Dat over het woord boek twee etymologische verhalen de ronde doen, dat komt goed uit.
Volgens het ene verhaal heeft het te maken met het woord beuk: de Germanen zouden hun runen in beukenstaafjes hebben gekerfd, en het woord boek zou dus oorspronkelijk hebben verwezen naar een fysiek object – de tak van een boom. Deze etymologie, die ooit populair was, wordt nu kennelijk niet meer geloofd.
Volgens het andere verhaal komt boek van een oud-Germaans woord voor letters. Volgens dat verhaal, dat tegenwoordig de standaardverklaring is, is de oorspronkelijke betekenis van het woord dus iets abstracts: een verzameling letters, door een schrijver vakkundig op een bepaalde manier gerangschikt.
Vijf kilo
De twee dimensies van het boek – het fysieke ding dat je kunt vastpakken en het abstracte ding dat een schrijver heeft bedacht – zijn inmiddels zo met elkaar verwezen dat het voor sommige mensen moeilijk is te begrijpen dat er iets wonderlijks gebeurt in zinnen als de volgende:
– Arnon Grunbergs nieuwe boek weegt wel een kilo.
Het woord boek scharniert hier subtiel: het verwijst naar allebei de betekenissen tegelijkertijd. Als je erover nadenkt heeft Arnon Grunberg niet iets geproduceerd dat een kilo weegt. Hij heeft op zijn laptop woorden achter elkaar gezet die niets wegen, en het resulterende bestand naar zijn uitgever gestuurd, die deze woorden te zien kreeg en vervolgens allerlei handelingen heeft uitgevoerd die hebben geleid tot een object van een kilo – terwijl dezelfde woorden ook in een object van een ons, of van vijf kilo hadden kunnen staan.
Beuk
Het is het lot van ieder woord dat het zodra het gebruikt wordt, moeilijk in een definitie te vangen is. Er ontstaan al snel allerlei nuances, de betekenis van een woord is eerder een olievlek dan een vast punt. Probeer maar eens zo’n omschrijving van een woord te geven zodat je kunt begrijpen dat er zowel onbeschreven als ongepubliceerde boeken kunnen bestaan.
We leven nu natuurlijk in een tijd waarin het onderscheid gemakkelijker te zien is dan pakweg veertig jaar geleden – het tijd van de e-boek, het tijd waarin je kunt zien dat de inhoud zich loszingt van de vorm, dat een boek echt geen beuk nodig heeft om er te kunnen zijn.
Deftige heren
Van dat loszingen is weinig te merken in het tijdschrift De Boekenwereld, waarvan een anonieme fee mij het nieuwe, grotendeels aan Arnon Grunberg gewijde, nummer toestuurde. Ik trad een vreemde, wereld in waar deftige heren als René van Stipriaan en Reinjan Mulder plechtstatige essays schrijven en het woord nog geheel en al samensmelt met de vormgeving en het papier; waarin Grunberg niet alleen boeken schrijft die je kunt lezen of uit je hoofd leren, maar die ook een kleurig omslag hebben en op bepaald papier zijn afgedrukt. En waarin het de moeite waard is om iedere fax en ieder bierviltje te memoreren waar de schrijver zijn pen tegenaan gehouden heeft.
Ook het tijdschrift zelf ziet er prachtig uit, en het ruikt sterker naar inkt dan willekeurig welk drukwerk ik de laatste tijd gezien heb. Het weegt 264,4 gram.
Laat een reactie achter