Daarmee lijkt de de in die uitdrukking zijn salto te hebben voltooid. Hij is enkele decennia ingezet, toen de BOVAG een campagne inzette om reclame te maken voor het eigen keurmerk. Ze deden dat door in tv-reclames Maarten Spanjer een typetje te laten spelen dat zonder keurmerk onbetrouwbaar handelde. Zijn naam: Beun de Haas. (Dertig jaar later speelt Spanjer het typetje nog steeds.)
De term stamt volgens de etymologische woordenboeken uit de zeventiende eeuw. Het was een spottend woord: beunhaas betekende ‘zolderhaas’ – een woord voor kat, net zoals dakhaas –, maar werd op zeker moment gebruikt voor iemand die maar een beetje op zijn zolder zat te werken, zonder netjes gediplomeerd te zijn.
Volgens de n-gram-viewer van de DBNL was de term op zijn hoogtepunt in de achttiende eeuw. In de jaren vijftig werd de term weer bekend door het verhaal Tom Poes en de beunhaas van Marten Toonder.
Maar nu wordt de term dus langzamerhand verdrongen door beun-de-haas. Google geeft 13.800 treffers voor “de beunhaas” en 14.400 treffers voor “beun-de-haas”. Onder die laatste zitten natuurlijk verwijzingen naar BOVAG, maar beun-de-haasjes vind je inmiddels ook in heel andere sectoren. In de rechtsbijstand bijvoorbeeld:
‘Beun de Haas’ zal de specialist gaan vervangen, zei advocate Bénédicte Ficq maandag op de trappen van het gerechtsgebouw in Amsterdam, voor een gehoor van enkele honderden collega’s. (Het Parool, 11.11.2013)
Of in de bouw:
Ik verwens onze Volendamse dakdekker, die als sinds 13 juni vorig jaar bezig is ons dak lekvrij te maken. Deze beun-de-haas bakt er helemaal niks van. (Nu.nl, 19 oktober 2011)
De beschrijving blijkt bovendien lang niet altijd meer afkeurend te zijn. In een discussie over schuurapparaten op Zwangerschapspagina.nl meldt iemand nadat een ander heeft geklaagd over pijnlijke handen na het zelf schuren:
Kan ik me voorstellen, wij hebben de planken door wat beun de haasjes laten doen die hebben hem ook meteen ingeolied (Zwangerschapspagina)
En zo zou de spottende vorm (Beun de Haas) van een woord dat zelf al een spotnaam is (beunhaas), gebaseerd op een spottend woord voor een kat (dakhaas), uiteindelijk een gewoon, neutraal woord worden voor ‘een niet al te duur betaalde kracht’. Of, als de glazenwassers hun zin krijgen, voor ‘mafioso’.
DirkJan zegt
Dat Beun de Haas aan terrein wint vind ik niet zo vreemd, want het was al gelijk bij de reclame van de BOVAG-garage populair en volgens mij ook al gelijk van toepassing op andere terreinen dan de reparatie van auto's. Maar in tegenstelling tot 'beunhaas' lijkt mij het gebruik van Beun de Haas nog steeds negatief. Een postievere betekenis van beunhaas bestaat volgens mij al veel langer. Zo zijn er ook de woorden beunen en bijbeunen en dan gaat het om ergens extra werken, al dan niet zwart: een beunhaas is dan iemand die bijklust en hoeft niet direct een ondermaatse werker te zijn. Maar dan zou Beun de Haas het begrip beunhaas verdringen? Dat blijkt dan uit de vergelijkende resultaten van Google. Die geven dan zeker wel een relatieve indicatie, maar er zitten in het totaal veel dubbeltellingen tussen. Als je door de pagina's onderaan scrollt kom je doorgaans al snel bij het eindpunt van de unieke vindplaatsen. Ik heb dat even gedaan en kom dan op:
266 hits voor Beun de Haas
355 hits voor beunhaas (zonder de)
460 hits voor beunhazen (werkwoord en zelfstandig naamwoord)
Die laatste zoekopdracht met het meervoud lijkt me wel relevant.
Beun de Haas is naar mijn idee meer een recente toevoeging aan de taal, dan dat het het begrip beunhaas echt aan het verdringen is.
[ En over de zoekresultaten van Google. Rechts op de pagina van Neder-L staan de eerste regels van de laatste blog van diverse sites. Ook de woorden die daarin voorkomen worden door Google meegeteld, maar hebben vind ik geen waarde voor een absolute indicatie. Ook wordt een woord dat meerdere malen op een pagina staat meegeteld. Hoe het verder zit met de 'weggelaten resultaten' weet ik niet precies, maar het aantal aangegeven hits is doorgaans schromelijk overdreven. ]
DirkJan zegt
Noot. Ik heb niet zozeer gereageerd op de strekking van het stukje, daar kan ik me op zich wel in vinden, maar ik ben wel nieuwsgierig of iemand weet hoe het precies zit met de resultaten van Google zoals ik heb aangegeven.
Marc van Oostendorp zegt
Ik vind de observatie interessant dat beun-de-haas misschien terrein wint omdat 'de beunhaas' inmiddels niet negatief genoeg meer is.
Over Google-tellingen valt wel meer te zeggen. Het is waar dat Google op een bepaald moment geen resultaten meer uitserveert, maar het is nu ook weer overdreven om te zeggen dat 'beunhaas' bijvoorbeeld slechts 355 keer op het hele wereldwijde internet te vinden is.
De werkelijke conclusie is dat de cijfers die Google geeft heel moeilijk te interpreteren zijn en dus in ieder geval niet erg 'wetenschappelijk'. Je kunt ze hooguit gebruiken als een ruwe indicatie, vooral door twee cijfers met elkaar te vergelijken.
DirkJan zegt
Hoe het precies zit weet ik dus niet, maar van de ruim 13/000 aangegeven hits voor 'Beun de Haas', zijn er uiteindelijk niet meer dan 550, dan houdt het op. Voor 'beunhaas' (zonder de) het eindpunt niet bekeken, maar er zijn meer dan 90.000 aangegeven hits. Dus ook relatief valt die verdringing wel mee. Neemt niet weg dat Beun de Haas kennelijk al goed is ingeburgerd. En wel aardig, want ik heb al jaren het idee dat veel oude uitdrukkingen verdwijnen, laat staan dat er nieuwe bijkomen. Maar dit is er toch wel een.
En wellicht dat het over vijftig of honderd jaar nog steeds gebruikt wordt, maar niemand meer weet wie Beun de Haas nu eigenlijk was. Waar het vandaan komt, kun je dan teruglezen op een pagina van Onze Taal met een heel oud filmpje.