst.

Taalgekte

Ik vind het jammer dat hij niet nog meer vertelt over de rest van dat leven. Waarom heeft hij honderd boeken geschreven? Die boeken zijn niet allemaal even goed – ze bestonden in sommige jaren uit niet veel meer dan haastig bij elkaar geveegde woorden. Wat was de drang tot zoveel kwantiteit? Bovendien is Daniëls pas de laatste tien jaar naar mijn indruk echt aan het doorbreken naar een groter publiek. Hoe was het voor die tijd om zo eindeloos te moeten sappelen? Wat bleef hem voortdrijven?

Misschien komt er nog een vervolg. Ik hoop het. Er zijn maar weinig boeken die laten zien hoe het leven zo intiem verbonden kan zijn met zulke ‘flauwekul’ als mateloze, oeverloze, eindeloze taalgekte.

Wim Daniëls. De taal achterna. Amsterdam: Thomas Rap, 2014. Bestelinformatie bij de uitgever.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: autobiografie, dialecten, recensies, taalkunde, Wim Daniëls, woordgebruik

Lees Interacties

Reacties

  1. HC zegt

    12 oktober 2014 om 10:24

    Spellingchaos? Nou, daar heeft hij zelf dan toch wel een belangrijk aandeel in, nee?

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Michel van der Plas • Uit Amerika

een hardnekkig vasthouden aan een stal,
aan koetsbellen die niet uit het gehoor
mogen; star blijft men een ster op het spoor
tot die zich op zijn dak nestelen zal

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

IJSBLOEMEN

Het raampje is een Séraphine,
een bloemstilleven ongezien,
een nonnenspiegel, een gewas
vol donzen dorens, melk van gras,
oase onder een pak sneeuw,
berijpte manen van een leeuw,
albino’s, schedelverentooi,
strikken van tule, ’t krullenooi —
ze drukt haar pop tegen haar vacht
en ooilam, ooilam zegt ze zacht —,
paard, pluim, toom, tuig en rinkellast,
dood fluitekruid, een holle bast,
een schalvel, een dicht berkenbos,
een meisjesschool met haren los
het duin afrennend wie-het-eerst,
een knippapieren kinderfeest,
van porselein, van gips, van steen,
soldaten op hun tinnen teen.
Het ziet er van de doden wit. [lees meer]

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

13 februari 2026: DBNL-dag 2026 in Den Haag

13 februari 2026: DBNL-dag 2026 in Den Haag

24 december 2025

➔ Lees meer
6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1937 Adriaan Beets
1978 Mea Verwey
➔ Neerlandicikalender

Media

Gerard Kornelis van het Reve – Kerstbrief (1963)

Gerard Kornelis van het Reve – Kerstbrief (1963)

23 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Publieke Intellectuelen: Maria Dermoût

Publieke Intellectuelen: Maria Dermoût

22 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Lidy Zijlmans: bijna vijftig jaar ervaring in de NT2

Lidy Zijlmans: bijna vijftig jaar ervaring in de NT2

22 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d